PNO Media wil de doorsneepremie niet helemaal aan de kant schuiven, en onderzoekt of het deze premie per werkgever kan aanbieden. Binnen een bedrijf hebben de werknemers dan nog wel één premie, maar de solidariteit in de sector als geheel wordt losgelaten. Op die manier kan de premie bij bedrijven met jonge werknemers dalen. Voor bedrijven met relatief veel oudere werknemers, zoals de publieke omroepen, kan de premie stijgen. ‘We denken dat dit wel uit te leggen is aan de sociale partners’, stelt Nelly Altenburg, voorzitter van PNO Media.
Het fonds is de precieze effecten nog aan het doorrekenen. ‘Als het desastreuze gevolgen heeft, doen we het uiteraard niet’, aldus Altenburg. Toch lopen de gesprekken al binnen het bestuur. Altenburg en Van der Put denken over enkele maanden te weten of het plan doorgaat. Helemaal afstappen van de doorsneepremie vinden ze een brug te ver. ‘We geloven absoluut in solidariteit’, aldus Altenburg.
Om nieuwe bedrijven aan te trekken, kijkt het fonds daarnaast of het andere regelingen tegen een lagere premie kan aanbieden. ‘Potentiële klanten zeggen allemaal: bij deze hoge premie komen we niet’, aldus Altenburg. De premie bij PNO Media ligt nu ongeveer op 20% van de salarissom.
PNO Media wil graag groeien. Het fonds telt nu circa 15.000 actieve deelnemers, terwijl de creatieve sector ongeveer 280.000 mensen werk biedt. Vooral kleinere bedrijven zijn niet aangesloten bij PNO Media, dat hen nu als alternatief een zogeheten premieregeling wil aanbieden. De meeste sectorpensioenfondsen willen niets weten van deze regelingen, waarbij alleen de premie vaststaat en het pensioen afhangt van de beleggingsresultaten.