Rotterdammers gaan zelf hun sociaal zwakke wijken verbeteren
De wijken Bospolder en Tussendijken in Rotterdam hebben een flinke sociale achterstand. De gemeente kiest voor een aanpak waarbij de bewoners zelf de problemen aanpakken.
De wijken Bospolder en Tussendijken in Rotterdam hebben een flinke sociale achterstand. De gemeente kiest voor een aanpak waarbij de bewoners zelf de problemen aanpakken.
Terwijl op de naargeestige vlakte van het Rotterdamse Visserijplein de markt wordt opgebouwd, komen in het aangrenzende bewonerscentrum Pier 80 ruim honderd optimisten bijeen voor een sociaal avontuur. Sommigen lopen in zwarte T-shirts, met opschriften als BoTu Power' of 'Voor een beter BoTu'. Ook een aardige: 'Het botert in BoTu'.
Dit is het hart van de Rotterdamse wijken Bospolder en Tussendijken, of 'BoTu' in de volksmond. Het zijn wijken die een flinke sociale achterstand met zich meetorsen: op de lijst van twintig armste postcodegebieden van Nederland staat Bospolder op de 5e plek en Tussendijken op de 2e.
Aan die slechte ranking willen de in Pier 80 aanwezige bewoners, ambtenaren van de gemeente en ondernemers een einde maken. Onder hen heerst dan ook een daadkrachtige 'alles-moet-anders-en-beter'-stemming. Een zware klus, want een flink deel van de 14.000 bewoners kampt met hoge schulden, hardnekkige werkloosheid en woont in slechte woningen. Ruim 70% heeft een laag inkomen, ruim een vijfde zit in de bijstand.
Voor de energieke Marianne van den Anker, wier zwarte T-shirt wat aan de krappe kant is, zijn die somber stemmende cijfers juist een stimulans. 'Hier gaat het gebeuren', roept de voormalige wethouder voor Leefbaar Rotterdam als ze de aftrap geeft voor 'Veerkrachtig BoTu 2028', een programma dat deze zwakke wijken in Rotterdam-West de komende tien jaar in sociaal opzicht naar het Rotterdamse gemiddelde moet brengen.
De initiatiefnemers zien 'Veerkrachtig BoTu 2028' als een experiment dat een voorbeeld moet vormen voor de rest van Rotterdam. Met burgemeester Aboutaleb als grote stimulator, gaat de gemeente voor het eerst niet van bovenaf bepalen wat er moet gebeuren, maar ligt het initiatief voor verbeterplannen vooral bij bewoners en bedrijven. 'De problemen zijn hardnekkig. Geen van de partijen is afzonderlijk in staat die op te lossen', zegt Lenny van Klink van Rebel, het adviesbureau dat het programma begeleidt.
Dit is een andere aanpak dan in Rotterdam-Zuid, het landelijk bekende gebied met vergelijkbare problemen. 'In Rotterdam-Zuid wordt meer gewerkt met de regels van new public management, waarin vanuit de overheid wordt bepaald en gepland', zegt Winfried Houtman, concerndirecteur maatschappelijke ontwikkeling bij de gemeente. 'In BoTu moeten de bewoners met initiatieven komen. Daar geven we ruimte voor, we laten ons graag verrassen.'
Tijdens een rondgang door de wijk enkele dagen eerder bevestigen wijkmanager Marleen ten Vergert en stadsmarinier (een 'superambtenaar' die veiligheidsrisico's aanpakt) Danielle van den Heuvel dat er grote sociale problemen zijn. Op het Driehoeksplein bij de Valentijnschool wijst Ten Vergert op de twee mobiele camera's. 'Overdag is dit een schoolplein, maar 's avonds heerst hier nog de straat.'
Maar er zijn positieve ontwikkelingen. In de afgelopen twee jaar heeft Van den Heuvel zich vooral gericht op bestrijding van de criminaliteit. Schimmige winkeltjes zijn gesloten, net als panden waarin nogal duistere stichtingen zaten. 'We hebben veel rotte appels weggehaald. We gaan door roeien en ruiten als het moet.' Die laatste opmerking sluit aan bij hoe de stadsmarinier overkomt: kordaat, gedreven en optimistisch.
De aanpak werpt zijn vruchten af. Tot 2016 leek het tij niet te keren, maar sindsdien zijn de scores op de gemeentelijke veiligheidsindex in beide wijken omhooggegaan. Voor een goede score op lange termijn is niettemin ook sociale vooruitgang noodzakelijk, met meer mensen aan het werk en uit de armoede.
Bedrijven moeten nadrukkelijk aan de sociale en economische vooruitgang bijdragen. Bilal Taner, inwoner van Bospolder en als strateeg van de gemeente betrokken bij het programma: 'Bedrijven zijn onmisbaar voor de wijk. Ik hoop dat ze met mooie voorstellen komen voor bijvoorbeeld de energietransitie, het starten van een taalcentrum of de aanpak van pleinen.'
