Jan de Jong, voormalig inspecteur-generaal der Mijnen, bestrijdt het beeld dat Staatstoezicht op de Mijnen niet kritisch genoeg zou zijn geweest in het toezicht op de gaswinning in Groningen. In een gesprek met het FD zegt de ex-toezichthouder dat minister Henk Kamp (Economische Zaken) juist grote en onnodige risico's neemt.
Uit het zeer kritische rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid dat in februari uitkwam, bleek dat de opbrengst voor de Staat altijd de belangrijkste overweging is geweest. De veiligheid speelde een ondergeschikte rol. De Tweede Kamer legt minister Kamp nu het vuur na aan de schenen over de Groningse gaswinning en het gevaar voor de inwoners. De productie moet omlaag en de toezichthouder moet onafhankelijker worden van zijn departement, zo wil een Kamermeerderheid naar aanleiding van het rapport. ‘Alsof wij al die tijd hebben zitten slapen’, zegt De Jong nu in een gesprek met het FD. ‘Ik vind dat een groot en onnodig risico is genomen.’
Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) valt onder het ministerie van Economische Zaken. Moet dat anders?
‘SodM is in haar 205-jarig bestaan twaalf keer van ministerie veranderd dus het maakt mijns inziens niet zoveel uit onder wiens ministerie het hangt. Ik heb altijd gezegd wat ik vond dat er gezegd moest worden, maar nu de gaswinning in Groningen steeds meer ter discussie staat is het ongelooflijk belangrijk dat SodM de rug recht blijft houden. Daarom is een verbetering van de onafhankelijkheid een goede suggestie. SodM moet zelf de communicatie naar buiten kunnen voeren en een eigen budget krijgen om zelf opdracht te geven voor onderzoek naar aardbevingsgevaar door gaswinning.’
Shell, samen met Exxon eigenaar van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) die het gas in Groningen wint, heeft juist kritiek op het onderzoek dat SodM zelf is gaan doen.
‘Wij besloten zelf onderzoek te doen na de aardbeving in Huizinge in augustus 2012. Tot die tijd beschikte noch Economische Zaken, noch SodM over seismologische deskundigheid. Deze was alleen aanwezig bij het KNMI. Voor de kennis over geologie leunden we op TNO. Hun cijfers hadden nooit aanleiding gegeven om de winningsplannen van de NAM af te keuren.
Maar toen wij twee nieuwe inspecteurs in dienst hadden genomen die zelf in staat waren kritisch te kijken naar de tot dan toe gebruikte methode en cijfers, werd ons duidelijk dat er een direct verband bestaat tussen gaswinning en de sterkte en frequentie van aardbevingen. Ook werd ons duidelijk dat de maximale sterkte van bevingen in de toekomst aanzienlijk hoger zou kunnen zijn dan de tot dan toe veronderstelde 3,9 op de Schaal van Richter. Die bevindingen werden door de NAM en het KNMI niet enthousiast ontvangen. Desondanks heeft Staatstoezicht in januari 2013 het advies aan de minister uitgebracht dat de productie verlaagd moest worden. Als wij dat onderzoek niet zelf hadden gedaan dan was waarschijnlijk nu nog altijd niet duidelijk geworden hoeveel gevaar de gaswinning veroorzaakt.’
Is Economische Zaken zelf wel voldoende onafhankelijk in het zogeheten gasgebouw, het samenwerkingsverband tussen de Staat, Shell, Exxon en GasTerra voor winning en verkoop van Nederlands aardgas?
‘De directeur-generaal energie van het ministerie van Economische Zaken had altijd meerdere petten op. Hij was beleidsverantwoordelijk bij het ministerie en tegelijk ook op het hoogste niveau afgevaardigd bij de Maatschap Groningen en commissaris bij Gasterra die het Groningse gas verkoopt. Het is verstandig om daar een eind aan te maken. Maar het voornemen van de minister om de secretaris-generaal die rol te laten overnemen in het gasgebouw is geen verbetering. Dan komt de onafhankelijkheid van SodM juist in het gedrang, omdat de hoogste ambtenaar van het departement ook de ambtelijke baas is van de inspecteur-generaal van de toezichthouder en de jaarlijkse beoordeling over diens functioneren schrijft.’
De Onderzoeksraad van de Veiligheid verwijt SodM dat het onvoldoende kritisch is geweest in het verleden. Beaamt u dat?
‘Het rapport zet een beeld neer alsof iedereen tot 2013 alleen maar bezig is geweest met geld verdienen en dat het toezicht al die tijd heeft zitten slapen. Dat klopt gewoon niet. Er is juist heel veel aandacht geweest voor de veiligheid van de mensen in Groningen, alleen hebben de deskundigen tot 2013 volgehouden dat het risico voor de mensen in Groningen zeer klein was. Ook de stelling dat er sinds 2013 pas serieus iets aan het probleem wordt gedaan klopt niet. Het kabinet heeft in dat jaar juist besloten om 25% meer gas te produceren dan in het toen geldende winningsplan stond. Ook in 2014 is geen kuub minder geproduceerd dan voorgenomen in het nieuwe winningsplan van de NAM, dat nota bene door SodM was afgekeurd. Ik vind dat daarmee een groot en onnodig risico is genomen.’
Wat moet er nu gebeuren?
‘Bij een normale winter hoeft er maximaal 21 mrd m3 gas gewonnen te worden om de leveringszekerheid te waarborgen. Alleen bij zeer strenge winters is dat 35 mrd m3. Voorlopig lijkt dit jaar die hoogste hoeveelheid geproduceerd te zullen worden. Ondertussen wacht de minister nieuw onderzoek van de NAM af. Ik vind dat hij moet handelen op basis van de informatie die hij nu heeft en de gaswinning zo snel mogelijk zo veel mogelijk moet reduceren tot 21 mrd m3. Pas als er informatie komt die aantoont dat het gevaar kleiner is, kan de productie omhoog geschroefd worden, maar niet daarvoor.’