De poging van de Chinese Communistische Partij om de landbouw eind jaren 50 te collectiviseren mislukte grandioos. China’s landbouwareaal bestaat nu grotendeels uit kleine lapjes grond. Maar China’s opbrengst is bepaald niet verwaarloosbaar. Integendeel, het is de landbouw die het land welvaart bracht.
Boeren planten rijst in Haian, Jiangsu. Er zijn soms zelfs bedrijven in China die zich aanpassen aan de oogstperioden zodat werknemers vrijaf kunnen nemen om hun land te bewerken.Foto: AFP
In het kort
Anders dan Nederland bestaat China's landbouwsector uit kleine landbouwbedrijven.
Dat is een reactie op de mislukte collectivisatie tijdens de Grote Sprong Voorwaarts.
Desondanks hebben Chinese boeren met klassieke technieken hun oogst in decennia enorm verhoogd.
De 40-jarige Chen Qi is chauffeur in de provincie Sichuan. Toch zit hij niet het hele jaar in de auto. Zo’n dertig dagen per jaar zit hij op de tractor of op zijn hurken om samen met zijn moeder het kleine stukje grond te bewerken dat ze bezitten. ‘We planten rijst in maart, zoete aardappel en mais in juni en rijden mest uit in juli’, vertelt Chen. ’In augustus oogsten we pinda’s en in oktober de aardappelen.’
De opbrengst is niet heel hoog, misschien 10.000 kuai ((een ander woord voor yuan of renminbi, omgerekend €1300) per jaar. ‘We kunnen niet leven van onze grond, maar we kunnen er zelf van eten en wat overblijft, verkopen we op de markt. Bovendien is mijn moeder gewend dit te doen.’
Chen en zijn moeder zijn niet de enige. Sterker, in China is het helemaal niet raar dat je naast de kantoorbaan ook nog werkt als boer. Gechargeerd kun je betogen dat China’s landbouweconomie op enkele megastallen na, bestaat uit parttimeboeren, zegt Jan Douwe van der Ploeg, emeritus hoogleraar rurale sociologie van Wageningen Universiteit. ’Men boert niet wegens armoede, maar het is inherent aan hun manier van leven. Menigeen herinnert zich ook nog de hongersnood van vroeger.’
De Chinese landbouw steunt zwaar op arbeid: 23% van de bevolking is boer, 98% van de boeren betreft familiebedrijven, die gemiddeld minder dan een hectare hebben. Ter vergelijking: de gemiddelde boer in Nederland heeft meer dan 33 hectare.
Hongersnood
Dat China nog steeds een landbouwsector heeft van kleine boeren, is een overblijfsel van de Grote Sprong Voorwaarts eind jaren 50. De communistische leider en oprichter van de Volksrepubliek Mao Zedong wilde een snelle transitie forceren van een agrarische naar een industriële samenleving. Om die reden werd alle landbouwgrond gecollectiviseerd naar het voorbeeld van de Sovjet-Unie. Privébezit werd afgeschaft, boeren moesten gedwongen werken in volkscommunes.
De gevolgen van de drie jaar durende campagne waren desastreus. De landbouwoogsten daalden dramatisch, soms wel met 70%. Er ontstonden grote voedseltekorten. Naar schatting kwamen tussen de 18 en 45 miljoen Chinezen tijdens de campagne om van de honger, uitputting of executies. ‘In feite werd alle stimulans weggehaald’, zegt Nico Heerink, hoogleraar agrarische- en ontwikkelingseconomie aan de Wageningen Universiteit en de landbouwuniversiteit in Nanjing. ‘Er was geen verband meer tussen waar mensen voor werkten en wat ze overhielden.’
Na Mao’s dood in 1976 werd een landhervorming doorgevoerd en kreeg elke inwoner van China weer een stukje grond om te bewerken. De grond bleef in handen van het dorp, maar het gebruiksrecht was wel van de boer. ‘Van het ene op het andere jaar had China een recordopbrengst aan graan’, vertelt hoogleraar economie Peter Ho, die in Peking werkt aan een onderzoek naar grondbeleid.
Volkscommunes werden ontmanteld en er ontstonden plattelandsbedrijfjes voor de verwerking van de opbrengst, die ook vraag genereerden naar producten en toeleveranciers. Gaandeweg kwamen er fabrieken bij. Het waren aanvankelijk simpele industrietjes, maar ze vormden de crux waarop China’s economische omwenteling kon plaatsvinden’, legt Ho uit. ‘Iedereen denkt vandaag de dag aan Alibaba en Huawei als China’s succesverhalen, maar het is de plattelandseconomie die in de jaren 90 en de jaren 10 van deze eeuw China’s economische groei heeft gestuwd. Er waren jaren dat een kwart van het bbp van het platteland kwam.’
Ommezwaai
Volkscommunes werden ontmanteld en er ontstonden plattelandsbedrijfjes
Daarbovenop kwam in die periode ook nog een voedsel- en consumptierevolutie. China ging in 2004 minimumprijzen voor rijst, tarwe en mais hanteren. Heerink: ‘Boeren stapten over op andere gewassen. Het dieet van Chinezen breidde zich uit met vlees, vis, eieren en zuivel.’ Ook investeerde het land fors in verbetering van infrastructuur.