De energietransitie - van het aardgas af en aansluiting op het restwarmtenet - is een kans voor de wijk. Dat wordt duidelijk als de top van energieconcern Eneco in de Gijsingflats op bezoek gaat bij de 84-jarige 'opa Jacques', die ondanks zijn hoge leeftijd als hoeder en sociaal werker fungeert in deze galerijflats uit de jaren vijftig, die hard toe zijn aan renovatie.
De opknapbeurt kan worden gecombineerd met een andere energievoorziening. Voor de aanleg van die nieuwe voorzieningen zou Eneco jongeren uit de wijk kunnen opleiden en aan een baan helpen, is het idee.
Ondernemer Rob Hagens van het Franse servicebedrijf Vivalib onderzoekt met woningcorporatie Havensteder de mogelijkheid om 120 woningen in de Gijsingflats geschikter te maken voor ouderen. 'Die woningen krijgen bijvoorbeeld speciale lichtinstallaties die voorkomen dat ouderen 's nachts vallen.'
Door in de flats een leslokaal in te richten, kunnen mbo-studenten vertrouwd raken met deze technologie. 'Dat bleek een succes in Bordeaux. Schooluitvallers wilden weer naar school, omdat ze zagen hoe ze hun opa of oma konden helpen', vertelt de ondernemer in Pier 80.
De oproep aan bewoners en bedrijven is niet vrijblijvend. Over twaalf tot veertien maanden moeten zij met goed doortimmerde plannen komen voor de aanpak van taalachterstanden en schulden en voorstellen voor buurtzorg en betere jeugd- en opvoedingsbegeleiding. Voor de uitvoering is tot 2023 €4 mln extra beschikbaar.
De opzet staat of valt met de betrokkenheid van de bewoners en 'de markt'. Is er genoeg draagvlak onder bewoners, of blijft die beperkt tot de voorhoede die op de bijeenkomst aanwezig is? En komen bedrijven over de brug?
Concerndirecteur Houtman is optimistisch. 'Mensen wonen hier vaak al lang. Ondanks alle problemen willen zij hier blijven wonen. Dat vergroot de betrokkenheid bij de wijk.' In Rotterdam-Zuid is dat anders. 'Sommigen wonen er illegaal, die willen helemaal niet werken aan oplossingen.'
Ook Ten Vergert en Van den Heuvel geven hoog op over de saamhorigheid en de vele netwerken in de wijk. 'Bewoners zijn het zat dat hun wijken altijd als probleemwijken worden neergezet', zegt wijkmanager Ten Vergert. Bij de Valentijnschool komen bijvoorbeeld de Onwijze Moeders bijeen, een groep van actieve vrouwen. Daarnaast is er nog de BoTu 12, een soort bewonersraad.
Een van de leden van BoTu 12 is Saïda Ouarirou, actief in de aanpak van de wijk. 'Toen ik hier kwam wonen dacht ik ''wat is dit voor wijk?''. Maar nu heb ik een dorpsgevoel. De bewoners organiseren veel.' Voor de oproep om plannen te maken is zeker draagvlak, maar volgens haar weten mensen vaak niet hoe ze tot iets moeten komen. 'Velen denken dat ze niets kunnen.'
Gelukkig zijn er rolmodellen in de wijk die aantonen dat bijvoorbeeld de stap naar werk mogelijk is. Zo heeft Angela Renfurm, voorzitter van Parkraad 1943, na zeven jaar werkloosheid toch weer een betaalde baan in de wijk als beheerder van Jong Delfshaven. Of neem Ries Lensa, een lasser die na een periode van werkloosheid zijn bestemming vond als docent in De Bouwkeet, waar jongeren hun technische talenten kunnen ontdekken.
Voor de gemeente Rotterdam is de uitdaging minstens zo groot omdat de werkwijze van ambtenaren moet veranderen. 'Dit vergt ook veerkrachtige ambtenaren. We moeten sneller maatwerk kunnen leveren', verduidelijkt Taner. Het vereist flexibiliteit, geen muren opwerpen tussen afdelingen, maar juist samenwerken. Het betekent bijvoorbeeld ook soepeler omgaan met opleidingseisen en wettelijke regels.
Concerndirecteur Houtman beseft dat er spanningen zullen komen. 'Ik zal soms tegen collega's moeten zeggen ''u heeft een mooi plan, maar in BoTu zien ze dat heel anders''.' Aan het einde van de bijeenkomst in Pier 80 doet hij een belofte: 'Ik ga als een leeuw de plannen uit BoTu verdedigen binnen de gemeente.'