Ton Goedmakers, net anderhalf jaar baas bij familiebedrijf Vebego, wil de zichtbaarheid vergroten van zijn onderneming én van de mensen die er werken. Zijn veertigduizend schoonmakers, groenverzorgers en thuishulpen doen belangrijk werk, dat echter vaak onopgemerkt blijft. ‘Betekenisvol werk, dat is waar opa Tonny mee begon.’
Vebego-ceo Ton Goedmakers bij een sculptuur van zijn grootvader, de oprichter van het familiebedrijf.Foto: Ramon van Flymen voor het FD
Ze doen het werk waar veel mensen niet bij stilstaan: de boel schoonmaken, een vergadering voorbereiden, het groen bijhouden. Totdat het een keer niet gedaan wordt. En dat komt met het huidige personeelstekort en ziekteverzuim vaker voor, zegt Ton Goedmakers. ‘Er zijn veel vacatures’, vertelt de baas van Vebego in een vergaderzaaltje op de High Tech Campus in Eindhoven. Op ‘de slimste vierkante kilometer van Europa’ zorgt het bedrijf voor de beveiliging, maar ook voor de post, het groen, vergaderzaaltjes en de schoonmaak. Maar: ‘Wij kunnen niet alle werk doen dat klanten willen.’
In de vechtmarkten van Vebego, die erom bekendstaan dat personeel steeds meer werk moet doen in steeds minder tijd, levert dat discussies met opdrachtgevers op. Daar zit het bedrijf nu middenin. Maar opmerkelijk genoeg helpt het ook om de positie van werknemers te verbeteren. ‘We kunnen niet vijf mensen een paar uurtjes in de ochtend laten komen, maar twee mensen voor zes uur op een dag, dat lukt misschien wel. Als je op die manier flexibel nadenkt met de klant, kan je mensen ook interessantere contracten aanbieden.’
Het bedrijf uit het Limburgse Voerendaal, met een omzet van €1,5 mrd, is in Nederland een van de initiatiefnemers geweest van de dagschoonmaak. Bij steeds meer opdrachtgevers wordt niet alleen in de vroege uurtjes of ’s avonds laat gepoetst. ‘Ministeries lopen daarbij voorop’, vertelt Goedmakers met zijn Limburgse tongval. ‘Maar we hebben ook een groot accountantskantoor dat zegt: we willen graag jullie schoonmakers overdag, want onze accountants denken dat de hele wereld universitair geschoold is en naar Ibiza op vakantie gaat. We willen dat jullie mensen ook in contact komen met onze consultants, die mensen uit de basis vaak geen blik waardig keuren.’
Aandacht en waardering
Toen de 42-jarige Goedmakers anderhalf jaar geleden in de voetsporen trad van zijn opa, vader en oom, zat Nederland nog midden in de coronapandemie. Toen waren de treinen, vliegvelden en kantoren waar de medewerkers hun werk deden soms akelig leeg, maar speelden zij een glansrol in hygiëne en de zorg. ‘Twee jaar geleden stond iedereen voor hen te klappen, net als recentelijk op Schiphol toen iedereen last had van de problemen en lange wachttijden. Maar daarna zijn we dat snel weer vergeten.’
Goedmakers vindt dat mensen die het werk doen aan de basis structureel aandacht en waardering verdienen. Vebego — een afkorting van Verenigde Bedrijven Goedmakers — wil zoveel mogelijk mensen betekenisvol werk bieden. Het jaarverslag staat er bol van. ‘Dat is waar opa Tonny mee begon’, zegt Goedmakers. Tijdens de oorlog begon hij met één spons en één ladder met ramen lappen, waardoor hij niet naar Duitsland hoefde. 'Het beginnen van dat bedrijfje was betekenisvol, en wij bekijken dat nog steeds zo. Wij zijn een heel grote werkgever voor mensen met een andere culturele achtergrond of een beperking.’
Navraag bij de vakbonden leert dat Vebego inderdaad te boek staat als goede werkgever, maar dat er wat betreft de doorgroeikansen van werknemers nog wel wat te winnen is. ‘Dat kunnen we zeker beter doen’, erkent Goedmakers. ‘Ik kan een mooi verhaal ophangen over dat we een van de meest inclusieve, diverse bedrijven zijn, met meer dan 60% vrouwen die voor ons werken en honderd-zoveel nationaliteiten, maar als je hogerop komt wordt het snel minder divers en inclusief. Wij in Nederland vinden dat je je mond moet opentrekken als je hogerop wil, terwijl je in veel culturen juist niet je mond opentrekt als je leidinggevende erbij is.’
