Suriname heeft een wetsvoorstel ingediend om zijn schuld te saneren, zo meldde vakblad Global Capital vrijdag. Dat is nodig door de slechte economische omstandigheden in het land, dat een groot deel van zijn inkomen uit toerisme haalt.
Begin juli stemden houders van een $125 mln grote obligatie die in 2023 afloopt in met een herziening van de voorwaarden voor die obligatie. Suriname mocht rentebetalingen uitstellen en kreeg zo meer ademruimte. Maar deze maand moet er weer $25 mln overgemaakt worden en beleggers betwijfelen of Paramaribo daartoe in staat is.
Toch is er meer vertrouwen in een goede afloop dan in juli, voor het akkoord met de obligatiehouders en met Desi Bouterse toen nog als president. Destijds gingen investeerders ervan uit dat ze slechts veertig cent per dollar schuld terug zouden krijgen. Met een nieuwe regering en het akkoord met schuldeisers is dat opgelopen tot zo'n zestig cent per dollar.
De nieuwe Surinaamse regering van president Chan Santokhien wijt de schuldproblemen van het land aan Bouterse. Suriname zat voor de coronacrisis al diep in de schulden, na begrotingstekorten van gemiddeld 10,4% in de periode 2017-2019. Om de economie weer in goede banen te krijgen devalueerde de regering vorige week de Surinaamse dollar. Voor $1 geldt nu een tarief van 14 Surinaamse dollar, waar dat voorheen officieel 7,52 was.
De betalingsproblemen waarin verschillende opkomende economieën zijn beland leiden tot hernieuwde pleidooien om de verhouding tussen schuldeisers en de landen te hervormen. In een donderdag gepubliceerd rapport pleitten drie IMF-economen voor meer transparantie van landen over hun totale schuldpositie. Ook moet de manier waarop schulden worden verlicht of geherstructureerd beter worden gestandaardiseerd, zo stellen de drie.
Een belangrijke rol is weggelegd voor China. Dat land leende de afgelopen jaren honderden miljoenen aan Paramaribo. Met een serieus effect op de Surinaamse schuld: Uit de financiële nota van 2020 blijkt dat de totale schuld van Suriname aan China in juni 2019 ruim $447 mln bedroeg. Met een aandeel van 86% in de totale uitstaande bilaterale schuld is China daarmee de grootste buitenlandse crediteur.