De redactie van Het Financieele Dagblad draagt voor deze inhoud geen verantwoordelijkheid.
Kunnen we aardgas vervangen door offshore windenergie?
De energietransitie heeft haast. Sinds de oorlog in Oekraïne weten we zeker: we moeten nu snel af van olie en gas. Offshore wind is het meest veelbelovende alternatief. Maar kan windenergie van zee aardgas vollédig vervangen? En wat is daarvoor nodig? ‘Er moet een OMT komen voor energietransitie, met een geïntegreerd meerjarenplan.’
Julius Smith (Ørsted), Nienke Homan (Impact Hydrogen) en Jan Rotmans (Erasmus Universiteit).
Het is een ongemakkelijke waarheid: we zijn in Nederland verslaafd aan aardgas. Meer dan zestig jaar heeft fossiel gas ons enorme welvaart en mogelijkheden gebracht. Voor het opwekken van elektriciteit, het stoken van industriële processen, als grondstof voor producten zoals kunstmest én voor het verwarmen van onze huizen. Aardgas is een grondstof en brandstof voor industriële processen, denk aan kunstmest, maar ook bakstenen en natuurlijk elektriciteitsproductie. “Slochteren” was zes decennia lang de backbone van ons energiesysteem én een stevige bodem onder de staatsbegroting dankzij miljardeninkomsten. Overschakelen wordt afkicken, en dat doet pijn. Maar de noodzaak is er, de argumenten onweerlegbaar: aardbevingen in Groningen, droogte, hitte en overstromingen. Na pakweg 65 jaar is het mooi geweest: aardgas moet met pensioen.
Grote zorgen
Dat vindt ook Jan Rotmans, professor Duurzame Transities aan de Erasmus Universiteit. ‘Maar aardgas één-op-één vervangen door offshore windenergie gaat niet’, stelt hij. Rotmans maakt zich grote zorgen. ‘De transitie gaat te langzaam. Het plannen en bouwen van een windpark op de Noordzee duurt nu gemiddeld zo’n zeven tot acht jaar. Dan zit je al na 2030. Reken maar uit als je er acht of tien wilt bouwen…’
De uitdaging is enorm, erkent Rotmans. ‘Zeker voor Nederland, want alles is hier intensief: bevolkingsdichtheid, planologie, bedrijvigheid… En iedereen moet mee, van het kleinste huishouden tot de zwaarste industrie. Maar om Tata Steel te elektrificeren heb je misschien wel vijf hele windmolenparken nodig en voor de Rotterdamse havens al snel tien. De ruimte hebben we niet eens. Windenergie kan maar voor een deel van de totale energiebehoefte soelaas bieden, zeker als we vijf tot tien keer de elektriciteit gaan gebruiken van nu. Dan is wind op zee belangrijk, maar moet je nog veel meer doen, met veel meer nadruk op energieopslag. En de geopolitieke component wordt steeds belangrijker: inzetten op groene waterstof vergt heel veel windenergie op zee, en in N-W Europa kan dat maar beperkt worden opgewekt, dus als we niet oppassen worden we daarvoor afhankelijk van ‘woestijnlanden’ zoals Libië, Tunesië, Marokko, het Midden-Oosten en Qatar. Alles draait dus om integrale oplossingen, er is geen quick fix; je moet parallelle lijnen ontwikkelen. Zon en wind zijn de pijlers, aangevuld met groene waterstof, groengas, biogas, aquathermie, geothermie en warmtenetten. En dat allemaal in één integraal systeem dat voortdurend vraag en aanbod balanceert.’
‘Zon en wind zijn de pijlers, aangevuld met andere duurzame energiebronnen in één integraal systeem dat voortdurend vraag en aanbod balanceert’
Jan Rotmans, professor Duurzame Transities aan de Erasmus Universiteit
Goede alternatieven
Wind op zee speelt straks de hoofdrol in onze energievoorziening, verwacht Julius Smith. Smith is hoofd business development Nederland en België bij de Deense offshore windspecialist Ørsted. ‘Wind op zee kan vanaf het jaar 2040 ongeveer vijftig procent van de Nederlandse energiebehoefte invullen. En energie is veel meer dan elektriciteit, die vijftig procent energie is zo’n driehonderd procent van de elektriciteit die we nu verbruiken. Nu gebruiken we in Nederland nog zo’n 40 miljard kuub aardgas per jaar, naast kolen en olie. Met die fossiele grondstoffen wekken we nu vooral stroom op. Daarnaast gebruiken we het ze als brandstof en grondstof voor de industrie en chemie en we verwarmen er onze huizen en kantoren mee. Voor al die drie toepassingen zijn echter prima duurzame alternatieven; wind, zon én opslag voor het opwekken van stroom. Elektriciteit, elektrificatie en waterstof voor de industrie. En warmtepompen voor verwarming. Grofweg geldt hier de 80-20 regel: bij elk van de drie gebruikssoorten kost de eerste tachtig procent van het gas vervangen zo’n twintig procent van de moeite, en de laatste twintig procent circa tachtig procent.’