Het is geen verplichting om door te groeien, merkt hij op. ‘Veel mensen zijn blij met het werk dat ze doen.’ Vebego gaat wel het gesprek aan om werknemers te bewegen om meer uren te werken, maar dat wil volgens hem zeker niet iedereen. ‘Vooral in de schoonmaak vinden veel mensen het fijn om in deeltijd te werken. Vaak hebben ze hun leven zo ingericht. Ze brengen de kinderen naar school, gaan tussen tien en twaalf uur werken en zijn dan weer thuis als de kinderen tussen de middag komen eten.’
Goedmakers met drie van zijn medewerkers. Hij wil de zichtbaarheid van en waardering voor zijn personeel vergroten.Foto: Ramon van Flymen voor het FD
De bestuurder van de derde generatie juicht het toe dat het kabinet de minimumlonen optrekt, en dat die volgend jaar nog verder omhoog gaan. ‘Dat is een heel mooie ontwikkeling, en het is ook nodig. Onze mensen voelen het ’t hardst als de stroomprijs omhoog gaat. Voor hen betekent vijftig euro meer betalen dat je de laatste week van de maand geen geld hebt om eten te kopen.’ Vebego betaalt in de schoonmaak al meer dan het minimumloon, maar de verwachting is dat de lonen toch omhoog moeten om aantrekkelijk te blijven voor personeel.
Van leraar tot ceo
Het stond niet in de sterren geschreven dat Goedmakers, die tegenwoordig in Amsterdam woont, het Limburgse familiebedrijf zou gaan leiden. ‘Mijn moeder dacht dat zeker niet, mijn vader had nog wat hoop. Ik ben er zelf vroeger nooit mee bezig geweest.’ Hij wilde eigenlijk basisschoolleraar worden, maar zag het uiteindelijk toch niet zitten om elke dag in een klaslokaal te werken. Na de middelbare school volgde nog een jaar rechten, maar dat beviel ook niet: te droge kost.
‘Uiteindelijk was de vraag: wat wil je betekenen? Bij Vebego, als werkgever voor mensen waar weinig aandacht voor is, kun je veel positiefs bereiken. Ik heb altijd vakantiewerk gedaan, ook in de schoonmaak. Trappenhuizen in Hoensbroek, de volksbuurten van Heerlen. Vond ik altijd superleuk. Bij de opening van een kantoor sta je naast de gouverneur van Limburg, maar ik vond het altijd leuker met de collega’s uit de schoonmaak. Die hebben mooiere verhalen en minder blabla.’
Zijn twee zussen hadden geen ambities in deze richting. Zij werken niet in het bedrijf. De ene werkt als pedagoge met gezinnen met problemen, de jongste zus heeft Tons aanvankelijke ambitie waargemaakt en is basisschoollerares geworden. Wel na een musicalloopbaan: ze speelde tien jaar lang Pip uit de kindermusical Woezel & Pip. Twee kinderen van zijn oom werken sinds kort wel in het bedrijf, in de schoonmaak en als facility manager. De zes kinderen van de derde generatie hebben alle aandelen in handen.
Familiebedrijf van het jaar
Niet alleen het personeel van Vebego blijft vaak onopgemerkt, dat geldt voor het bedrijf zelf ook. Als mensen van Vebego nu ergens aan tafel zitten, moeten ze vaak uitleggen wie ze zijn en hoe groot ze zijn: dat ze alle treinen in Nederland schoonmaken, de operatiekamers van bijna alle ziekenhuizen en Schiphol. Weinig mensen beseffen dat het bedrijf uit Voerendaal, met zo’n vijftig bedrijven in Nederland, België, Duitsland en Zwitserland, een reus is in schoonmaak, groen, facilitair management en de zorg.
‘Wij beseffen het zelf ook niet altijd’, grinnikt Goedmakers. Toch behoort het Familiebedrijf van het jaar 2022 al jaren tot de top van de facilitaire bedrijven, samen met CSU uit Uden, Asito van ADG Groep en Facilicom. Het groeide de afgelopen tien jaar door een aantal acquisities in de groenmarkt. Dit jaar deed Vebego met de schoonmaakbedrijven van Hectas, met achtduizend werknemers, de grootste overname in zijn historie. ‘We zijn inmiddels behoorlijk groot’, formuleert de ceo het voorzichtig.