Dorp in de zuidelijke autonome regio Guangxi. Maar een relatief klein deel van China, een zesde, is geschikt voor landbouw; grote delen bestaan uit bergen en woestijn.Foto: Xinhua/Eyevine
Zelfvoorzienend
China is voor de belangrijkste voedselgewassen inmiddels grotendeels zelfvoorzienend. Alleen voor de import van soja, bestemd als veevoer, is het afhankelijk van het buitenland. Soja vereist veel vierkante kilometers. Het land heeft minder dan 10% van alle landbouwgrond in de wereld, maar het produceert maar liefst 20% van al het voedsel in de wereld. Toch is het beeld in Nederland dat China niet zo succesvol is op landbouwgebied. Bij economische missies naar China oreren bewindslieden niet zelden dat China zoveel van Nederland kan leren op landbouwgebied.
Van der Ploeg, die sinds 2008 ook een aanstelling heeft als hoogleraar aan de Chinese Agricultural University in Peking, kan een lachje niet onderdrukken als dit aan de orde komt. ‘Ik heb in China heel wat Nederlandse delegaties zien langskomen, die tegen de Chinezen zeiden dat ze dit zus en zo moesten doen. Dan reageerde men steevast vriendelijk, maar er werd nooit gevolg aan gegeven.’
Uit cijfers van onderzoeksbureau Datenna blijkt dat Chinese bedrijven de afgelopen tien jaar zo’n 31 overnames deden in de Europese voedsel en landbouwsector, niet een enorm groot aantal. Slechts twee daarvan betroffen Nederlandse bedrijven: Ekompany en Nidera. De hoeveelheid onderzoeksgeld naar landbouwuniversiteiten is ondertussen verdubbeld, naar 167 miljoen yuan in 2019.
Volgens Van der Ploeg is dit stereotiepe beeld ontstaan omdat Nederland de afgelopen vijftig jaar een diametraal andere ontwikkeling heeft doorgemaakt. ‘Onze landbouw en die in Europa is er een van schaalvergroting en mechanisering. Terwijl China zijn productiviteit liet groeien met relatief simpele hulpmiddelen en via klassieke veredeling.’
Zo wist de in mei overleden landbouwwetenschapper Yuan Longpin, die in China geldt als volksheld, in de jaren 70 een ‘hybride’ rijstsoort te ontwikkelen. Die leidde tot hogere oogsten en is later ook succesvol geïntroduceerd in andere Zuidoost-Aziatische landen. De Chinese landbouwwetenschapper aan Renmin University Philip Huang wijst er in zijn onderzoek ook op dat er in China sprake is van onderrapportage. De opbrengst van kleine boeren die vooral voor zichzelf produceren of informeel verkopen, komt niet allemaal terecht in de nationale statistieken.
Pensioen
Op een dieper niveau is er een verschil in visie, legt Van der Ploeg uit. ‘China neemt het platteland zoals het is en ontwikkelt van daaruit. In het Westen vinden we dat de sector gemoderniseerd moet worden met technologie en andere organisatorische modellen. Het gevolg is dat wij in Nederland denken dat China achterloopt. Het wil er niet in bij ons dat China een ander spoor bewandelt.’
‘China neemt het platteland zoals het is en ontwikkelt van daaruit. In het Westen vinden we dat de sector gemoderniseerd moet worden met technologie en andere organisatorische modellen.’
Jan Douwe van der Ploeg, emeritus hoogleraar rurale sociologie van Wageningen Universiteit, hoogleraar Agricultural University in Peking
Toch zijn er Chinese beleidsmakers die de gefragmenteerde landbouw inefficiënt vinden. De centrale overheid heeft afgelopen de twintig jaar wel geprobeerd om onder meer via ruilverkaveling aan schaalvergroting te doen met wisselend succes. Op lokaal niveau heeft dit vaak geleid tot conflicten over compensatie. Grond is in China voor boeren ook deel van hun pensioen omdat zij het gebruiksrecht op de grond kunnen verpachten of terugverkopen aan de overheid. ‘Zelfs als iemand verhuist naar de stad, of zijn baan verliest, kan degene altijd terugvallen op zijn stukje land’, zegt China-expert Ho. ’Mensen geven dat niet snel op.'
Dat wil niet zeggen dat de tijd stilstaat op het Chinese platteland. Boeren gebruiken drones om hun gewassen te besproeien, gps om hun vee in de gaten te houden en de rechtstreekse verkoop van boerenproducten via livestreaming is tijdens de pandemie afgelopen jaar in China geëxplodeerd. Ook agrotoerisme, denk aan Keukenhof-achtige pretparken, neemt een vlucht. Samenwerkende boeren in een coöperatie verkopen soms gezamenlijk hun grond aan een projectontwikkelaar en krijgen dan een aandeel in vastgoed of ze zetten er zelf een hotel op en bestieren dat als oudedagsvoorziening.
Technieken
Boeren gebruiken drones om hun gewassen te besproeien en gps om hun vee in de gaten te houden
Ook meldde het FD recent dat China sinds 2019 de meeste crispr-cas-patenten deponeert ter wereld. De techniek waarbij een stukje specifiek dna vervangen kan worden door ander erfelijk materiaal, geldt vooral bij plantenveredeling als veelbelovend. Chinezen zijn nu eenmaal enorm leergierig vertelt Van der Ploeg. ‘Dus ze willen alles uitproberen, ook crispr-cas. Maar ze zitten niet verlegen om die technieken. Ze hebben al een indrukwekkende schatkist aan ervaring.’