In Europees perspectief neemt Nederland met de arbeidsmarkt extreme posities in. Werknemers met een vast contract kennen een ruim bovengemiddelde ontslagbescherming, voor werknemers met een flexibel contract geldt precies het omgekeerde. Wie werkt op basis van een tijdelijk contract is in Nederland relatief slecht beschermd.
Dat is de uitkomst van een studie van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) naar de Nederlandse en Europese arbeidsmarkt. Het CBS bracht maandag het rapport Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt uit. In deze krant wordt sinds enkele weken een debat over de arbeidsmarkt gevoerd. Daarbij is onder andere de vraag aan de orde of de door velen gesignaleerde kloof tussen vast en flex op deze wijze nog wel te handhaven is.
Ontslagbescherming
De studie van het CBS laat nu zien dat Nederland ook in Europees verband een buitenbeentje is. Voor werknemers met een vaste aanstelling is in Nederland met name de individuele ontslagbescherming relatief groot. Voor deze groep is alleen de ontslagbescherming voor werknemer in Portugal groter. In Finland en Duitsland is het ook relatief lastig om vast personeel te ontslaan. Het andere uiterste doet zich voor in het Verenigd Koninkrijk, met een zeer beperkte ontslagbescherming voor werknemers in vaste dienst.
Ook voor werknemers die op basis van een tijdelijk contract werken kent het Verenigd Koninkrijk opvallend weinig ontslagbescherming. Maar hier krijgen de Britten Nederland aan hun zijde, dat werknemers met een tijdelijk contract een opvallend geringe bescherming biedt. In Spanje, Frankrijk, België en Italië is de ontslagbescherming, volgens maatstaven die het CBS overneemt van de Oeso, voor flexwerkers veel groter.
Flexcontracten
In Nederland groeide het aandeel van flexcontracten en zzp'ers sterker dan elders in Europa. De afgelopen tien jaar steeg het aandeel werkenden met een tijdelijk contract van 15% in 2004 tot 22% in 2014. In 2013 was dat voor de EU nog 14%. Daarnaast kende Nederland over deze periode een groei van het aandeel van zzp'ers van 8% naar 12%. Die groei van flex en zzp'ers samen, leidde tot een even grote daling van het aandeel van de vaste contracten.
Onderzocht is of mogelijk de bedrijvenstructuur kan verklaren waarom er in Nederland relatief veel flexibel wordt gewerkt. De conclusie is dat dit niet het geval is, omdat in bijna alle sectoren in Nederland relatief veel flexibel wordt gewerkt. Het verschijnsel van veel flex is dus direct terug te voeren op de manier waarop specifiek in Nederland de arbeidsrelaties worden georganiseerd.
Vriendelijke fiscus
Het CBS onderzoekt overigens niet of het hoge aandeel van flexwerk misschien het gevolg is van de Nederlandse belastingwetgeving. Sommige onderzoekers stellen dat met name de groei van het aantal zzp'ers samenhangt met de in Nederland voor deze groep vriendelijke fiscale behandeling.
Het CBS tekent overigens aan dat alle cijfers vergeleken met vorige publicaties flink zijn gaan schuiven omdat het bureau per 1 januari een ander werkloosheidsbegrip hanteert. Tot eind vorig jaar had iemand pas een betaalde baan als hij of zij ten minste twaalf uur in een week aan de slag was. Die grens is verlaagd tot één uur per week. Omdat relatief veel mensen met kleine baantjes geen vast contract hebben, heeft deze definitiewijziging het aandeel van flexwerk in de Nederlandse economie over de afgelopen jaren flink verhoogd.
Regionale verschillen
Binnen Nederland zijn er volgens het CBS aanzienlijke regionale verschillen op het gebied van flexarbeid. Deze verschillen hangen samen met de mate van verstedelijking: in de grote steden is het aantal flexwerkers het grootst. Van de werknemers met een flexcontract heeft na drie jaar ruim een derde een vaste baan. Werknemers in Utrecht, Noord-Brabant en Gelderland hebben een grotere kans op vast werk dan werknemers in andere provincies.
Verder komt naar voren dat bedrijven met veel flexwerkers niet innovatiever zijn dan bedrijven met veel vaste krachten. Werkgevers die flexwerkers ontwikkelmogelijkheden en uitdaging bieden en die zorgen voor opname van flexwerkers in de bedrijfscultuur, blijken wel innovatiever te zijn dan werkgevers die dat niet doen.
Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn.
2 reacties
Zelfs CBS verschuift haar uitgangspunten zodanig dat de conclusies hierdoor sterk worden beinvloed. Als je van 12 upw zakt naar 1upw als ondergrnes, betrek je ongeveer iedereen met een bijbaan, nevenfunctie e.d. bij de flexcontravten. Dat vertekent de uitkomst. Bivendien is de vraag of "dus" de rechtsbescherming van vaste medewerkers moet worden verminderd of juist die van flexwerkers moet worden versterkt. De Nederlandse economie is groot en flexibel geworden door vertrouwen tussen werknemers en werkgevers. Dat bereik je door mensen zekerheid, veiligheid, ontplooingsmogelijkheden te geven en het gevoel "erbij" te horen. In de huidige situatie nemen die gevoelens van betrokkenheid af, waardoor meer het eigenbelang, de korte termijndoelen en egocentrie toenemen.
En ook hier worden de ZZP'ers weer op dezelfde hoop 'gegooid'.
De ZZP'er is ondernemer en geen werknemer, hoezo is er dan rechtsbescherming uit hoofde van werknemer / werkgever relatie noodzakelijk. Deze is er niet.
Maw het word ttijd voor een goede definitie.
Reactie niet ok? Meld misbruik bij de redactie.