
In het kort
- De Amsterdamse beurs profiteert van hausse in beursgangen van spacs.
- Hierbij gaat een lege zak geld naar de beurs, die op zoek gaat naar een geschikte fusiepartner.
- Maandag kondigde Bernard Arnault, de rijkste man van Frankrijk, aan een spac naar het Damrak te willen brengen.
Blanco cheques zijn volop in de mode op de Amsterdamse beurs. Dit jaar vinden mogelijk meer dan tien beursgangen plaats zonder bedrijf. Het doel van de beursgang is geld ophalen waarmee vervolgens een niet-beursgenoteerd bedrijf wordt gekocht. Dat krijgt vervolgens de beursnotering, zonder de kosten en moeite die traditioneel bij een beursgang horen.
Al het hele jaar regent het in de financiële wereld berichten over deze spacs, zoals ze in jargon heten: special purpose acquisition company. Bij deze bijzondere investeringsvorm moeten beleggers na de beursgang maar hopen dat de personen erachter met een sterk bedrijf op de proppen komen om mee te fuseren — in feite geven ze een blanco cheque.
Om die reden zijn er vaak klinkende namen aan een spac verbonden. Maandag kondigde LVMH-oprichter en rijkste man van Frankrijk Bernard Arnault aan dat hij met drie kompanen het lege investeringsvehikel Pegasus naar de Amsterdamse beurs brengt. Ze willen enkele honderden miljoenen ophalen om die in een fintechbedrijf te stoppen.
Niet de eerste
De Franse investeringsgroep is niet de eerste buitenlandse partij met plannen voor een spac op het Damrak. Ook het Britse Crystal Peak, een 'blancochequevehikel' van investeerder Michael Tobin, zou naar Amsterdam lonken, net zoals Martin Blessing, de Duitse ex-ceo van Commerzbank.
In korte tijd lijkt de beurs in Amsterdam te zijn uitgegroeid tot dé plek waar internationale bedrijven toegang hebben tot een wereldwijd netwerk van investeerders. Daar richten spacs zich op: ze zijn niet gebonden aan een lokale markt. Voor Jean Pierre Mustier, de zakenpartner van Arnault, is de keuze voor een notering in Amsterdam eerder dan Parijs, Londen of Frankfurt logisch. 'Amsterdam is na de brexit de duidelijke winnaar op de Europese financiële markten.' Daarbij wijst hij op de handelsvolumes, die sinds 1 januari in Amsterdam hoger liggen dan in Londen.
Bovendien stelt de Amsterdamse beurs, in tegenstelling tot enkele andere Europese beurzen, geen strengere voorwaarden aan spacs. Zo wordt de handel in de aandelen ervan niet opgeschort op het moment van aankondiging van een overname, in tegenstelling tot in bijvoorbeeld Londen. Ook het feit dat alle correspondentie in het Engels mag, is een voordeel.
René van Vlerken, hoofd noteringen van Euronext Amsterdam, verwacht dat er dit jaar nog 'een goede hand vol' spacs naar het Damrak trekt. 'Maar het is niet ondenkbaar dat het in de dubbele cijfers gaat lopen, als de spacs die nu in de markt liggen zich ook kunnen bewijzen.'
CM.com
Op het beursplein kreeg afgelopen vrijdag ESG Core nog een notering. Deze lege huls heeft wel een Nederlandse achtergrond: investeringsmaatschappij Infestos van de Twentse zakenman Bernard ten Doeschot is de initiatiefnemer.
De andere spac op het Damrak is Dutch Star Companies Two (DSC2). Dat vehikel van onder anderen Niek Hoek, de voormalige ceo van verzekeraar Delta Lloyd, maakte in november zijn debuut. Hoeks DSC2 is de opvolger van Dutch Star Companies One. Dat ging in 2018 naar de beurs. Na een lange zoektocht nam het Bredase techbedrijf CM.com begin 2020 de notering over.
In de Verenigde Staten zijn spacs al langer een hype. Vorig jaar werd er volgens persbureau Bloomberg met 388 spacs in totaal zo'n $126 mrd opgehaald. Zelfs sporthelden als Colin Kaepernick en Shaquille O'Neal hebben bekendgemaakt honderden miljoenen op te willen halen met lege beurshulzen.
Voor beleggers zijn spacs interessant omdat ze zo de kans krijgen om aan een beursgang mee te doen. Bij traditionele beursgangen lukt dat zelden, doordat alle aandelen worden opgekocht door grote, institutionele beleggers. Spac-beleggers hopen bovendien te profiteren van het uitstekende sentiment op de beurzen: de Amsterdamse AEX-index is op weg naar de grens van 700 punten.
De huidige spac-hausse is niet de eerste op de Amsterdamse beurs. In 2007, net voor het uitbreken van de financiële crisis, stonden er drie van zulke vehikels aan de Amsterdamse beurs genoteerd. Daarvan was de Pan-European Hotel Acquisition Company (Pehac) de eerste in continentaal Europa. Het liep uit op een sof: aandeelhouders stemden tegen overnames die de spac wilde doen, waarna het vehikel werd opgeheven en de aandeelhouders hun geld terugkregen.
Andere tijden
De tijden waren toen anders, vinden betrokkenen. 'Na het losbarsten van de kredietcrisis was het doen van overnames onmogelijk', zegt Pehac-oprichter Willem-Jan van den Dijssel nu. 'Toen sprongen allerlei arbitragefondsen op ons, die helemaal niet wilden dat wij een overname deden.' Daar hebben de nieuwe spacs van geleerd, denkt hij. 'Er wordt wat meer aan investor relations gedaan, zodat je niet alleen maar met Amerikaanse hedgefondsen als aandeelhouders zit.' Ook geven de statuten de initiatiefnemers achter de nieuwe generatie spacs wat meer ruimte om zelf te beslissen welk bedrijf ze overnemen, zegt Van den Dijssel.
Als kleine belegger in een spac stappen is volgens Van den Dijssel een slecht idee. 'Je kunt een voorgestelde fusie door de complexiteit nauwelijks zelfstandig beoordelen. Dan moet je wel heel erg op het management vertrouwen.'