Hij verkoopt, pampert én bekritiseert schrijvers. En dat legt hem geen windeieren. Dinergesprek met 's lands grootste literair agent Paul Sebes (57). 'Natuurlijk doe je het voor de auteur, maar je wilt vooral zelf de superagent uithangen.'
Paul Sebes verdiende veel geld met de vertaalrechten van de Obama's en prins Harry. 'Als uitgevers meer moeten betalen, lopen ze hopelijk ook harder om die boeken te promoten.'Illustratie: Tina Zellmer voor Het Financieele Dagblad
Het eten kan Paul Sebes duidelijk erg weinig schelen, de foto die de basis vormt voor de illustratie des te meer. ‘Laten we een beetje op tijd gaan, zodat de zee nog goed in beeld is’, had hij gezegd. Oké, geen 18.00 uur dus, maar 17.00 uur. Maar voor het juiste licht dient het eten ook dan nog steeds een beetje snel op tafel te staan, stelt hij vast. ‘Moet het écht eten zijn? Of mag een nepbord ook?'
Ehh...
'Weet je wat, ik loop even naar achteren – ik ken ze hier - en vraag om iets dat snel klaar is. Dan kan jij straks bestellen.’
Zes minuten later serveert een kortgebroekte ober in Strandpaviljoen Noord in Bergen aan Zee een dampend bord bouillabaisse. Sebes kijkt tevreden door het raam: ruimschoots op tijd. ‘Oké, wat moet ik doen? Lepel naar mijn mond?’
De zee staat er even later goed op, zijn verhaal ruim twee uur daarna ook. Want Sebes (57) is niet alleen ’s lands grootste makelaar in boeken, ook wat causeurschap betreft behoort hij tot de top van Nederland. Hij heeft nog wel een vraag: ‘Verschijnt dit voor of na het Boekenbal? Op papier erna, online ervoor? O. Nou, ik zal wel zien of ik vrijdag een klap voor mijn kop krijg.’
Van Zuid naar Bergen
Amsterdamser dan Paul Sebes waren ze er niet. Nou ja, ímport-Amsterdamser; hij groeide op in Dordrecht. Maar hij vond met zijn ogen dicht de weg naar elk uitgeefhuis en kende elke barman in elke schrijverskroeg. Toch streek hij in 2019 neer in de provincie.
Twee jaar ervoor hadden hij en zijn zakenpartner Willem Bisseling zoveel geld verdiend dat vrienden die er verstand van hadden zeiden: nu moet je echt gaan beleggen, of een ander huis kopen. Sebes: ‘In Amsterdam zouden mijn echtgenoot (Willem-Jan Verlinden, fondsenwerver en auteur van een boek over de zussen van Vincent van Gogh, red.) en ik nooit verder komen dan wéér een appartement met zo’n kutbalkonnetje. Nee, dan Bergen, waar ik als kind al kwam. Het heeft de naam een rijkeluisdorp te zijn, maar toen ik op Funda die prijzen zag... Ik dacht zelfs: waar zit het addertje onder het gras?’
Addertjes waren er niet, dus woont Sebes nu vrijstaand. Wel moest hij wennen aan het dorpse leven. ‘Dan belt een totaal onbekende aan en vraagt: “Uw witte berk gaat toch weg?” Ehh, ja. “Mag ik daar een stuk van?” Ja, maar hoe wéét u dit?! Tsja, hier weten mensen dit soort dingen dus gewoon van elkaar.’
‘Schrijvers zijn erg afgunstig naar elkaar, omdat ze zich heel miskend kunnen voelen’
De gouden deal van 2017 herinnert hij zich nog precies. ‘Voor de Albert Heijn aan de Stadionweg kreeg ik een belletje van Crown, een Amerikaanse uitgeverij waarvoor we werken: “Paul, we’ve got them both. Barack én Michelle, elk met een eigen boek.” Dus ik belde ter plekke acht Nederlandse uitgevers: “We hebben allebei de Obama’s, en als je de vertaling wilt uitbrengen moet je morgen bieden. Nee, ik heb nog geen titel, geen samenvatting, niks, en elk bod lager dan een miljoen is een insult.” Nou, dan heb je binnen drie dagen ontzettend veel geld verdiend.’
Afgelopen zomer scoorde Sebes & Bisseling flink met de rechten van het boek van prins Harry. Hun fee varieert van 10% tot 25% van de opbrengst. ‘Ja, dat is in deze gevallen goed betaald, maar er zit voor ons kantoor (aan de Herengracht, met 21 medewerkers, red.) veel administratief werk aan vast.’
Uitgevers zijn niet altijd blij met Sebes, want zijn veilingmodel jaagt de prijzen van vertaalrechten op. Schouderophalend: ‘Die uitgevers krijgen dan ook heel goede boeken van ons. En als ze meer moeten betalen, lopen ze hopelijk harder om die boeken te promoten. Trouwens, voor bemiddeling bij een literair debuut, waarmee we soms twee jaar bezig zijn, krijgen we ook 15%. Oftewel €175.’
Pikorde
Hij kwam in 1991 naar Amsterdam toen hij als werkstudent Nederlands bij Prometheus-icoon Mai Spijkers aan de slag kon. Zeven jaar was hij diens assistent en pr-man. In 1998 begon Sebes tegen het advies van vrienden en bekenden in voor zichzelf, en sindsdien praat en dineert hij zich helemáál een slag in de rondte. ‘Heerlijk’ vindt hij dat voortdurende gecommuniceer. ‘Ik ben zelfs dol op mijn inbox.’
