In een bijzonder felle confrontatie kruisten de curatoren van Imtech vrijdag opnieuw de degens met De Brauw over de miljoenen die het advocatenkantoor nog declareerde terwijl Imtech al op instorten stond.
De aanval van de curatoren van Imtech op de integriteit van advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek is vrijdag uitgedraaid op een harde confrontatie. De curatoren stelden bij de rechtbank in Rotterdam dat advocaten van De Brauw het noodlijdende Imtech dwongen tot betalingen, terwijl het bedrijf eigenlijk geen geld meer had.
De Brauw beschuldigde de curatoren op zijn beurt van misleiding: er was 'niets onbetamelijks' aan de betalingen, de advocaten hebben 'keihard' gewerkt om het bedrijf te redden.
De civiele zaak van de curatoren is een alles-of-nietspoging. Ze eisen €4,5 mln aan declaraties terug van De Brauw. Vorig jaar moesten curatoren Jeroen Princen en Paul Peters nog een gevoelige nederlaag slikken in een tuchtprocedure tegen vier (oud-)advocaten van De Brauw. Behalve geld staat er daarom ook prestige op het spel.
In de laatste weken voor het faillissement in augustus 2015 betaalde Royal Imtech niemand meer, behalve de advocaten van De Brauw en hun onderaannemers, stellen de curatoren. De Brauw declareerde in die periode bovendien volop werkzaamheden die helemaal niets met de noodsituatie van Imtech te maken hadden. Dat was onrechtmatig, aldus de curatoren.
Het Imtech-bestuur betaalde De Brauw en zijn onderaannemers in die periode nog ruim €4,5 mln. Bijna de helft van die declaraties had geen betrekking hadden op het faillissement. Dat knelt des te meer, omdat iedereen bij De Brauw toen al wist of had kunnen weten dat een faillissement onafwendbaar was, menen de curatoren.
‘De advocaten van De Brauw stonden dag en nacht klaar. Het Imtech-bestuur vond het vanzelfsprekend om daarvoor te betalen.’
Toch betaalde Royal Imtech. Dat kwam omdat het bestuur geen andere keuze had, betoogde advocaat Martijn van Maanen namens de curatoren. Het Zuidaskantoor had volgens hem gedreigd de dienstverlening te staken als Imtech niet zou betalen. 'De Brauw was niet inwisselbaar. Dat besefte het Imtech-bestuur al lang. Maar dat betekent niet dat de begunstiging van De Brauw deugde', sprak Van Maanen. Het advocatenkantoor had voor zichzelf een positie gecreëerd waarbij Imtech wel moest betalen. Achteraf is dat onacceptabel, menen de curatoren.
De advocaten van De Brauw noemen de argumenten van de curatoren 'onjuist en zelfs misleidend'. Zo klopt de bewering niet dat De Brauw als enige nog betaald kreeg in de laatste weken van het bestaan van Imtech, stelde advocaat Jurjen Lemstra namens De Brauw. In die periode is er in totaal namelijk nog €18 mln betaald aan allerlei adviseurs, waaronder dus De Brauw.
De bestuurders en commissarissen die in de laatste fase aan het roer van Imtech stonden waren zwaargewichten die heel goed wisten wat zij deden, betoogde Lemstra verder. Nog tot 4 augustus 2015 geloofde het bestuur dat Imtech te redden viel. 'Er was niks onbetamelijks aan' dat het bestuur in 'die complexe fase' een beroep deed op De Brauw en daarvoor grif betaalde, stelde Lemstra. Het advocatenkantoor stond 'dag en nacht klaar' om in die voor Imtech fatale zomer de bestuurders bij te staan. 'Het bestuur vond het vanzelfsprekend om de advocaten daar dan ook voor te betalen', aldus Lemstra.
De raadsman benadrukte verder dat het ook voor De Brauw 'een bittere pil' was dat Imtech op de fles is gegaan. Maar tegelijkertijd zijn er mede dankzij de adviezen van De Brauw wel degelijk resultaten geboekt, vervolgde Lemstra. Uiteindelijk kon het bestuur van Imtech onder meer door tijdige verkoop van bedrijfsonderdelen zeker 14.000 arbeidsplaatsen redden.
Totale waarde van de vorderingen van schuldeisers van Imtech.
Het beursgenoteerde elektrotechnische installatiebedrijf Imtech ging in 2015 failliet nadat het concern honderden miljoenen moest afboeken vanwege fraude met bouwopdrachten in Polen en Duitsland. In die periode hielpen advocaten van De Brauw Imtech tevergeefs om een doorstart te maken.
Er zijn daarbij geen schuldeisers benadeeld, stelde Lemstra's compagnon Jaron van Bekkum, die erop wees dat de curatoren de Imtech-bestuurders nog altijd niet hebben gehoord over de laatste weken van Imtech. 'De stand van zaken is dat we te maken hebben met een onvolkomen onderzoek, zonder hoor en wederhoor. Daar heb ik moeite mee', aldus Van Bekkum.
De schuldeisers van Imtech hebben volgens berekeningen van de curatoren een slordige €1,5 mrd tegoed. Princen en Peters hebben naast de advocaten van De Brauw onder meer oud-bestuurders en -commissarissen op de korrel. Verder richten de curatoren hun pijlen op KPMG, destijds de externe accountant van Imtech, en op een groep banken en financiers van het bedrijf. Na zes jaar onderzoek en procederen heeft dat nog geen geld opgeleverd.
De uitspraak is op 4 mei.
