DIT ARTIKEL WORDT U AANGEBODEN DOOR ENECO GROEP
6 versnellers om een klimaatcrisis te voorkomen
Het nieuwe kabinet staat straks voor een enorme uitdaging: de doelstellingen van het klimaatakkoord halen. Toch zijn er mogelijkheden om dit voor elkaar te krijgen.
Kostbare energietransitie-jaren gingen de voorbije decennia verloren. Maar achter de donkere wolken gloren lichtpunten. Zes versnellers die het nieuwe kabinet gaan helpen en een klimaatcrisis kunnen voorkomen:
1 - De overheid: “bindende normen en prijsprikkels werken”
“De allerbelangrijkste versneller van de energietransitie is de Rijksoverheid”, zegt Ron Wit, directeur Strategie en Public Affairs van Eneco Groep. “Zij moet kaders stellen met beleid die zorgen voor langjarige investeringszekerheid voor de opschaling van schone technologieën. De markt heeft dat nodig.”
Een klimaatwet kan het huidige kabinet en toekomstige kabinetten binden aan het behalen van klimaatdoelstellingen”, schreef Tara Janssen, econoom bij RaboResearch, recentelijk. “Daardoor staat een groot probleem dat niet urgent lijkt toch elk jaar op de beleidsagenda. Het draagt ook bij aan het voorkomen van zwabberbeleid, dat huishoudens en bedrijven steeds confronteert met veranderende doelstellingen die investeringen in verduurzaming moeilijker maken.”
Groter geheel
“Voor het nieuwe kabinet ligt er nu de urgentie om de energietransitie te versnellen”, zegt Wit. “We hebben het klimaatakkoord van Parijs ondertekend, maar het leeft onvoldoende. Daarom moeten we ons richten op aanpak die mensen en bedrijven inspireert, verbindt en mobiliseert. We moeten klimaatbeleid niet langer geïsoleerd beschouwen, maar als onderdeel van een groter geheel. Dat kan met programma’s die als doel hebben om sectoren tegelijkertijd klimaatneutraal én economisch succesvol te maken. Sectorprogramma’s zijn bijvoorbeeld: klimaatneutrale en meest concurrende staalsector, 100% verkoop zero-emissie auto’s in 2030, waterstofeconomie, CO2-vrije, maar betaalbare elektriciteit et cetera.”
Volgens Olof van der Gaag, directeur van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), is een van de uitdagingen “hoe we van onze CO2 afkomen.” Hij heeft er een simpele oplossing voor: “door CO2 consequent hoger te belasten. Veertig jaar milieubeleid heeft geleerd dat bindende normen werken, en vrijblijvendheid niet. Woningen, kantoren, de industrie; ze hebben dit nodig.”
‘Wij willen graag duidelijkheid, een klimaatwet met concrete doelen en beleid’
Wit: “Eneco Groep is, samen met Shell, Siemens, Havenbedrijf Rotterdam en Van Oord, een van de initiatiefnemers van de transitiecoalitie. Een deel van het bedrijfsleven heeftzich hierin verenigd om de energietransitie te versnellen en doelen van Parijs te halen. Wij willen graag een voorspelbaar investeringskader, een klimaatwet met concrete doelen en bijbehorend beleid. Daarmee maken we de energietransitie voor bedrijven en burgers ook makkelijker. Ik stap nu niet zo snel over op duurzame alternatieven zoals een warmtepomp als de hr-ketel op aardgas zo goedkoop blijft. Maar wel als het fiscale systeem wordt aangepakt en de belasting op fossiel aardgas omhoog gaat en op duurzame elektriciteit omlaag.”
2 - Spectaculaire kostendalingen: “De duurzame keuze wordt de voordeligste keuze”
Van der Gaag ziet nog een cruciale versneller van de energietransitie waaruit hij vertrouwen put: “De razendsnelle en spectaculaire kostendalingen in zonne- en windenergie. Ik heb alle reden om aan te nemen dat deze trend doorzet. Het gaat namelijk vaak zo. Een nieuw product op de markt is eerst duur, maar wordt steeds goedkoper. Met de dvd-speler en batterijen was dat ook zo. Spectaculaire kostendalingen brengen processen in een stroomversnelling. Dat zorgt bij mij voor optimisme dat het goed komt met de energietransitie. De duurzame keuze wordt de voordeligste.”
