In het kort
- Verzekeraar Achmea heeft in de tweede helft van vorig jaar flink betere resultaten geboekt.
- Het bedrijf hoefde minder uit te keren aan auto- en inbraakschade.
- De zorgverzekeringstak werd geholpen door een catastrofebijdrage van €251 mln door de rijksoverheid.
Achmea, de grootste schade- en zorgverzekeraar van Nederland, heeft ondanks de coronacrisis zijn winstgevendheid het afgelopen halfjaar flink opgevoerd. Het bedrijf hoefde minder uit te keren op schadeverzekeringen omdat er minder verkeersongevallen en inbraken waren. Ook kreeg Achmea een bedrag van €238 mln van de Nederlandse overheid ter compensatie van de coronaschade voor zorgverzekeraars.
Dat blijkt uit de jaarcijfers die Achmea vrijdag naar buiten heeft gebracht. Afgelopen augustus had Achmea nog een flinke winstdaling gemeld, grotendeels het gevolg van de coronapandemie, maar inmiddels staan de zaken er beter voor.
Meer winst, buffers groeien aan
Het bedrijfsresultaat kwam in de tweede jaarhelft uit op €503 mln, vrijwel een verdubbeling op jaarbasis. Over heel 2020 boekte Achmea een resultaat van €630 mln, een stijging van 15%.
Ook de solvabiliteit verbeterde in de tweede jaarhelft met 4 procentpunt tot 208% van het wettelijk minimum per einde van het jaar. Dat is nog wel lager dan de 214% eind 2019.
Bestuursvoorzitter Willem van Duin, die dit voorjaar vertrekt na twaalf jaar als hoogste bestuurder bij de verzekeraar, spreekt van 'een goed operationeel resultaat'.
€1 mrd voor niet-geleverde zorg
Vooral bij de zorgverzekeringstak van Achmea, bekend van merken als Zilveren Kruis en FBTO, had de coronacrisis veel impact. Niet alleen door het virus zelf, maar ook doordat andere zorg werd uitgesteld. Om zorgverleners te helpen die anders in de problemen zouden komen door weggevallen reguliere zorg, hebben de verzekeraars het afgelopen jaar 'continuïteitsbijdragen' betaald. Dat kostte Achmea €1 mrd.
'Het gaat om de betaalbaarheid van de zorg. Daarvoor is het niet goed als zorgverleners in discontinuïteit komen', zegt Van Duin.
Dat Achmea desondanks betere resultaten behaalde bij zijn zorgverzekeringsdivisie, komt omdat het zelf ook minder hoefde uit te keren door weggevallen zorg en door de catastrofebijdrage van €238 mln, die het bedrijf ontving uit het Zorgverzekeringsfonds. Achmea had vorige maand al laten weten dat het resultaat van de zorgdivisie hierdoor gunstig zou uitvallen, maar nog niet bekend was hoe hoog de bijdrage precies was.
Uitstroom zorgverzekeringen
Uit de resultaten blijkt ook dat Achmea het afgelopen jaar opnieuw zorgverzekeringsklanten heeft zien vertrekken. Het bedrijf meldt circa 4,8 miljoen zorgverzekerden te hebben tegen circa 4,9 miljoen vorig jaar.
Eerder meldde ook concurrent Menzis al een daling van het aantal verzekerden, terwijl VGZ juist recordgroei behaalde. De vierde van de grote zorgverzekeraars, CZ, heeft dat nog niet bekendgemaakt.
'Schaalgrootte is van belang', zegt bestuursvoorzitter Van Duin, maar de huidige, beperkte daling brengt dat niet in gevaar. De overstappers bestaan volgens hem vooral uit de groep klanten die kijken naar online polissen, waar relatief veel concurrentie op.
Lagere schadelast
De schadedivisie van Achmea profiteerde enerzijds van de coronacrisis — door minder auto- en inbraakschade — maar moest meer uitkeren op annulerings- en evenementenverzekeringen. Toch viel dat per saldo gunstig uit. Een belangrijke indicator daarvoor — de combined ratio — kwam uit op 92,9%, dat wil zeggen dat er tegenover elke euro aan premie-inkomsten €0,929 aan kosten en uitkeringen stonden. Dat is het beste resultaat voor Achmea sinds 2016.
Bij de divisie Pensioen & Leven daalde het resultaat het afgelopen jaar. Dat was vooral het gevolg van slechte beleggingsresultaten uit de eerste helft van 2020. In de tweede jaarhelft trokken de resultaten aan, maar dat was niet genoeg om de tegenvallers uit de eerste jaarhelft goed te maken.