Met alcohol is hij tijdens interviews spaarzaam - zo ook nu. De drank vloeide echter rijkelijk toen hij journalist Jan Zandbergen souffleerde bij het opstellen van diens roemruchte Literaire Pikorde, in HP/De Tijd. De laatste aflevering van deze vrolijk-vileine ranglijst van de macht in boekenland verscheen in 2016 op een boekensite. ‘Paul wist als gossipkoning alle roddels, en in ruil daarvoor zette ik hem op plek 8 tot 12’, onthult Zandbergen in de voorbereiding op dit interview. ‘Technisch gesproken stond hij daarmee aan de hoge kant.’ Sebes: ‘Weet jij dat ik Jan hielp? Dat mag niet in de krant hoor!’
Serieuze vraag: hoe hoog zou hij zichzelf nu zetten? Na enig nadenken: ‘Wel in de top 5, want Sebes & Bisseling is ook internationaal echt groot. Met boven ons vrouwen die enorme concerns runnen die heel goed lopen. Maaike le Noble van uitgeverij Meulenhoff Boekerij zet ik op één. Zij heeft soms wel twaalf boeken in de bestsellerlijst.’
Zijn eigen drive is, zegt hij, ‘die deal willen maken. Dat heeft iets egocentrisch. Natuurlijk doe je het voor de auteur, maar je wilt vooral zelf de superagent uithangen.’ Nog steeds kent die superagent alle literaire roddels. Ook heeft hij volgens zijn vrienden een uitstekende persiflage van Connie Palmen in huis.
Zeldzaam: eerlijk zijn
Zijn grootste kwaliteit? Misschien is dat wel dat hij eerlijk durft te zijn tegen auteurs, analyseert hij. ‘Dat is vrij zeldzaam in het boekenvak. Zegt zo’n redacteur: “Toen ik het manuscript van Pietje of Anja binnenkreeg kon ik niet stoppen met lezen!” Flikker toch op, denk ik dan, ik heb het ook gekregen, en als je dát tot diep in de nacht hebt zitten lezen moet je in een schoenenwinkel gaan werken. Auteurs moet je wel een beetje pamperen, maar het zijn geen kleuters.’
'Wel zijn ze bovengemiddeld gevoelig. En afgunstig naar elkaar, dat ook. Omdat ze zich heel erg miskend kunnen voelen. Ik ken schrijvers die langer in het vak zitten dan ik en nooit meer dan duizend exemplaren van een boek hebben verkocht. Een beetje zielig vind ik dat. Stop er dan mee.’
Wijlen Harry Mulisch verkocht miljoenen boeken, maar Sebes vond er ‘geen zak aan’ - de verleiding om hem dat te vertellen heeft hij overigens altijd kunnen weerstaan. John Irving: ook niks. ‘Gewoon geen mooie zinnen.’
‘Niet-grappige homo's kwamen er bij het Leidse dispuut AquaVite niet in’
Een belangrijk deel van zijn werk is onzin buiten de deur houden. ‘Een man uit Sneek wilde per se een boek schrijven over het feit dat hij en zijn vrouw elke maand onder hypnose werden verkracht in een gespreksgroep. Ik vroeg: “Hoe weet u dat? Heeft u na afloop steeds pijn aan uw kont? En waarom gaan jullie dan nog steeds naar die gespreksgroep?” Die man boos: “U neemt mij niet serieus! Ik ga zelf wel een uitgever zoeken. Geef maar wat namen van grote uitgevers in Amerika.”’
Mailtje oud-leraar
Dat had Sebes in theorie kunnen doen. Hij kent namelijk ‘iedereen’. Zijn firma heeft anno 2023 ook medewerkers in Londen en Stockholm. 'En we verkopen zelfs Finse boeken in Japan, en vice versa.'
Kortom: het is goed zo, oordeelt de man die nog precies weet hoeveel homo's zijn Leidse dispuut AquaVite, alias het 'mooiemannendispuut', in de jaren 80 en 90 aannam ('In 1985 bijvoorbeeld twee en in 1991 vier; niet-grappige homo's kwamen er niet in'). 'Volgens vrienden uit die tijd wilde ik vroeger alleen maar beroemd worden. Die ambitie heb ik niet meer. Zelf ga ik geen boek schrijven. Te weinig talent.'
Maar ook een zaakwaarnemer kan beroemd zijn. Neem de vorig jaar overleden Haarlemmer Mino Raiola, dealmaker voor stervoetballers als Zlatan Ibrahimovic en Matthijs de Ligt: kon zelf nog geen lantaarnpaal passeren met een bal, maar iedereen kende hem. Sebes knikt. ‘Mijn voormalige leraar Nederlands zei tijdens een reünie: “Je praat nu de hele dag met mensen over wie ik je vroeger les gaf.” En dat is waar. Ik ben natuurlijk ook zijn paradepaardje.’
Even kijkt Sebes echt ernstig. ‘Niet lang geleden stuurde hij me een e-mail, met slechts één zin: “Ik volg je nog steeds. Groeten, Evert van Dijk.” Ik moest ervan huilen.’
De rekening, Strandpaviljoen Noord, Bergen aan Zee