Het vinden van oplossingen begint bij het stellen van belangrijke vragen
Een wereld die volledig draait op groene energie. Dat is de visie waar Ørsted in gelooft. Maar er zijn ook de nodige vragen over hoe en wanneer we deze wereldwijde overstap op groene energie het beste kunnen maken. Het vinden van de juiste oplossingen voor deze vragen begint door ze te identificeren en te stellen, zoals in dit artikel. Ga naar Orsted.nl/nederland en doe mee met het stellen van die belangrijke vragen.
Smith is ervan overtuigd: offshore windenergie, aangevuld met zon en duurzame energie uit andere bronnen, kan aardgas op termijn volledig vervangen. ‘Minister Wiebes heeft dit beschreven in het 72 GW wind-op-zeescenario. En de ontwikkelingen gaan snel: toen ik vijftien jaar geleden begon in de windenergie was 5 MW voor een windturbine al heel wat, inmiddels liggen er tekeningen klaar voor 20 MW-turbines, en daar blijft het niet bij. Dan heb je nog altijd zo’n vierduizend turbines nodig, dus het blijft een hele opgave, maar het is zeker realistisch. Dat zou ook snel kunnen. We kunnen snel starten en doorgroeien. Mits de overheid duidelijkheid geeft voor de lange termijn, voor alle partijen. Dan kunnen we snel die eerste tachtig procent vervangen, en tot 2050 die laatste twintig procent.’
Dit verhaal gaat door onder de podcast.
Luister de podcastserie Voor de Wind
Wil je nog meer antwoorden op veel gestelde vragen over windenergie? Luister dan ook naar de podcastserie Voor de Wind. In deze serie gaan Marijke Roskam en co-host Rene Lindenboom (Ørsted) in gesprek met verschillende experts. Luister hieronder meteen naar jouw favoriete aflevering.
Dips opvangen met ‘groene’ waterstof
Wind is er niet altijd, zelfs niet op zee, en zonne-energie alleen overdag. Voor voldoende leveringszekerheid op grote schaal – ook bij weinig zon en/of wind – zijn aanvullende bronnen nodig. Smith: ‘Een windpark op zee produceert bijna negentig procent van de tijd elektriciteit, maar die opbrengst kan van moment tot moment sterk fluctueren. Soms is die heel hoog, meer dan de vraag, en soms juist veel minder. En er zullen inderdaad altijd periodes zijn dat er enige tijd achtereen geen wind of zon is, en wel veel energievraag, de zogenoemde “Dunkelflaute”. In Nederland is dat naar schatting zo’n twee tot drie weken per jaar. We zullen zo’n systeem daarom flexibel moeten inrichten. Tot 2040 kunnen we dips het efficiëntst opvangen met gasturbines, maar uiteindelijk willen we dat doen met groene waterstof die we gaan opwekken met elektriciteit die we overhouden als de opbrengst van windparken en zonnepanelen hoger is dan de energievraag van dat moment. Uiteindelijk kunnen die gasturbines draaien op zelf opgewekt “groen” waterstofgas, dus CO2-neutraal en kostenefficiënt.’
‘De overgang naar offshore wind vraagt om doortastendheid. In kleine stapjes kom je niet over de sloot’
Julius Smith, hoofd business development Nederland en België bij Ørsted
Volgens Smith is een omslag nodig van het huidige “aan/uit”-denken naar één geïntegreerd duurzaam energiesysteem, dat flexibel meebeweegt met de beschikbaarheid van zon- en windenergie. ‘Een spannende verandering,’ stelt hij, ‘want dat vereist een continu soepel balanceren van aanbod en vraag op megaschaal. We zullen flexibiliteit moeten omarmen. En: zo’n overgang vraagt om doortastendheid. In kleine stapjes kom je niet over de sloot.’
Grootschalig energie bufferen kan volgens Smith vooralsnog op twee manieren: ‘Batterijen zijn met name geschikt voor het opslaan van overtollige zonne-energie. Maar die zijn na circa vier uur laden vol. Voor het opvangen van pieken in windenergie, die in stormachtige periodes soms weken kunnen duren, is iets anders nodig. Als je die extra stroom niet direct kunt benutten door bijvoorbeeld bedrijven meer te laten produceren of EV’s sneller op te laden, kun je er warmte mee opwekken of groene waterstof mee maken. Die laatste kun je dan gebruiken in plaats van ‘grijze’ waterstof in de industrie, kun je omzetten in andere energiedragers zoals e-methanol, of opslaan in zoutcavernes zoals in Groningen.’
