Winkelketens willen duurzaam zijn, maar slechts eentje neemt circulariteit sinds jaar en dag serieus. De kringloopwinkel. En dat betaalt zich nu uit, merkt warenhuis Het Goed. Zelfs grote winkelbedrijven kloppen aan om samen te werken met de snelgroeiende kringloopketen.
Medewerkers van Het Goed controleren en sorteren binnengekomen spullen in het magazijn in Zaandam.Foto: Tammy van Nerum voor het FD.
In het kort
De kringloopwinkel is bij uitstek circulair, omdat spullen een tweede leven krijgen.
Tweedehandsketen Het Goed trekt een breder publiek dan vroeger en werkt onder meer met 'kringfluencers'.
Nu meer grote winkelketens duurzaam willen worden, kloppen ze aan bij Het Goed.
Doel van directeur Het Goed is dat winkels én consumenten anders met spullen omgaan.
Willem van Rijn (53) baant zich een weg tussen kartonnen hoge Ikea-dozen, die een grote hoek van het grote magazijn innemen. Terloops vist hij een kapotte kerstbal uit een plastic krat. 'Deze hoort niet in de winkel hè', zegt hij tegen een medewerker in een paars shirt.
Twintig jaar staat Van Rijn nu aan het hoofd van warenhuisketen Het Goed, vertelt hij in de winkel in Zaandam — een van de dertig vestigingen van het kringloopwarenhuis. Terwijl de ‘verdwaalde werktuigbouwkundige’ daarvoor nog nooit in een kringloopwinkel was geweest.
Vandaag is net een lading Ikea-meubelen met een krasje binnengekomen, afkomstig uit de koopjeshoek van het Zweedse warenhuis. Het gaat om Billy-retouren of Hemnes-kasten die daar niet verkopen en daarom een plekje in een winkel van Het Goed krijgen.
Ikea is een van de winkelketens die recent bij Van Rijn aanklopte, naast Coolblue, Intratuin en Zeeman. De kringloop is eindelijk hip geworden, merkt Van Rijn tot zijn vreugd.
Kerstballen van Intratuin, wasmachines van Coolblue
Toen de eerste winkel van Het Goed openging in Emmeloord, ruim dertig jaar geleden, hadden winkels nauwelijks aandacht voor duurzaamheid. Zelf had de keten een compleet andere uitstraling. ‘We waren meer een Malle Pietje-winkel,’ zegt Van Rijn, verwijzend naar de rommelige, stoffige winkel in televisieserie Swiebertje. ‘Nu hebben we een hippe, kale betonvloer in plaats van donkerbruine vloerbedekking. En een veel breder publiek, afkomstig uit alle inkomensgroepen.'
‘Dat Zeeman tweedehandskleding naast zijn nieuwe assortiment hangt, is echt een steen in de vijver’
Willem van Rijn, directeur Het Goed
Niet alleen consumenten willen duurzaam zijn. Ook winkelketens kloppen een voor een aan bij Het Goed. Sinds mei hangen kleren die Het Goed inzamelt in vijf geel-blauwe Zeeman-winkels. Uitbreiding naar meer vestigingen is aanstaande. 'Winkelbedrijven willen nog niet horen dat zij minder moeten produceren', zegt Van Rijn. 'Maar dat Zeeman tweedehandskleding naast zijn nieuwe assortiment hangt, is echt een steen in de vijver. Vooral omdat het ook kleren van andere merken zijn.'
Andersom zamelt Intratuin dit jaar voor het eerst tweedehands kerstballen in, zodat die bij Het Goed in de schappen kunnen. Coolbue doet hetzelfde, maar dan met opgeknapte wasmachines en drogers van A-merken zoals Miele. ‘Een mooie kans, omdat Coolblue een op de vier wasmachines in Nederland verkoopt,’ zegt Van Rijn. ‘En exposure voor ons.’
Willem van Rijn in de Zaanse kringloopwinkel van Het Goed: 'Zo’n Primark zou zich dood moeten schamen. Hun duurzaamheidsplan is dat een T-shirt straks dertig keer meegaat in plaats van vijf keer?'Foto: Tammy van Nerum voor het FD.
De echte prijs
Voor het geld hoeft de kringloop zulke samenwerkingen niet aan te gaan. De winst op tweedehandspullen is klein, zeker als een winkel als Coolblue ook nog een deel krijgt. Dat heeft vooral te maken met de lage prijzen die Van Rijn kan vragen. ‘Omdat nieuwe spullen te goedkoop zijn.'
Lage prijzen: Van Rijn wordt er kwaad van. Niet in zijn kringloopwinkels, waar het gemiddelde kassabonbedrag vorig jaar €12 was. Maar wel bij andere winkels. ‘Zo’n Primark zou zich dood moeten schamen. Hun duurzaamheidsplan is dat een T-shirt straks dertig keer meegaat in plaats van vijf keer? Terwijl daar kostbare grondstoffen inzitten, en arbeid?’ Van Rijn is voorstander van true pricing, productprijzen die rekening houden met sociale omstandigheden en milieukosten.
‘Nu zijn onze betaalbare spullen soms even duur als die van Ikea of H&M. Terwijl ons bedrijfsmodel veel ingewikkelder is dan bij winkels die hun spul gewoon uit China halen,’ zegt hij. ‘Wij verkopen tweedehands spullen, die we handmatig sorteren. Daarnaast zijn we ook een afvalverzamelaar en een sociale werkplaats voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. En we moeten onze eigen broek ophouden. Dus we betalen gewoon evenveel huur als de Prénatal hiernaast.'
