DIT ARTIKEL WORDT U AANGEBODEN DOOR RVO
In de keuken van het Hoornse bedrijf Excellent Products Group staat een bakje knoflook, een Vietnamees gebruik om boze geesten buiten de deur te houden. Het typeert de aanpak van Monique Ansink, wiens bedrijf zowel in Hoorn als in Vietnam is gevestigd. ’s Lands wijs, ’s lands eer, zo zegt ze.
Monique Ansink denkt nog altijd met warme gevoelens terug aan 27 maart 2011, de dag dat zij en de Vietnamese miss Thoa, onder toeziend oog van, toen nog, prins Willem-Alexander en prinses Máxima, hun handtekening zetten onder hun samenwerking. Het was tijdens de handelsmissie naar Vietnam. “Ik kan elke ondernemer aanraden om mee te gaan met een handelsmissie”, zegt Ansink. “In vier dagen tijd kom je in contact met hoogwaardigheidsbekleders van het ontvangende land, met andere ondernemers, met Nederlandse bedrijven die daar gevestigd zijn, en dat alles op een presenteerblaadje. Ik heb daar enorm veel aan gehad.” Ook op de ondertekening, geïnitieerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO, uitvoerende organisatie van het ministerie van Buitenlandse Zaken en Economische Zaken en Klimaat), kijkt Ansink met een goed gevoel terug. “Vietnamezen hechten veel waarde aan zoiets. Het geeft status aan onze samenwerking.”
Strategisch plan
Monique Ansink staat dit jaar op de kop af twintig jaar aan het roer van mkb-bedrijf Excellent Products Group, dat spanbanden, sleepkabels en snelbinders produceert voor zowel de zakelijke als de consumentenmarkt. In 1999 kocht Ansink de helft van de aandelen en in 2007 de andere helft. “In 1999 maakten we alleen sleepkabels. Van een vorige baan wist ik dat het beter werkt als je met meerdere producten bij een klant langsgaat in plaats van met één product. Ik heb toen marktonderzoek gedaan om te kijken waar onze groeimogelijkheden zaten. We hebben ons assortiment uitgebreid met spanbanden en snelbinders.” Dat bleek een enorme impuls: het bedrijf vervijfvoudigde de omzet.
Het was ook de periode dat de globalisering in opkomst was. “Ik zag steeds meer accountmanagers van onze klanten naar Azië vertrekken omdat producten daar goedkoper zijn. We hadden ervoor kunnen kiezen om onze producten ook daar in te kopen, maar dan konden we niet in staan voor de kwaliteit. Dat offer wilden we uiteraard niet brengen.”
In 2009 meldde Ansink zich aan voor het programma Groeiversneller van het ministerie van Economische Zaken. Het was de eerste keer dat ze gebruikmaakte van de diensten die de overheid heeft voor ondernemers. “Dat was een heel waardevol programma van vijf jaar. We kregen scholing en moesten daarnaast een strategisch plan opzetten, dat door de andere deelnemers, ook bedrijven, werd beoordeeld. Daar kwam uit dat het een heel goed idee zou zijn om zelf in Azië een fabriek te openen. Dan zouden we kwaliteit kunnen garanderen, die accountmanagers tegemoet komen en leveren aan landen in die regio.”
Relaties vanuit vriendschap
Zo gezegd, zo gedaan: Ansink besloot diverse landen te bezoeken om te kijken welk land geschikt was. Dat bleek Vietnam. “Meteen toen ik landde in Ho Chi Minhstad voelde ik dat al. Ik voelde me geaccepteerd en vrij. De mensen zijn positief en willen graag samenwerken.” Maar zakendoen in Vietnam gaat heel anders dan in Nederland. “Het draait om connecties, om uit eten gaan en contact maken. En dan niet zakelijk, maar juist bijna vriendschappelijk. Je zit niet alleen aan tafel met je eerste zakelijke contact, maar ook met diens familie en vrienden. Je gaat daardoor relaties aan vanuit vriendschap, dus die contacten zijn veel waardevoller. Via via kwam ik uiteindelijk in contact met miss Thoa, die nu onze Vietnamese vestiging leidt.”
Aanvankelijk huurde Ansink een gebouw om haar eigen fabriek te kunnen starten. Die huur was geen onverdeeld succes. “De verhuurder zag dat de zaken goed gingen en besloot telkens de huur te verhogen zonder het pand te verbeteren. Toen ik weigerde die verhoging te betalen, sloot hij doodleuk de stroom af.”