Ook Wit meent dat er “veel goede dingen gebeuren. Er zijn overal ontwikkelingen: wind op zee ligt volledig op schema, zonnepanelen zorgen voor een versnelling, we hebben zeer zuinige warmtepompen en door snelle innovaties in elektrische mobiliteit zijn we op dat gebied na Noorwegen de beste van Europa. De energietransitie is ook goed voor de economie. Duurzaamheid is een groeimarkt en levert banen op.”
3 - De burger: “Maar dan de buren ook, hè”
Ongeveer de helft van de Nederlandse bevolking wil dat Nederland sneller dan nu het gebruik van fossiele brandstoffen vermindert, aldus het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Omdat fossiele brandstoffen opraken én omdat ze niet afhankelijk willen zijn van onbetrouwbare landen.
TNO: ontwikkelingen verlopen totaal anders
Hoewel Nederland de duurzame ambities nog niet waarmaakt, kan dat volgens TNO de komende jaren weleens snel veranderen. “In de energiesector is het gebruikelijk om de toekomst te voorspellen op basis van het verleden. Dat kan niet meer. De afgelopen zeven jaar zagen we dat de technische en sociale ontwikkelingen geheel anders verliepen dan gedacht. De prijzen van wind- en zonne-energie dalen spectaculair. Datzelfde geldt voor de prijs van batterijen. Niemand had dat voorzien.” Dit schreven Lucia van Geuns, energiedeskundige bij TNO, en Annelies Huygen, senior-onderzoeker bij TNO en bijzonder hoogleraar ‘Ordening van de Energiemarkt’ bij de Universiteit van Amsterdam.
“Een relatief kleine groep consumenten investeerde €5.000 in zonnepanelen”, vertelt Van der Gaag. “Daardoor draaien inmiddels een half miljoen huishoudens op zonne-energie. In Nederland zijn volgens de meest recente cijfers nu 1.587 aanbieders van zonnepanelen. Dat is, vooral dankzij huiseigenaren, een serieuze business geworden in ons land.”
Graag de regie
“Steeds meer mensen zijn zich ervan bewust dat ze zelf energie kunnen opwekken, opslaan en delen”, zegt Wit. “Ze willen die regie graag en die krijgen ze ook.” Toch is er volgens hem nog een wereld te winnen. “Ruwweg 80% van de burgers vindt goedkope stroom nog steeds belangrijker dan groene stroom. Aan de andere kant zijn veel mensen echt wel bereid om meer te doen op dit gebied. Of het nou biologisch eten is of zonnepanelen aanschaffen. Maar dan de buren ook, hè. Met andere woorden: ze willen dit samen doen.”
“Enquêtes wijzen uit dat mensen duurzame keuzes willen maken als de overheid dit facilteert met beleid en iedereen mee laat doen”, gaat Wit verder. “Dan lukt het ook. Kijk naar het energieverbuik van koelkasten, vriezers, televisies; die werden de afgelopen jaren vele malen zuiniger. Dat komt door de Europese energienormen. De apparaten zijn weliswaar iets duurder, maar dat verdien je snel terug door lagere energiekosten. En omdat fabrikanten van apparaten van buiten Europa, zoals China, ook aan deze energienormen moeten voldoen, ontstaat er geen concurrentienadeel voor Europese bedrijven.”
‘Als de consument aan het touw gaat trekken, komt er een versnelling’
“Met koelkasten en tv’s ging die overgang rimpelloos”, vult Van der Gaag aan. “Fabrikanten fixten dat ‘gewoon’. Als de consument aan het touw gaat trekken, komt er een versnelling. Wij staan er nu tegenaan te duwen, maar het moet andersom. Wij moeten die consumentenvraag versterken met onweerstaanbaar leuke producten zoals zonnepanelen.”
4 - Initiatief en strategische partnerships: meters maken
De afgelopen jaren besloten meerdere bedrijven en organisaties om zelf de energietransitie te versnellen door partnerships aan te gaan. Zo rijden alle treinen van Nederlandse Spoorwegen sinds dit jaar op 100% windstroom dankzij een samenwerking met Eneco. Doordat bedrijven zoals Schiphol, Google en de NS een langjarig partnership met Eneco Groep afsluiten krijgt het energiebedrijf meer zekerheid om te investeren in nog meer nieuwe windparken en innovaties.
‘Samenwerken is cruciaal om de energietransitie te versnellen en te laten slagen’
Geen bomenknuffelaars
“Het bedrijfsleven gaat duurzaamheid als core business zien”, zegt Van der Gaag. “NS, Google en AKZO Nobel pakken dit thema zelf op. Dit zijn geen bomenknuffelaars. Dit zijn partijen die het belang inzien en meters willen maken.”
