
In het kort
- Rechtbanken, Raad van State en advocaten klagen over de slechte bezorging van aangetekende poststukken door PostNL.
- Onbezorgde post kan in de rechtspraak ernstige consequenties hebben, zoals de beroepstermijn van een veroordeelde die ongewild verstrijkt.
- PostNL bevestigt de problemen, en schrijft deze toe aan de coronapandemie toen bezorgers gewend raakten aan contactloos afleveren van post.
Verschillende rechtbanken, aangevoerd door de Raad voor de Rechtspraak, maar ook de Raad van State en advocaten klagen over de haperende bezorging van aangetekende juridische stukken. Dat zorgt voor problemen: zo komen bijvoorbeeld nota’s voor griffierecht, maar ook oproepen voor zittingen niet, of niet op tijd, aan bij de geadresseerde. En dat blijft niet zonder gevolgen. Zo kan het gebeuren dat de termijn om tegen een veroordeling in beroep te gaan, ongewild verstreken is.
‘Het probleem is in de kern dat rechterlijke instanties papieren post blijven sturen met daarin essentiële mededelingen, terwijl die weg onbetrouwbaar blijkt te zijn’, zegt Omgevingsrechtadvocaat Minou Woestenenk, die na een reeks van slechte ervaringen een kruistocht voert tegen het huidige verzendsysteem.
Dinosaurustijdperk
In een klachtbrief aan rechtbank Gelderland omschrijft Woestenenk zichzelf als 'Alice in Wonderland in het dinosaurustijdperk', verwijzend naar het verouderde postsysteem. Aanleiding voor de klacht was een door haar aangespannen kort geding dat niet ontvankelijk werd verklaard omdat het daarvoor benodigde griffierecht niet betaald was. De aangetekende nota van de rechtbank had haar nooit bereikt.
'Die nota bleek later onbezorgd teruggestuurd te zijn naar een lokale winkel met een servicepunt, maar niemand had mij daarvan op de hoogte gebracht.' Om dezelfde reden zwierf een aangetekende oproep voor een zitting van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State lange tijd rond.
Terwijl de advocatuur al jarenlang smeekt om digitale verzending van stukken, blijft een deel van de rechtspraak krampachtig vasthouden aan het gebruik van fysieke post. Vooral omdat die verzending veilig zou zijn. Maar de laatste jaren zijn bij dat argument wel wat kanttekeningen te plaatsen.
Jaarlijks worden er ongeveer een miljoen aangetekende poststukken verstuurd door rechtbanken, gerechtshoven en door de hoogste bestuursrechter van ons land: de afdeling bestuursrecht van de Raad van State. Zowel de Raad voor de Rechtspraak als de Raad van State bevestigen aan het FD dat er problemen met de bezorging zijn. 'Hierover zijn afgelopen tijd meerdere gesprekken gevoerd met PostNL, waarin het bedrijf is aangesproken op de problemen en op het nakomen van haar verplichtingen', zegt een woordvoerder van de Raad voor de Rechtspraak.
Boetekleed
Bob van Ierland, directeur post Nederland bij PostNL trekt het boetekleed aan. Hij bevestigt klachten vanuit de rechtspraak en Raad van State over 'de correcte overdracht van aangetekende zendingen'.
Volgens hem zijn de problemen voor een deel terug te voeren op de coronaperiode, toen postbezorgers afstand van de geadresseerde moesten houden. ‘Contactloos bezorgen was toen toegestaan. Het blijkt hardnekkig om de situatie weer terug te brengen naar de oude vorm, waarbij de handtekening van de ontvanger wordt gezet. We doen er alles aan om onze medewerkers bewust te maken: trainingen, maar ook controles om te zien of er een handtekening is geplaatst bij de overdracht van de zending’.
Het merendeel van de aangetekende zendingen wordt overigens correct bezorgd, wil de PostNL-directeur benadrukken. En ook in het geval van de juridische post is de kans dat het misgaat volgens Van Ierland heel erg klein. ‘We hebben het hier over een foutmarge 0,1%. Dat is ruim onder de contractueel afgesproken verplichting van 1% foutmarge’.
Van Ierland realiseert zich goed wat er voor betrokkenen op het spel staat, zegt hij. ‘Niet bezorgen van deze stukken kan tot heel vervelende consequenties leiden. Het moet dus gewoon goed gaan. We hebben hier iets te verbeteren’.