Een eigen pand moest het dus worden, maar de zoektocht daarnaar had nogal wat voeten in de aarde. Zo had ze een pand op het oog dat zij zelf prachtig vond, maar haar Vietnamese management dachten daar anders over. “Het gebouw was niet feng shui; de voordeur zat op een verkeerde plek, waardoor de winst naar buiten zou waaien, en het achterliggende pand was hoger zodat dát gebouw al het geluk van boven zou ontvangen. Ik had mijn eigen Nederlandse koers kunnen varen en het pand kunnen kopen, maar er had geen Vietnamees willen werken. Ik vind het heel belangrijk om de Vietnamese cultuur en aanpak te volgen.”
Leefbaar loon
Inmiddels staat er aan de rand van Ho Chi Minhstad een eigen pand, mede mogelijk gemaakt door financiële ondersteuning van de RVO. In Vietnam produceert Excellent Products Group het grootste deel van de spanbanden, sleepkabels en snelbinders. Vandaaruit exporteert het bedrijf zijn producten naar Australië, Japan, Thailand en Maleisië. Op de Hoornse thuisbasis worden de speciale bestellingen geproduceerd. Bovendien fungeert Hoorn als basis voor export binnen Europa, waaronder Duitsland. “Wij hebben een groot marktaandeel in Duitsland, omdat onze producten aan alle veiligheidsnormen voldoen. Duitsers zijn daar heel kritisch op.”
In Hoorn werken nu 25 mensen, in Vietnam 45, uitgroeiend tot 60 in het hoogseizoen. Ansink heeft voet aan de grond in Vietnam, maar klopt desondanks nog geregeld aan bij het Buitenlandnetwerk. “Bijvoorbeeld als we een nieuwe leverancier zoeken in Vietnam. Zij hebben contacten die wij niet hebben.” Andersom doet het Buitenlandnetwerk zo nu en dan een beroep op Ansink. Op verzoek van Carel Richter, consul-generaal bij het Nederlandse consulaat in Ho Chi Minhstad, vertelde ze namelijk tijdens de laatste handelsmissie naar Vietnam over haar ‘hogere’ doel: 300 Vietnamezen in dienst van wie minimaal 70 procent vrouw. “Monique richt zich sterk op de positie van de vrouw”, vertelt Richter. “Ik heb haar gevraagd om het gesprek aan te gaan met minister-president Mark Rutte om elkaar wederzijds te inspireren. Haar verhaal laat zien dat je ook met sociaal ondernemen, waarmee je bijdraagt aan Sustainable Development Goals, een verdienmodel hebt.” Het is typisch voor de Nederlandse manier van ondernemen, zegt Richter. “Nederlanders zijn niet van de quick wins, ze richten zich op de lange termijn en gaan voor hoge kwaliteit.” “Het gaat ons niet om die spanbanden,” vult Ansink aan, “maar om onze Vietnamese medewerkers een leefbaar loon te bieden. Dat is waar we het voor doen.”
Hulp bij ondernemen over de grens
Ondernemers met internationale ambities kunnen de hulp van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) inroepen. De RVO kan bijvoorbeeld helpen informatie over de exportmarkt te vergaren en contact leggen met zakenpartners. Monique Ansink: “Mijn tip: maak daar gebruik van. De RVO kent de markt en de ingangen.” Dat doet ze zelf ook nog geregeld. “Bijvoorbeeld als we nieuwe leveranciers in Vietnam zoeken. Ik kan zelf wel gaan zitten googelen, maar dan kom ik lang niet zo ver als via de RVO.”
Via de RVO kunnen ondernemers ook in contact komen met het Buitenlandnetwerk, waar ambassades en consulaten onder vallen. “Wij kunnen ondernemers aan contacten helpen”, vertelt consul-generaal Carel Richter. “Dat kunnen zowel potentiële klanten zijn als gelijksoortige ondernemers met wie ze in gesprek kunnen gaan over kansen en risico’s. Daarnaast kunnen ze ondernemers helpen een weg te vinden in de regelingen bijvoorbeeld als ze een vergunning willen aanvragen. Verder proberen we ondernemers zichtbaarheid te geven, hen noemen op events en laten meedoen aan promotionele activiteiten.”
Kijk voor meer informatie op rvo.nl.
Over deze advertorial
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met de commerciële afdeling FD Mediagroep Effect. De redactie van Het Financieele Dagblad draagt voor de inhoud van deze pagina geen verantwoordelijkheid.
Over RVO
In het buitenland liggen vele kansen en mogelijkheden voor zakendoen. RVO Internationaal Ondernemen begeleidt ondernemers met internationale ambitie bij het vinden van informatie over de exportmarkt. Ook helpen wij bij het leggen van contacten met zakenpartners en het benutten van (financiële) ondersteuning.