Samenwerken kan ook op andere fronten. Zo viel afgelopen zomer de term ‘Nederlands New York’. Hij kwam uit de koker van de burgemeester van Amsterdam, Eberhard van der Laan, tijdens een memorabele uitzending van VPRO’s Zomergasten. De Utrechtse burgemeester Jan van Zanen noemde de term van Van der Laan in het AD “een mooibedachte metafoor” voor de steeds intensievere samenwerking van G4 om de Randstad verder te ontwikkelen.
Meer met z’n allen
De burgemeesters van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht brachten begin dit jaar gezamenlijk de groei van de Randstad onder de aandacht bij het kabinet. Hierbij zijn verdichting, bereikbaarheid en de energietransitie erg belangrijk. “De grote steden weten dat van hen een grote bijdrage verwacht wordt als het gaat om de energietransitie”, vertelde Van Zanen in een interview met gebiedsontwikkeling.nu. “De gemeenten kunnen onder meer helpen door aardgasloze verwarming van de gebouwde omgeving te stimuleren. Als stad hebben we hier geld voor vrijgemaakt, maar het is een grote opgave waarvoor we ook hulp van de provincies, het Rijk, Europa en private partijen nodig hebben.”
Havenbedrijf Amsterdam en Eneco Groep partners in windenergie
Havenbedrijf Amsterdam en Eneco Groep werken sinds dit jaar samen op het gebied van windenergie. Havenbedrijf Amsterdam nam een belang van 50 procent in het bestaande windmolenpark Afrikahaven in het Westelijk Havengebied. Beide bedrijven willen de opgewekte groene stroom leveren aan lokale bedrijven en huishoudens. Drie vragen aan Koen Overtoom, CEO Havenbedrijf Amsterdam.
Met welke ambitie zocht Havenbedrijf Amsterdam de samenwerking met Eneco? Overtoom: “Havenbedrijf Amsterdam wil graag een toekomstbestendige haven zijn. We willen de bedrijven in het gebied lokale, duurzame energie bieden tegen lage kosten om zo de concurrentiepositie van het Amsterdamse havengebied te versterken. Eneco begrijpt de dynamiek van gebiedsontwikkeling en de samenwerking met veel verschillende stakeholders. Daarbij zijn ze één van de voorlopers in de energietransitie en investeren zij flink in innovaties die dit mogelijk maken.”
Hoe versnelt Havenbedrijf Amsterdam de energietransitie?
“We investeren in meer duurzame energieproductie in de haven én hebben oog voor het verbruik. Door vraag en aanbod naar duurzame energie goed op elkaar af te stemmen beperken we de maatschappelijke kosten voor de energietransitie. Om ons voor te bereiden op te toekomst kijken we naar de nodige netverzwaring én naar slimme software om de pieken in opwek en verbruik op te vangen. Als iedereen tegelijkertijd zijn elektrische auto oplaadt, dan kan het elektriciteitsnet dit niet aan. Vergelijkbaar met als je thuis vijf waterkokers tegelijkertijd aanzet. Dat gaat in de haven ook op. De haven kan daarmee als buffer en batterij voor de regio fungeren.”
Welke versnellers van de energietransitie signaleert u nog meer?
“Industriegebieden als de Amsterdamse haven en het Noordzeekanaal-gebied spelen een belangrijke rol in het verduurzamen van Nederland. Behalve meer duurzame opwek moet de overheid speciaal beleid formuleren ten opzichte van landelijk of stedelijk gebied. Daarnaast biedt de digitale revolutie uitdagingen, maar zeker ook kansen om de energietransitie beter en sneller in te passen. Opwek en verbruik wordt real-time beschikbaar en kan met slimme algoritmes direct op elkaar worden afgestemd. We vragen alle betrokken partijen in het havengebied open te staan voor de innovaties die dit mogelijk maken.”
5 - Innovatie: “als je de norm stelt, gaat de industrie massaal innoveren”
Een innovatief klimaat is cruciaal voor het versnellen en slagen van de energietransitie, stelt TNO. “Omdat er zoveel nieuwe ontwikkelingen komen, is de energietransitie een stap-voor-stap proces. Iedere keer moet de beste keuze gemaakt worden uit de opties van dat moment. Dat betekent ook dat je geen transitiepaden moet vaststellen die langer zijn dan 15 jaar. Zo verklein je het risico op lock ins, een situatie waarbij er gaandeweg betere technologieën opkomen die vervolgens niet gebruikt kunnen worden omdat alles vooraf al is dichtgetimmerd.”