Offshore wind en groene waterstof
Zonder groene waterstof komt er geen grootschalige uitrol van wind op zee. En omgekeerd: zonder grootschalige uitrol van wind op zee komt er geen Nederlandse groene waterstofindustrie, stelt ook Nienke Homan. Zij is internationaal expert op het gebied van groene waterstof voor het verduurzamen van de industrie en het energiesysteem. Ze was bijna zeven jaar gedeputeerde in de provincie Groningen, nu is ze CEO van Impact Hydrogen, bestuurslid van de Green Hydrogen Organisation in Genève en voorzitter van de Sustainable Hydrogen Club. Zij ziet die twee als een gouden combinatie om Nederland honderd procent aardgasvrij te maken.
‘Aardgas kan met pensioen,’ lacht Homan, ‘want we hebben alternatieven. Groene waterstof heeft veel van de voordelen van aardgas, maar geen CO2-uitstoot. En het is op grote schaal te maken met stroom uit zon en wind. Zonne- en windenergie zijn oneindig voorradig en we zien dat ontwikkelingen en innovaties elkaar snel opvolgen: grotere en efficiëntere windturbines, drijvende windmolens, zelfs waterstofproductie ín windturbines. Plus: dankzij ons rijke aardgasverleden hebben we in Nederland veel kennis van waterstofgas en de omzetting naar andere “groene moleculen” zoals ammoniak en e-methanol. Wij kunnen dit.’
Over de schaalgrootte maakt Homan zich nog geen illusies. ‘We hebben enorm veel windmolens en zonneparken nodig. En zelfs dan zal dat nog niet genoeg zijn. Ook in de toekomst zullen we een groot deel van onze totale energiebehoefte moeten importeren. Maar ook die energie zal dan groen zijn, net als de energie die we zelf opwekken. Het wordt een grote klus, maar we hebben geen keuze: het is erop of eronder met het klimaat. Dus we gaan het gewoon doen.’
‘De knop naar zero emissie is om. Dus is het beter om je bedrijf daar zo snel mogelijk op aan te passen’
Nienke Homan, CEO Impact Hydrogen
Homan pleit voor doorpakken. ‘De knop naar zero emissie is om, dus daar kun je met name als bedrijf maar beter zo snel mogelijk in meegaan. Elke euro die je nu nog in fossiel steekt, is verspild. Het kan snel gaan nu; waar een wil is, is een weg. We hebben een wereldwijde klimaatcrisis, ook in Nederland. In het huidige tempo halen we de doelen voor 2030 en 2050 niet. Er is een andere aanpak nodig, met kortere procedures voor vergunningen voor zon- en windparken en nieuwe energie-infrastructuur. Zodat bedrijven die groene waterstof willen gaan gebruiken sneller duidelijkheid krijgen over wanneer ze kunnen omschakelen. De discussie over of we een windmolen wel of net mooi vinden, is passé. Als we ook straks het licht willen kunnen aandoen, onze koelkast gebruiken, onze bedrijven draaiend houden en comfortabel leven, zullen we de energietransitie met een crisisaanpak moeten versnellen. Niet meer “wat gaan we doen?” maar “hoe gaan we het doen, zo snel mogelijk?”. Met de bulk van de energie uit zonne- en windparken die we deels direct gebruiken en deels efficiënt omzetten in groene waterstof. Dan kun je een systeem bouwen dat flexibel genoeg is om stabiel en duurzaam te kunnen werken.’
Visie en power
Ook Rotmans heeft haast. ‘Uitstel is funest. Als Shell in 2009 hun investeringen in zon en wind had doorgezet, waren ze nu marktleider geweest. Er is geen tijd meer te verliezen. Acht van de tien burgers willen al van het gas af, omdat het helemaal uit de hand loopt met de energierekening. We moeten monteurs opleiden, fiscale stimuleringsmaatregelen nemen, het elektriciteitsnet verzwaren, waterstofinfrastructuur aanleggen… En vooral: de uitdaging geïntegreerd aanpakken, niet langer als losse stappen zonder samenhang. We moeten een “land met een plan” worden. Met langetermijnfocus: tien, twintig jaar vooruit kijken, dan weet je ook wat je nu als eerste moet doen. Ik wil het daar over hebben met milieuminister Jetten. Je moet nú een visie hebben, en de power om het door te zetten.’
