De Britten: altijd met één been buiten Europa
Na 47 jaar en 31 dagen is het vrijdag om middernacht voorbij. Het Verenigd Koninkrijk verlaat de Europese Unie. Waar ging het mis? 'Ze bleven altijd de dwarse neef, die toch ook voor tegenwicht zorgde.'
Na 47 jaar en 31 dagen is het vrijdag om middernacht voorbij. Het Verenigd Koninkrijk verlaat de Europese Unie. Waar ging het mis? 'Ze bleven altijd de dwarse neef, die toch ook voor tegenwicht zorgde.'
De Union Jack bij het Europees Parlement in Brussel krijgt vrijdag een nieuwe bestemming. Na het afscheid van de Britten verhuist de vlag naar het Huis voor de Europese Geschiedenis. Symbolisch, ook omdat het museum in de stad al jarenlang mikpunt van spot is in de Britse tabloids. 'House of horrors' noemen ze het, vanwege de Europese propaganda die er bedreven zou worden.
Van onvoorwaardelijke liefde tussen de Britten en de rest van Europa is nooit sprake geweest. De houding tegenover het vasteland was en is ambivalent. 'De Noordzee is zo groot niet, maar een deel van de Britten waant zich op een eiland midden in de Atlantische Oceaan', zegt Europa-deskundige Rem Korteweg van Instituut Clingendael.
Britse politici hebben een speciale antenne voor dat sentiment. Om het bij eurosceptische delen van hun electoraat niet te verbruien, doen ze al decennia hun best om niet té pro-Europees over te komen. Binnenskamers in Brussel steunen ze besluiten; thuis in Londen trekken ze hun handen er van af. 'We kunnen niet anders, het moest van Brussel', vat Korteweg die reflex samen.
Illustratief is de gang van zaken tijdens de ondertekening van het Verdrag van Lissabon, dat het pad effende voor verdere Europese integratie. De Britse premier Gordon Brown arriveert eind 2007 ruim drie uur te laat in de Portugese hoofdstad, waardoor hij ontsnapt aan de Europese ceremonie met draaiende tv-camera's. Hij tekent liever in stilte, achteraf.
De Britten zijn na de val van de Muur groot voorstander van uitbreiding van de Europese Unie met landen uit Oost-Europa. Niet alleen om de Russen op afstand te houden en de interne markt uit te breiden. Maar ook vanuit de gedachte dat een groter gezelschap de door de Duitsers en Fransen gewenste politieke integratie moeilijker maakt. Verdeel en heers.
'Ze hebben altijd met imperiale hooghartigheid naar Europa gekeken', zegt Geert Mak, auteur van Grote Verwachtingen, een boek over de recente Europese geschiedenis. 'Ik zie nu ook een enorm optimisme over het sluiten van nieuwe handelsverdragen. Ik vrees dat ze zichzelf overschatten. Hun houding, die zo langzamerhand bijna komisch is, past niet meer bij de realiteit van de 21e eeuw.'
Vrees voor verlies van soevereiniteit is een belangrijke reden waarom de Britten zich afzijdig houden wanneer West-Europa na de oorlog samenwerking zoekt. 'Ze vonden het niet nodig. Hun land was nooit verslagen en het lag ook niet, zoals het continent, in puin', zegt historicus en politiek analist Ivo van de Wijdeven, auteur van De nieuwe rafelrand van Europa, over de lange aanloop naar brexit.
De realiteit haalt de Britten in. De Europese samenwerking blijkt een succes. Londen ziet zijn imperium verkruimelen en heeft moeite zich economisch staande te houden. Maar de eerste twee pogingen om alsnog toe te treden worden door Charles de Gaulle, getorpedeerd. De Franse president vindt de Britten opportunisten.
De toetreding in 1973 - De Gaulle is dood - is het werk van de Conservatieve premier Edward Heath. Onomstreden is het lidmaatschap niet, maar bij een referendum in 1975 stemt na een intensieve voorlichtingscampagne ruim twee derde voor.
Ook Margaret Thatcher. Ze wordt vooral herinnerd vanwege haar kritiek op Brussel. Vergeten is dat zij 45 jaar geleden enthousiast campagne voert vóór Europa. Onder haar premierschap na 1979 krijgt de Europese integratie vleugels. Ze tekent de Europese Akte, die het pad effent voor de interne markt.
'Geen enkele Britse premier heeft zo fundamenteel bijgedragen aan de versterking van Europa als zij', zegt Pieter Gerrit Kroeger, politiek analist die als Europees ambtenaar voor de Franse commissievoorzitter Jacques Delors werkte.
