Bij een wereldwijde omschakeling naar duurzame energie explodeert de vraag naar grondstoffen voor batterijen, zonnepanelen en windmolens. De omwenteling levert schone lucht op, maar tegelijkertijd dreigen tekorten, milieuschade en schendingen van mensenrechten.
Jonge mijnwerker in Tilwizembe, een voormalige industriële koper-kobaltmijn, buiten Kolwezi, in het zuiden van de Democratische Republiek Congo.Foto: Kenny Katombe/ Reuters
In het kort
Door de energietransitie vliegt de vraag naar metalen en andere grondstoffen naar verwachting door het dak.
Het duurt jaren om een mijn te ontwikkelen, waardoor er tekorten kunnen ontstaan.
Mijnbouw is niet milieuvriendelijk en de sector heeft een slechte reputatie wat betreft mensenrechten.
Onvermijdelijk moeten we ook minder gaan consumeren om de CO2-uitstoot terug te dringen.
Veel, véél meer elektrische auto's, zonnepanelen en windmolenparken moeten de CO2-uitstoot omlaagbrengen en de opwarming van de aarde tegengaan. Ondanks of misschien juist dankzij de coronapandemie lijken politici, in ieder geval in Europa, vastbesloten het economisch herstel na de crisis een groen tintje te geven, met miljarden aan investeringen in duurzame energie.
Maar vaak wordt vergeten dat deze nieuwe technologieën hun eigen grondstoffen nodig hebben. Bij redding van het klimaat blijven kolen, olie en gas ondergronds, maar tegelijkertijd wordt de aardkorst nog veel harder dan nu afgegraven naar mineralen. En dat blijft niet zonder gevolgen.
Lithium
De vraag neemt het sterkst toe naar grondstoffen voor oplaadbare batterijen, zo blijkt uit onderzoek van de Wereldbank. De instantie onderzocht wat er gebeurt met de behoefte aan mineralen in een scenario waarbij de doelen van het klimaatakkoord van Parijs worden gehaald. Dan wordt de opwarming van de aarde beperkt tot ruim onder de 2 graden Celsius.
De vraag naar grafiet en lithium, bedoeld voor lithium-ionbatterijen, schiet met bijna 500% omhoog in 2050, zo blijkt uit het onderzoek. De productie van kobalt, een andere cruciale grondstof voor oplaadbare batterijen, moet dan 460% hoger liggen dan in 2018 om aan de vraag te voldoen.
2050 lijkt misschien ver weg, maar de problemen beginnen nu al. De markten voor lithium en kobalt waren de afgelopen jaren het toneel van enorme prijsschommelingen. De prijzen schoten door het dak, om net zo snel weer in elkaar te klappen.
Varkenscyclus
'Van veel metalen die nodig zijn voor de energietransitie is er wel genoeg van aanwezig in de aardkorst. De kunst is ze er op tijd uit te halen om aan de vraag te voldoen', zegt Casper Burgering, grondstoffenanalist bij ABN Amro. 'Een mijn opstarten kost heel veel tijd. Als ondertussen de omstandigheden veranderen, sluiten vraag en aanbod niet meer op elkaar aan.'
Veel delfstoffen vallen daarom ten prooi aan een typische varkenscyclus. Bij veel vraag en hoge prijzen starten er heel veel mijnbouwprojecten op. Als al die nieuwe mijnen eenmaal operationeel zijn, blijkt het aanbod veel te groot en storten de prijzen in. Bij lage prijzen wordt niet geïnvesteerd in nieuwe mijnen en begint de cyclus van voren af aan.
De verwachte stijging van de vraag is dus het grootst bij de grondstoffen voor oplaadbare batterijen, maar ook voor zonnepanelen en windmolens moeten de graafmachines aan het werk. Behalve zeldzame aardmetalen is er, volgens Burgering, ook een belangrijke rol weggelegd voor twee metalen die de meeste mensen zullen kennen: koper en aluminium.
Aluminium en koper
'Aluminium wordt gebruikt voor de frames van zonnepanelen, maar heeft een waaier aan andere toepassingen. Het is licht en heeft nog één belangrijk voordeel: het is heel goed te recyclen', zegt Burgering. Anders dan bij bijvoorbeeld kobalt of lithium zijn de volumes bij aluminium al hoog, waardoor de procentuele stijging 'slechts' 9% is. Dat is dan wel bijna 5600 kiloton extra vraag naar aluminium, die dus deels kan worden opgevangen met recycling.