Rotmans pleit daarom voor een eigentijdse Commissie Wagner, een ‘OMT voor de Energietransitie,’ zoals hij het zelf noemt, ‘met mensen uit de industrie, wetenschap, politiek en samenleving, die alle dingen in de breedte uitdenken en de lijn bepalen. Dat kan voor eind dit jaar rond zijn. Ik heb al wel een lijstje. TU-professor Andy vd Dobbelsteen staat daarop, Ad van Wijk als autoriteit op waterstof, Louise Fresco en André Faaij.’
Prijskaartje
Zo’n nieuwe club kan volgens Rotmans de lijnen uitzetten voor een nieuwe energie- en industriepolitiek ‘tot de macht twee’. ‘Harde keuzes zijn daarbij onvermijdelijk. Misschien moeten we maar stoppen met het subsidiëren van Tata Steel en al die andere zware industrie, anders voorzie ik op termijn een nieuwe RSV-affaire: jarenlange miljardensteun die tot niets leidt. We zitten klem en kunnen nauwelijks meer concurreren met China. Je kunt niet alles blijven doen én je milieudoelen halen. We moeten stoppen met voortmodderen en héél gauw naar voren vluchten. Procedures versnellen, driekwart van ons land vol leggen met zonnepanelen, een “Lach Putin Uit”- campagne voor woningisolatie, subsidie op geo- en aquathermie, meer warmtenetten. Zo snel mogelijk zelfvoorzienend.’ Dat heeft een prijskaartje, voorspelt hij. ‘Kostenneutraal is onmogelijk, dat moeten we loslaten. Maar als we in twee coronajaren wereldwijd 20.000 miljard dollar hebben betaald om bedrijven overeind te houden, kan dit ook. Als we maar tien procent daarvan in duurzaamheid hadden gestoken, waren de klimaatdoelen nog in zicht geweest. En we moeten het eerlijke verhaal vertellen: dit gaat heel veel investeringen vergen, honderden miljarden de komende decennia, maar het levert ook heel veel op in termen van klimaatwinst, comfort, betaalbaarheid, etc. Maar het wordt de komende tien jaar fors duurder voor de consument, die gaat een deel van die investeringen betalen. Wie durft dat eerlijke verhaal te vertellen, vooral in de politiek?’
Lonkend perspectief
Hoe moeilijk dat nog lijkt, het lonkend perspectief is volgens Smith van Ørsted verrassend dichtbij. ‘In Denemarken zijn ze hier al ver mee. Daar zijn al periodes dat ze al hun elektriciteit volledig halen uit duurzame bronnen. Natuurlijk, ook daar brengt die laatste twintig procent nog allerlei uitdagingen. Maar als je een helder plan hebt en dat uitrolt met “the end in mind”, bouw je doelgericht aan een duurzaam energiesysteem voor de komende eeuwen.’
In verband met de door u gekozen cookievoorkeuren kunnen wij deze Youtube-video
niet tonen. Klik hier om akkoord te gaan met de cookievoorkeuren die nodig zijn om deze Youtube-video te laden.
Meer van Orsted
Over Orsted
De visie van Ørsted is een wereld die volledig draait op groene energie. Ørsted ontwikkelt, bouwt en exploiteert windparken op zee en op het land, zonneparken, energieopslagfaciliteiten, installaties voor hernieuwbare waterstof en groene brandstof en bio-energiecentrales. Bovendien levert Ørsted energieproducten aan haar klanten. Ørsted is het enige energiebedrijf ter wereld met een wetenschappelijk onderbouwde doelstelling van nul uitstoot die is gevalideerd door het Science Based Targets-initiatief (SBTi). Ørsted staat bovenaan in de Corporate Knights index van 2022 van de 100 meest duurzame energiebedrijven ter wereld en wordt op de CDP Climate Change A List erkend als een wereldleider op het gebied van klimaatactie. Ørsted is gevestigd in Denemarken en heeft 6836 werknemers in dienst. Ørsted-aandelen zijn genoteerd aan Nasdaq Copenhagen (Orsted). In 2021 bedroeg de omzet van het bedrijf 77,7 miljard Deense kronen (10,4 miljard euro). In Nederland heeft Ørsted het windpark op zee Borssele 1&2 voor de Zeeuwse kust ontwikkeld. De onderhoudslocatie van dit windpark is gevestigd in Vlissingen. Het hoofdkantoor van Ørsted Benelux is gevestigd in Den Haag.
Browser niet ondersteund
De versie van uw browser wordt niet (meer) ondersteund vanwege mogelijke beveiligingsrisico’s.
Wat kunt u doen?
We willen u een zo goed mogelijke ervaring bieden. Zorg er daarom voor dat u de nieuwste versie van één van de volgende browsers gebruikt: Chrome, Safari of Edge. Indien u dit niet zelf kunt, neem dan contact op met uw eigen IT-supportafdeling.