We moeten ons niet laten verlammen door de angst dat robots en de digitalisering ons werk overnemen. Wie de nieuwe technologie omarmt en actief op zoek gaat naar de kansen die het biedt, krijgt andere mogelijkheden. Met andere woorden: innovatie leidt dus niet per definitie tot baanverlies. Belangrijk is wel dat de politiek en de beleidsmakers meedoen, en de nieuwe technologie, zoals drones en het werken met grote hoeveelheden data, via scholing en wet- en regelgeving in de samenleving inbedden. Dat zegt Rinie van Est, onderzoeker van het Rathenau Instituut.
Van Est heeft met zijn collega-onderzoekers in opdracht van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid onderzoek gedaan (pdf) naar de relatie tussen technologie en werkgelegenheid. De Tweede Kamer had om dit onderzoek gevraagd nadat minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Lodewijk Asscher eind september op het jaarlijkse congres van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelde dat robotisering een verwoestende invloed heeft op de werkgelegenheid en extreme ongelijkheid bevordert.
Robot als de ideale werknemer
Volgens Asscher is nu al sprake van een geringere beloning van werknemers, een schevere inkomensverdeling en minder inkomenszekerheid. Hij wijst erop dat robots in hoog tempo 'toegankelijker, betrouwbaarder en goedkoper' worden. Ze kunnen ook nog eens '24 uur per dag werken, zijn nooit ziek, zeuren niet om loonsverhoging en staken niet'. Daardoor wordt het steeds interessanter voor werkgevers hen in te schakelen. 'Voor een aanzienlijk deel van de bestaande banen kunnen zij werknemers vervangen', stelt Asscher.
Nieuwe technologieën hebben altijd tot maatschappelijke zorgen geleid, zo stellen de onderzoekers van Rathenau. Nog voor de opkomst van de personal computer in 1979 stelde het kabinet een commissie in die de maatschappelijke gevolgen van micro-elektronica moest onderzoeken. Het rapport van deze commissie legde vervolgens de basis voor een industriebeleid en plaatste de informatiemaatschappij op de sociale en politieke agenda. Ondanks dat de technologie in het verleden voor nieuwe banen heeft gezorgd, denkt 70% van de Europese burgers dat robots hun banen zullen afpakken. Met name het negatieve effect op banen van de middenklasse is een heikel punt.
Investeren in onderwijs
Angst voor massawerkloosheid is ook volgens Bas ter Weel, onderdirecteur CPB en hoogleraar economie aan de Universiteit van Maastricht, niet nodig. Van Weel wijst er in een interview in het rapport op dat wel op een juiste manier moet worden geïnvesteerd in het onderwijs. 'Probeer zo veel mogelijk mensen de juiste vaardigheden te leren om in een nieuwe baan terecht te kunnen komen. Het onderwijssysteem is ingericht op een wijze alsof we net de industriële revolutie hebben gehad. De vraag die voorligt is of dit het enige is dat je kinderen wilt leren. Het huidige tijdperk vraagt ook om vaardigheden waar mensen in uitblinken ten opzichte van computers.'
Ook bepaalde mbo- en hbo-opleidingen zouden volgens Van Weel onder de loep moeten worden genomen om te achterhalen of zij voldoende aansluiten bij het bedrijfsleven en de juiste prikkels bieden. Nu worden onderwijsinstellingen betaald per instromer, met een diplomabonus, en wordt er nauwelijks gekeken of die persoon ook werk krijgt met zijn diploma.
Niet meer focussen op vast werk
Behalve in het onderwijs, zijn volgens Ter Weel ook veranderingen op de arbeidsmarkt nodig. Het aantal flexwerkers groeit. Werkgevers hebben enerzijds behoefte aan commitment, anderzijds aan flexibiliteit. De vaste baan is in Nederland lange tijd heilig geweest, maar de focus op vast werk heeft geleid tot te veel beschermen van vaste banen en te weinig aandacht voor andere werkvormen.