”De enige grote speler die weerstand bood en het goede voorbeeld geeft” - Marc Chavannes, De Correspondent
Ook Wit benadrukt het belang van innovatie. “Als Europa de CO2-norm voor nieuwe personenauto’s op nul zet vanaf 2030, benadeelt dat ons leven niet. Alle kleuren en modellen auto’s die nu in showrooms staan, staan er over 10 jaar ook. Alleen lopen ze dan natuurlijk niet meer op fossiele brandstof. Als je de norm stelt, dan gaat de industrie massaal innoveren omdat ze weten dat de markt er dan om vraagt. Deze aanpak kent grote voordelen. Zo zijn de totale kosten (aanschaf, brandstof en onderhoud) van elektrische auto’s kort na 2020 lager dan van benzine en dieselauto’s. De import van olie uit verre landen kan sterk afnemen en het leefklimaat van steden verbetert drastisch. En de keuze voor de consument blijft enorm. Kortom: het halen van ambitieuze klimaatdoelen hoeft niet tot pijnlijke leefstijlaanpassingen te leiden, mits slim en voorspelbaar beleid wordt gevoerd.”
6 - Wind op zee-aanpak: wederkerige prestatie-afspraken werken
De wind op zee-aanpak is misschien wel het beste voorbeeld van een energietransitieversneller, zeggen Van der Gaag en Wit. In het SER Energieakkoord is afgesproken dat in 2023 16% van de energievoorziening uit duurzame energiebronnen komt. Windenergie op zee is hierbij onmisbaar. In het programma Windenergie op zee werkt de overheid samen met de sector aan realisatie van deze opgave op de Noordzee.
‘De wind op zee-aanpak kun je zo kopiëren naar andere sectoren’
De belangrijkste succesfactor is dat zowel de overheid als de sector prestaties afspreken en moeten leveren. De wederkerige prestatie-afspraken houden enerzijds in dat de overheid toezegt een capaciteit van 3.500 MW wind op zee te realiseren. Anderzijds zegt de sector toe 40% kostenbesparingen te leveren. Van der Gaag: “Bij wind op zee heeft de overheid kant en klare vergunningen getenderd voor forse parken. De kosten zijn in enkele jaren gehalveerd, miljarden euro’s subsidie blijven over.”
Wit: “De wind op zee-aanpak kun je zo kopiëren naar programma’s voor andere sectoren waarbij het belangrijk is dat je naast de wederzijdse prestatieafspraken dezelfde succesfactoren toepast, zoals de regierol van de overheid en beleid gericht op een pijplijn van projecten. Deze combinatie van klimaat- en modern industriebeleid leidt totklimaatneutrale sectoren met een leidende positie op groene groeimarkten.”
Vergunning zoekt project
“Overheden en bedrijven kunnen hun inkoopmacht nog meer benutten door duurzaam in te kopen”, zegt Van der Gaag. “Grootschalige vergunningen helpen zeer om onbedoelde bureaucratie en versnippering te voorkomen. In Noord-Brabant en Limburg komen 1.250 elektrische laadpalen zonder dat de subsidie is gebruikt. En Rotterdam wil enkele hectares beschikbaar stellen voor zonneparken. Zo stappen we over van ‘project zoekt vergunning’ naar ‘vergunning zoekt project’ om schaal te maken en kosten te verlagen.”
En dan moet het volgens Van der Gaag niet stilvallen in Den Haag. “Want dan gaan er strepen door investeringen. Daarom is het zo belangrijk dat bedrijven vertrouwen blijven houden in de politiek. Hopelijk ligt er snel een regeerakkoord en hebben we straks met VVD, CDA, D66 en ChristenUnie vier versnellers van de energietransitie erbij.”
Over deze advertorial
In deze advertorial is Eneco Groep aan het woord. De redactie van Het Financieele Dagblad draagt voor de inhoud van deze pagina geen verantwoordelijkheid.KOPLOPER IN DE ENERGIETRANSITIE
Eneco Groep is een groep van bedrijven die actief is in de energiesector. Gedreven door haar missie - duurzame energie van iedereen - is deze groep bedrijven koploper in duurzaamheid en innovatie. Eneco Groep biedt nationaal en internationaal toegevoegde waarde aan consumenten en bedrijven met slimme producten en diensten. En levert een maatschappelijke en economische bijdrage door het opwekken en leveren van groene energie.
Meer weten? enecogroep.nl