Maar gaandeweg groeit haar argwaan. Die wordt gevoed door opmerkingen van Delors dat binnen tien jaar Brussel een groot deel van de besluiten op economisch en sociaal terrein zal nemen. In een geruchtmakende toespraak in Brugge waarschuwt ze in 1988 voor een 'Europese superstaat'.
Kroeger: 'Zelf zag ze het niet als een anti-Europese speech. Ze stond nog steeds achter de interne markt. Ze wilde alleen niet via de achterdeur een bemoeizuchtige staat en machtige vakbonden terugkrijgen.'
Na 'Brugge' groeit het verzet in de Conservatieve gelederen. Thatchers opvolger, partijgenoot John Major, krijgt het begin jaren negentig aan de stok met de Maastricht Rebels, parlementsleden die zich verzetten tegen het Verdrag van Maastricht. Kroeger: 'Bastards noemde Major ze.'
Ook de machtige Britse tabloids gaan steeds harder tekeer. Met de waarheid nemen ze het niet zo nauw, of het nu gaat om de denkbeeldige Brusselse 'eis' om dode huisdieren voor de begrafenis een half uur lang op 130 graden te koken, of een fictief Europees 'plan' om darten in pubs te verbieden vanwege de rondvliegende pijltjes.
De huidige premier, Boris Johnson, doet er in zijn jonge jaren als EU-correspondent van The Telegraph van harte aan mee. Hij schrijft ronkende verhalen over een dreigend verbod op chips met garnaalcocktailsmaak of Europese bemoeienis met de lengte van condooms.
Het is lastig om één moment aan te wijzen waarop het misgaat. Onder premier David Cameron (2010-2016) raken pro-Europese Tories steeds verder in het nauw. De electorale opmars van Nigel Farage speelt volgens Korteweg een cruciale rol. Uit onvrede over de in hun ogen slappe opstelling van Cameron in Brussel dreigen partijleden over te lopen naar Farages anti-Europese partij Ukip.
Korteweg: 'Cameron worstelde met de vraag hoe hij dat kon voorkomen. Hij koos de vlucht naar voren. Hij riep op tot heronderhandelingen over de Britse positie in de EU en kondigde een referendum aan.' Met een mooi onderhandelingsresultaat dat de Brusselse macht zou inperken, redeneerde Cameron toen, kan hij de kiezers wel overtuigen.
'Volstrekt onverantwoord', vindt Mak die politieke gok van Cameron. 'Hij hoopte met het referendum een lastig deel van zijn partij koest te krijgen.' Cameron heeft in Brussel 'wanhopig onderhandeld', maar haalde weinig binnen.
Steen des aanstoots voor veel Britten zijn de enorme aantallen arbeidsmigranten uit Oost-Europa, iets waar Cameron weinig aan kan veranderen. Het is een gevolg van het door Thatcher gepropageerde vrij verkeer van personen en het besluit van zijn pro-Europese socialistische voorganger Tony Blair om de arbeidsmarkt na de toetreding van Oost-Europa niet af te schermen, zoals andere lidstaten, maar meteen open te gooien.
Van de Wijdeven: 'De Britten rekenden op 15.000 nieuwkomers, het werden er 400.000 in de eerste twee jaar.' Volgens Korteweg kunnen de Britten dat Brussel niet verwijten: 'Ze hebben echt zelf, soeverein besloten dat zo te doen.' Tegelijkertijd was het volgens hem een van de belangrijkste redenen waarom een meerderheid bij het referendum in 2016 tegen de EU stemde.
De klok van de geschiedenis tikte ook niet in Camerons voordeel. Mak: 'Brexit en Trump hebben dezelfde wortels: de toegenomen angst voor globalisering. Mensen zijn bang dat hun vertrouwde omgeving uit hun handen glipt.'
Na het referendum zakken de Britse eilanden weg in politieke chaos. Tegenstanders hopen dat uitstel leidt tot afstel. De winst in december van oud-journalist en verdediger van chips met garnaalcocktailsmaak Boris Johnson maakt aan die hoop een eind.
Er is veel gegniffeld om het gestuntel van de Britten. Mak ziet geen reden voor leedvermaak: 'Dit is een enorme waarschuwing voor Europa. De onvrede kan zo groot zijn dat mensen zich, aangevoerd door gewiekste populisten, als lemmingen van de rotsen werpen.'
Hij zal ze missen, de Britten. Mak: 'Ze bleven altijd de outsider. De dwarse neef, die achter de schermen toch flinke invloed heeft en ook voor tegenwicht zorgde. Dat uitgerekend die nu vertrekt, dat is de tragiek van brexit.'