
In het kort
- De overheid heeft €100 mln moeten afschrijven op exportkredietverzekeringen aan IHC.
- De scheepsbouwer verkeert ondanks de redding in 2020 nog steeds in de problemen.
- Volgens Financiën loopt de overheid nog voor €180,5 mln risico bij IHC.
- Het concern onderhandelt met banken over een herfinanciering en verkoop kroonjuweel.
De Nederlandse staat heeft een flinke financiële tegenvaller te verstouwen bij de kwakkelende scheepsbouwer IHC. De overheid heeft een verlies van €100 mln moeten nemen op verstrekte exportkredieten. Dat kan verder oplopen omdat de staat op dit moment nog voor €181 mln aan risico loopt bij IHC.
In april 2020 werd het scheepsbouwconcern gered van een faillissement door een financiële reddingsboei van ruim €400 mln. De overheid nam daarvan €300 mln voor haar rekening, in de vorm van exportkredietverzekeringen en garanties op bankleningen. Het bedrijf stond op omvallen, onder meer vanwege grote verliezen op een aantal schepen. De kosten vielen bij die projecten veel hoger uit dan verwacht.
Nog steeds in zwaar weer
Ondanks de redding en een ingrijpende sanering verkeert IHC nog steeds in grote problemen. De omzet blijft ver achter bij de verwachtingen. Grote orders blijven uit en het concern kondigde onlangs aan nog eens 250 banen te schrappen en de werf in Krimpen aan den IJssel tijdelijk te sluiten.
Hoe IHC er momenteel financieel voor staat is onduidelijk. Het jaarverslag over 2021 is nog niet gepubliceerd. In de twee jaar ervoor maakte het concern een verlies van in totaal ruim €500 mln.
Onlangs berichtte het FD dat IHC onderhandelt met banken over een herfinanciering. Dochteronderneming Iqip, dat te boek staat als het kroonjuweel, staat in de etalage. De opbrengst van de verkoop, die voor het einde van het jaar zou moeten zijn afgerond, zal worden gebruikt voor aflossing van schulden.
Voor onderhandelingen over herfinanciering is op verzoek van de banken een financieel saneerder in de raad van bestuur benoemd: Michael de Roover, die de functie van chief restructuring officer vervult. De Roover heeft als partner bij adviesbureau PwC veel ervaring opgedaan met financiële herstructureringen.
Van groot belang
Die gesprekken zijn van groot belang voor de staat. Zo staan er volgens het ministerie van Financiën nog overheidsgaranties uit op bankleningen en uitstaande exportkredietverzekeringen bij IHC voor in totaal €181 mln. Volgens een woordvoerder van het ministerie van Financiën 'is de Staat voortdurend in gesprek met de onderneming - en diens financiers - om zodoende het risico op schade te beperken.'
Het definitieve verlies van €100 mln voor de overheid blijkt uit de 'Monitor exportkredietverzekeringen 2021' die onlangs werd gepubliceerd. Met dit schadebedrag heeft zich voor de staat 'het meest ongunstige scenario' voorgedaan waarover toenmalig minister Eric Wiebes van Economische Zaken sprak in een brief die hij eind april 2020 over de redding naar de Tweede Kamer stuurde.
Bedrijven als IHC sluiten vaak exportkredietverzekeringen af bij grote opdrachten uit het buitenland. Hierbij neemt de staat tegen een vergoeding het risico over als de afnemer van - in dit geval - schepen niet betaalt. De Nederlandse staat doet dat via Atradius Dutch State Business (ADSB).
Probleemschepen
Bij IHC heeft ADSB moeten uitkeren omdat schepen met grote vertraging zijn opgeleverd. De afnemer wilde niet opdraaien voor de sterk opgelopen kosten, waardoor IHC zwaar in de rode cijfers kwam. Om welke schepen het gaat wil het ministerie van Financiën in een toelichting niet zeggen 'omwille van bedrijfsvertrouwelijke informatie'.
Bekend is dat IHC in 2020 te maken had met twee probleemschepen: het baggerschip Spartacus voor het Belgische concern Deme en het offshoreschip Amazon van het Amerikaanse concern McDermott. De tegenvallers leidden tot een zwaar verlies voor IHC. Het concern kon daardoor leningen niet terugbetalen, waarna de banken een beroep deden op de exportkredietverzekeringen.
Uit Chinese handen
De huidige blootstelling van €181 mln van de Staat bij IHC is overigens veel lager dan tijdens de reddingsoperatie in 2020. Toen was het risico dat de overheid liep bij een faillissement van de scheepsbouwer €395 mln. Voor toenmalig minister Wiebes een van de belangrijkste redenen om het bedrijf te redden. Daarnaast moest het bedrijf, en vooral de technologische kennis, uit handen van Chinese partijen worden gehouden.
Van het openstaande garanties op exportkredieten probeert de overheid €67 mln nog te verhalen op IHC. Dat bedrag is omgezet in een achtergestelde lening aan het financieringsvehikel BV Finance Continuïteit IHC. De lening moet volgens een woordvoerder van Financiën worden terugbetaald uit 'overtollige liquiditeit' van IHC.
Maar gezien de problemen bij IHC is het de vraag of er momenteel geld over is om deze lening terug te betalen. Financiën noch IHC wil aangeven welke afspraken zijn gemaakt over betalingstermijnen.