Vijftien keer '50 Shades of Grey'
Aan de zijkant van het pand sorteert een medewerker van Het Goed binnengekomen spullen. Boeken bij de boeken, pannen bij het keukengerei. Voor de deur laadt een gepensioneerd stel de auto uit. In hun handen dragen ze rinkelende sinaasappeldozen, gevuld met servies. ‘Allemaal van mijn schoonmoeder’, zegt de vrouw, en loopt weer terug voor een nieuwe lading huisraad. ‘Die is overleden. Ze was in de tachtig hoor, dus het is goed zo. Maar wát een spullen. Mooie dingen hoor, dat wel. Maar véél!’
Van Rijn noemt zulke mensen ‘de gunners’: mensen die aan de achterdeur gratis spullen komen brengen. Als de gunners klaar zijn, komt zijn personeel in actie: een bonte mix van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. ‘Twee derde van onze medewerkers zijn mensen in een participatietraject, mensen met een handicap of jongeren die hun opleiding niet hebben afgemaakt.'
Achterin de loods sorteren twee vrouwen binnengekomen kleding op verkoopbaarheid en stijl. ‘Black is back’, zegt Van Rijn over een rek met feestkleding. Verderop staat een vrouw op een ladder tussen kratten met boeken. ‘Geen vergeelde boeken met krabbels, wel 50 Shades of Grey, haha. Maar die zit helaas in elke krat. En ik kan niet vijftien keer hetzelfde boek in de winkel leggen.’
Het filiaal in Zaandam heeft een koffiecorner, boekenhoek, paskamers en een feesthoek. Een oud-medewerker van Ikea bedenkt de indeling van de winkel en de looproutes.Foto: Tammy van Nerum voor het FD.
Gewone retailwetten gelden ook voor kringloop
Tot zover is alles aan het bedrijfsmodel van Het Goed anders dan bij andere winkels. Maar aan de andere zijde van de klapdeur, in het winkelgedeelte, moet alles juist zoveel mogelijk op lijken op een doorsnee warenhuis, vindt Van Rijn. 'Hier gelden de gewone retailwetten: een leuke winkel trekt meer klanten, die meer geld uitgeven.'
Het Het Goed-filiaal in Zaandam — ongeveer ter grootte van een gemiddelde Praxis — heeft een koffiecorner, een boekenhoek en paskamers op de kledingafdeling. In de feesthoek staat een grote kerstman naast een kerstboom. ‘Een oud-medewerker van Ikea bedenkt de indeling van de winkel en de looproutes.’ Ingezamelde spullen liggen zes tot acht weken in de winkel. 'Ongeveer 90% van de producten verkopen we in die periode,' zegt Van Rijn. 'De rest voeren we af als afval.'
Inmiddels zet Het Goed jaarlijks €25 mln om. Volgens branchevereniging BKN zetten de bij haar aangesloten Nederlandse kringloopketens in 2020 €103 mln om. Dat is ongeveer 70% van de markt, schat BKN in.
600.000
Het Goed is met 600.000 kilo kleding per jaar de grootste verkoper van tweedehandskleding in Nederland.
Het Goed hoopt dat mensen spullen gaan gebruiken tot ze 'op' zijn. De keten heeft ook nog vijf textielsorteercentra, waar kleding uit textielbakken terecht komt. Slechts 15% van de ingezamelde kleding blijkt verkoopbaar in Nederland. 'Dat is te wijten aan de Zebra-kwaliteit,' zegt hij, verwijzend naar laagwaardig textiel van winkels als Zeeman en Wibra. Toch is Het Goed met die 15% — ongeveer 600.000 kilo kleding per jaar — de grootste verkoper van tweedehandskleding van Nederland.
Bijna niemand is meer bang voor kringloop
Ondertussen doet Van Rijn hard zijn best om nog meer mainstream te worden. De samenwerkingen met winkelketens helpen daarbij, net als de inzet van heuse 'kringfluencers' (kringloopinfluencers). Op deze dinsdagochtend staat al een opvallend lange rij voor de met paarse kerstballen behangen kassa. Het laat zien dat bijna niemand meer bang is voor tweedehands, zegt de directeur. 'Mensen vinden hier een uniek kastje in Amsterdamse Schoolstijl. Of ze zien: 'Ik kan wel een nieuw bureau kopen, maar voor drie tientjes heb ik er eentje met een deukje'. Who cares? Als mijn puberzoon een keer boos is op zijn huiswerk zit die er ook in.'
‘De totale milieu-impact van nieuwe spullen kopen is groter dan de impact van vlees eten of vliegen’
Willem van Rijn, directeur Het Goed
Waarom probeert de directeur van Het Goed eigenlijk zelf zo hard te groeien, terwijl hij de winkelbranche een dwangmatige honger naar 'meer, meer, meer' verwijt? 'In ons geval betekent groei dat meer spullen een tweede leven krijgen. Dat helpt bij de circulaire opgave waarvoor de wereld staat, want de totale milieu-impact van nieuwe spullen kopen is groter dan de impact van vlees eten of vliegen. En in ons geval betekent groei dat wij meer medewerkers kunnen helpen met re-integreren, want Nederland telt een onbenut arbeidspotentieel van 1 miljoen mensen. Dáárom, en alleen daarom, willen wij de komende jaren uitbreiden naar vijftig vestigingen.'
De winkel van Het Goed in Zaandam. Voor kringloop gelden dezelfde retailwetten als voor gewone winkels.Foto: Tammy van Nerum voor het FD.