De Amerikaanse aandelenbeurzen zijn de week uitstekend begonnen. Na de turbulente dagen rond Thanksgiving boekten vooral technologiebedrijven winst.
De Nasdaq eindigde 2% hoger. Gevolgd door de S&P 500 die een winst van 1,6% boekte. De Dow Jones schreef 1,5% bij.
Amerikaanse aandelen krijgen flinke steun van de olieprijs, die zich maandag herstelde. Een vat WTI-olie kostte $51,55, ruim een procent meer dan vrijdag. Oliebedrijven als ExxonMobil (+2%) en ConocoPhillips (+1,4%) profiteerden.
De Dow Jones werd aangevoerd door twee financiële partijen, creditcardmaatschappij American Express (+3,7%) en zakenbank Goldman Sachs (+2,8%)
Een andere grote winnaar was Microsoft (+3,3%). De beurswaarde van de softwaremaker is voor het eerst sinds 2010 groter dan die van Apple (+1,4%).
Ook sterke verkoopcijfers van retailers op Black Friday zorgden voor een impuls. Amazon (+5%) deed het uitstekend, en dat gaat nu eens niet ten koste van de traditionele retailers. Nordstrom (+1,5%), Kohl's (+3%) en JC Penney (+5,7%) boekten allemaal winst. Ook een in de VS genoteerde Chinese concurrent van Amazon, JD.com (+6%), deed goede zaken.
PayPal (+3,7%) had maandag te maken met twee tegenvallers, maar daar trokken beleggers zich weinig van aan. Het betaalbedrijf moet nog flink wat werk verzetten om de Britse kartelautoriteit gerust te stellen over de overname van iZettle eerder dit jaar. Een andere dochter, Venmo, heeft volgens de Wall Street Journal veel last van fraude.
Campbell Soup (-3,7%) heeft volgens diverse media vrede gesloten met Daniel Loeb. De activistische belegger wilde meer invloed met zijn fonds Third Point en krijgt die nu. De soepmaker stelt twee nieuwe bestuursleden aan.