Schoolmailtjes volgen elkaar in hoog tempo op bij ons thuis: over uitval van leraren, over positief geteste en over preventief teruggestuurde leerlingen. Een loopneus en het onderwijs houdt op. Betrokkenen bij het onderwijs houden de moed erin, maar weten: het belooft een lang schooljaar te worden. Schooluitval kan scholieren blijvend op achterstand zetten, bij al terugvallende lees- en rekenprestaties over de gehele linie in Nederland. Is dit de covid-19-generatie? Is dit de generatie die extra steun verdient?
In de coronacrisis gaat het voortdurend over solidariteit tussen generaties. In de eerste plaats draait het natuurlijk om het beschermen van de ouderen, die het kwetsbaarst zijn voor het virus. Het sociale leven is platgelegd of er is anderhalve meter tussen geduwd. De prijs daarvan is hoog voor jongeren die hun uitgaansleven missen.
In letterlijke zin is de prijs van deze anderhalvemetereconomie nog veel hoger. En de overheid trekt de portemonnee voor de schade: loondoorbetalingen, garantie- en steunregelingen voor werknemers en bedrijven. Het overheidstekort loopt dit jaar op tot 7,6% van het bbp en de staatsschuld stijgt naar 62% van het bbp volgend jaar. Nu de derde ronde van overheidsmaatregelen is ingegaan, vermindert de steun langzaamaan en de vraag is wie er verder gedupeerd raken en wat er met de openstaande overheidsrekening gebeurt.
De kans is groot dat de ongelijkheid zal toenemen, zo betoogde het Centraal Planbureau op Prinsjesdag in de Macro Economische Verkenningen. Deze voor iedereen gelijke crisis heeft ongelijke economische uitkomsten tot gevolg. Vooral kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt krijgen nu al onevenredig harde klappen: de nul-urencontracten, de flexwerkers en de zelfstandigen. In alle generaties zijn deze kwetsbare groepen te vinden. Maar toch valt wat op.
Zoals ouderen een grotere kans hebben op gezondheidsproblemen door het coronavirus, zo hebben scholieren en de daaropvolgende jongere generaties een groter risico om er economisch door getroffen te worden. In de groep flexwerkers is de groep tot 35 jaar behoorlijk oververtegenwoordigd. Laat dat nu ook de groep zijn die relatief minder vaak beschikt over een eigen woning, een financiële buffer of een zeker pensioen voor later. Hun economisch weerstandsvermogen steekt schril af bij de opgebouwde financiële vermogens waar ouderen over beschikken volgens cijfers van het CBS.
Met deze kwetsbaarheid voor jongere generaties is de vraag hoelang het nog gaat duren voordat er naast de ouderenpartij ook een jongerenpartij komt. Tot 21 december kunnen nieuwe politieke partijen zich aanmelden voor de Tweede Kamerverkiezingen van volgend jaar. Kom op snotneuzen, sta voor jullie belangen!
Ria Roerink werkt bij DNB; de column geeft niet per definitie de mening van de bank weer.
Lees meer columns van Ria Roerink
Groen herstel? De markt sorteert voor
Als de rente een aansteeklont wordt