‘We zijn én een familiebedrijf én Limburgs — we komen van ver’
Met een omzet van zo’n €1,5 mrd, meer dan 150 bv’s en tientallen bedrijven is daar niets aan gelogen, maar het bedrijf acteerde altijd op de achtergrond. ‘We zijn én een familiebedrijf én Limburgs — we komen van ver’, zegt de telg van de derde generatie, die vorig jaar aan het roer kwam van Vebego, over die bescheidenheid. ‘Mensen hier waren wel blij met al die namen, want dan worden zij er niet op aangesproken als iemand iets fout doet. Terwijl je er ook mee kunt pronken als een collega iets goeds doet.’
Van tientallen naar één bedrijfsnaam
Onder Ton Goedmakers moet de onbekende reus uit zijn schulp kruipen. Hij wil dat het bedrijf, dat hoofdkantoor houdt op kasteel Cortenbach in Voerendaal, vaker op de voorgrond treedt. Vorige maand maakte Vebego bekend dat alle bedrijven, zoals Hago, Attender en Yask, binnenkort onder de naam Vebego gaan opereren en één logo krijgen. In de toekomst wil het bedrijf beter zichtbaar zijn en zich mengen in het publieke debat als het gaat om terreinen waarop het actief is, zoals vergroenen, zorg of hygiëne.
‘Onbekend zijn hoeft niet erg te zijn, maar we laten kansen liggen’, zegt Goedmakers. ‘Als we naar buiten toe als één bedrijf worden gezien, en intern naar elf bedrijven gaan, zijn dat sterkere partijen die aantrekkelijker en beter zichtbaar zijn op de arbeidsmarkt. Het betekent dat onze mensen meer mogelijkheden en afwisseling krijgen. Bovendien horen mensen graag ergens bij.’
Verder levert het werken onder één naam groeikansen op. ‘Je moet er dan ook naar handelen. Als we nu ergens binnen zijn voor de schoonmaak, dan fietsen we nog niet de collega’s van groen binnen. Het schoonmaakbedrijf heet nu Hago en het groenbedrijf Brouwers. Als dat allemaal Vebego heet, gaan we ervan uit dat bestaande klanten zeggen: jullie doen voor ons nu de schoonmaak, kunnen jullie ook het groen doen?’
Revolutie met een kleine r
De veranderingen van de afgelopen anderhalf jaar gingen niet zonder slag of stoot. ‘De bedrijven hadden veel zelfstandigheid. Als organisaties gewend zijn dat ze bij een verhaal op groepsniveau ja kunnen knikken om daarna lekker verder te gaan met waarmee ze bezig waren en ze er meestal niet op terugkomen, dan moet je erg volhardend zijn. Dan gaan ze bij de vierde keer pas denken: daar moeten we misschien iets mee doen. Ik kan wel denken: ik heb het mezelf al honderd keer horen zeggen, maar dan moet ik het misschien tweehonderd keer zeggen. Of duizend.’
‘Je moest geschaatst hebben rond het kasteel om bij Vebego hogerop te komen.’
Goedmakers vindt het wel prettig dat hij acht jaar voor Vebego in Zwitserland heeft gewerkt, ver weg van Nederland. ‘Ik sleepte daardoor niet een hele historie met me mee. Ik heb een beetje van bovenop de berg gezien wat er gebeurde en had een onafhankelijker blik. Ik zag een heel groot bedrijf, maar toch een behoorlijk klein groepje mensen aan de top. Men zei wel: je moet geschaatst hebben rond het kasteel om bij Vebego hogerop te komen. Als het gaat om diversiteit en inclusiviteit is dat het verkeerde voorbeeld.’
Daar is volgens Goedmakers veel in veranderd. ‘We hebben wat mensen van buiten gehaald en we zijn met mensen gestopt met wie we vele jaren gewerkt hadden. Dat zekerheidjes in het systeem niet meer zo zeker waren, heeft wel voor wat spanning gezorgd. We zijn ook met behoorlijk wat activiteiten gestopt, zoals uitzendwerk. Daarvoor zijn wij niet op aarde. Wij willen mensen langdurig aan ons binden. We hebben het over een revolutie, maar wel eentje met een kleine r.’
Ton Goedmakers (42)
Ceo van Vebego sinds 2021
Derde generatie
Woont in Amsterdam
Samen met Claire Janssen, ook derde generatie familiebedrijf