Ook koper wordt als cruciaal gezien voor de energietransitie, omdat dit metaal zo'n beetje overal voor wordt gebruikt. Ook hier geldt dat de percentuele stijging niet zo groot is, maar de volumes wel.
Kobalt in Congo
Kobalt en lithium kwamen de laatste jaren niet alleen in het nieuws vanwege de spectaculaire prijsstijgingen, maar vooral kobalt ook vanwege mensenrechtenschendingen. Door een geologische speling van het lot is het makkelijkst te winnen kobalt te vinden in de Democratische Republiek Congo, een van de armste en instabielste landen ter wereld.
In Congo wordt een gedeelte van het kobalt met de hand gedolven, in amateuristisch aangelegde mijnen die regelmatig instorten. Ook zeer jonge kinderen zijn soms betrokken bij de winning van kobalt in Congo. De grote, door Chinese en westerse bedrijven gerunde mijnen gebruiken machines en daar is het aantal ongelukken veel lager. Maar deze vorm van mijnbouw levert weer enorme milieuschade op. De sector wordt bovendien geplaagd door corruptieschandalen.
Schandalen
Het Congolese voorbeeld is behoorlijk extreem, maar staat niet op zichzelf. Bij de winning van lithium zijn er conflicten met de lokale bevolking over het gebruik van water. Begin deze maand nog kwam het Brits-Australische mijnbouwbedrijf Rio Tinto in opspraak wegens het per ongeluk opblazen van 46.000 jaar oud Aboriginal-erfgoed. De gang van zaken is op veel plekken op de aardbol min of meer hetzelfde: grote schade en de lokale, vaak inheemse bevolking houdt bitter weinig over aan de mijnbouwactiviteiten.
'Dit soort schandalen verkleint het draagvlak voor de energietransitie', zegt Benjamin Sprecher van de Universiteit Leiden. 'Maar simpelweg doorgaan met het verbranden van fossiele brandstoffen is zeker geen alternatief. Ook de winning van fossiele brandstoffen, zoals bijvoorbeeld aardolie, gaat vaak gepaard met enorme schade aan lokale ecosystemen en schendingen van de mensenrechten.'
Amnesty International
Mark Dummett, onderzoeker bij mensenrechtenorganisatie Amnesty International, is het daarmee eens. 'De energietransitie is essentieel en moet echt doorgang vinden. Tegelijkertijd is dit een unieke kans om het beter te doen. Wij voeren al decennia campagne in Nigeria, waarbij we Shell ertoe proberen te bewegen de milieuvervuiling door de oliewinning op te ruimen. Shell produceert daar al olie sinds het einde van de jaren vijftig. Stel je eens voor dat het vanaf het begin af aan wel goed was gegaan.'
Volgens industrieel ecoloog Sprecher is minimaliseren van de milieuschade bij grootschalige mijnbouw wel degelijk mogelijk. 'Als je gaat graven haal je een heleboel lagen aarde weg. Gooi die niet op één hoop, maar leg die na afloop weer netjes in volgorde terug. Dat hoeft niet heel veel duurder te zijn, maar scheelt wel enorm als een ecosysteem zich later probeert te herstellen'.
Verantwoord kobalt
De mensenrechten zijn een nog hardnekkiger probleem. In Congo zijn bijvoorbeeld projecten gestart om het met de hand delven van kobalt op een veiligere manier te doen. Een aantal van die projecten is onlangs stopgezet, uit angst voor schadeclaims. Zo zijn in de Verenigde Staten een aantal grote bedrijven die kobalt gebruiken voor hun batterijen voor de rechter gesleept, omdat ze niet hard zouden kunnen maken dat er geen mensenrechten zijn geschonden bij het delven van de grondstof.
Een slechte zaak, vindt Dummett van Amnesty. 'Boycotten is niet de oplossing, proberen om de arbeidsomstandigheden te verbeteren en de winsten eerlijker te verdelen wel.' Benjamin Sprecher sluit zich daarbij aan.
'Uiteindelijk moeten overheden en consumenten in landen die de meeste grondstoffen gebruiken, eisen stellen aan de manier waarop die grondstoffen worden gewonnen. En misschien moeten we ons realiseren dat de negatieve effecten voor mens en milieu nooit helemaal uit te bannen zijn. Dan helpt het om ook een stapje terug te doen. Vervang bijvoorbeeld niet alleen auto's op benzine door elektrische varianten, maar zorg voor minder auto's.'
Correctie: in een eerdere versie van dit artikel stond dat er naar verwachting voor 5600 ton aan extra vraag naar aluminium zou ontstaan. Dat moet 5600 kiloton zijn.