Robotisering vernietigt banen, maar het werk blijft, zo luidde de afgelopen weken de sussende boodschap van academici en beleidsmakers. Theorieën over de massale vernietiging van vooral middenklassebanen verkopen goed, maar de paniekzaaiers moeten niet de boventoon gaan voeren. Onder meer de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en de Koninklijke Vereniging van Staathuishoudkunde (KvS) publiceerden eerder deze maand studies waarin ze de populaire angstbeelden poogden te nuanceren.

Welvaartsverhoging
De rode draad daarbij was dat robots ook omarmd dienen te worden, vanwege de welvaartsverhoging die ze met zich mee brengen: automatisering en robotisering schroeven immers de arbeidsproductiviteit op, zodat lonen en daarmee ook de consumptie stijgen, zo luidt het scenario dat momenteel aan momentum wint. Daarin klinken ook de recente temperende conclusies van de gezaghebbende Amerikaanse econoom David Autor door: robots pakken onze banen niet af, ze zorgen er wel voor dat de inhoud ervan ingrijpend verandert.
Alle nuance ten spijt, veel reden voor gerustheid is er ook niet: er is bij dezelfde experts een zekere consensus dat de voorspelde welvaartsgroei gepaard gaat met een bijzonder ingewikkeld herverdelingsvraagstuk: het hoogopgeleide deel van de arbeidsbevolking komt in een positie om een onevenredig groot stuk van de taart op te eisen. Iemand met bijvoorbeeld uitzonderlijke softwarekennis is tientallen malen productiever geworden dan een heel leger andere werknemers.
Toppers versus laaggeschoolden
In deze opkomende 'supersterreneconomie', die onderdirecteur Bas ter Weel van het Centraal Planbureau (CPB) recent schetste in deze krant, zal het toptalent er in toenemende mate voor kiezen om als zelfstandige te kapitaliseren op zijn vaardigheden in plaats van in loondienst. Zo laten de toppers ongeschoolde en laaggeschoolde werknemers mijlenver achter zich, en onttrekken ze zich ook nog eens aan het sociale stelsel waar die zwakkere groepen op terug kunnen vallen.
Schrijnende situaties
Dergelijke trends kunnen de welvaart in absolute zin weliswaar doen stijgen, maar leiden tegelijkertijd tot schrijnende situaties, zegt hoogleraar arbeidsrecht Evert Verhulp. 'Op macro-niveau zal de werkloosheid niet dalen. Wel verschuift er heel veel werk naar de bovenkant. Op micro-niveau betekent het dat specifieke groepen de klos zijn. Mensen met een diploma in middelbaar administratief onderwijs zijn kansloos op de arbeidsmarkt.'
De grootste zorg van Verhulp en andere academici is een interbellum, een tussenperiode van grote onzekerheid waarin met name grote ondernemingen op korte termijn massaal afscheid nemen van personeel, zonder dat er uitzicht is op nieuw werk. Banen verdwijnen niet zozeer van de ene op de andere dag, zegt Verhulp, ze worden gaandeweg steeds uitdagender doordat werkgevers almaar hogere eisen stellen in termen van technologische kennis en vaardigheden. De huidige bijscholingssystemen zijn ondergekapitaliseerd en bij lange na niet toegerust om werknemers daartegen te wapenen.
Mbo-funcite raakt uitgestorven
De meest kwetsbare sector is die van financiële dienstverleners en banken, zegt PwC-partner en hr-adviseur Robert Charlier. Hij verwacht op basis van een inventarisatie in bestuurskamers dat de mbo-functie er over tien jaar volledig uitgestorven zal zijn. Het verdwijnen van 9000 banen bij Rabobank is een actueel voorbeeld. Charlier: 'De meeste ICT-innovaties tot nu toe zijn financieel gedreven en gericht op het besparen van banen, niet op de creatie ervan.'
Salariscurve verdwijnt
Verhulp wijst ook naar de onderkant van de rechtshulp en zelfs de rechtspraak als risicogebieden: online-instrumenten maken het nu al mogelijk om binnen een halfuur gestandaardiseerde verweerschriften te produceren die 'beter zijn dan wat de gemiddelde advocaat maakt'.
Een typisch Nederlands probleem is bovendien dat door robotisering ook de salarisgebouwen aan het wankelen gebracht worden, benadrukt de hoogleraar: wanneer de levensduur van de gemiddelde loopbaan ineens gehalveerd wordt of erger door technologische disruptie, verdwijnt ook de houdbaarheid van de salariscurve waarbij werknemers tien jaar 'ingroeien' naar de top van hun schaal. 'Het principe van inleveren aan het begin en oogsten aan het eind is mooi bedacht voor wanneer je carrière veertig jaar duurt, maar dat gaat inmiddels niet meer op.'
Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn.
2 reacties
What's new?
Dit is al gaande sinds de industriële revolutie en heeft met horten en stoten veel welvaart gebracht.
De paniekzaaiers moeten JUIST WEL de boventoon gaan voeren! Laat je niet slaap zussen door de WRR en de KvS.
Robotisering is onvermijdelijk en levert idd meer 'gemak' op voor de samenleving. En ook waar is dat, er bijv. in een fabriek 300 mensen worden ontslagen, er ook andere werkgelegenheid bij zal komen, bijv. voor onderhoud van robots. Maar is een fractie, zeg 10% arbeidsplaatsen en idd hoogopgeleid. Dus netto verlies 270 banen. En dat kan zelfs een kind begrijpen, dus vooral niet gaan nuanceren!
Hoe nu om te gaan met het feit dat elke tweede of derde mbo-er nooit mee een baan zal krijgen.
Ruwweg twee keuzes: we werken allemaal minder, zeg 20-25 uur per week. Of een bepaald deel van wat nu heet de beroepsbevolking, wordt 'gewone' (niet-werkende) bevolking. Ik hoor sommige al denken, met al die vrije tijd, opstaan er nog meer golfbanen, jachthavens, shopping malls als vrijetijdsbesteding, dus weer werk in de dienstverlening. Dat klopt, maar nog steeds een fractie van het aantal werklozen. Maar belangrijker is dat de samenleving daar simpelweg geen GELD/MIDDELEN voor heeft. we hebben nu al een begrotingstekort met 6,8% werkloosheid. Dus behoudens naar 20/25 uur per week werken, ook nog eens zo'n 30 to 40% in bestedingspatroon omlaag (happy golfing)!
En nu maar aanzien hoe lang dat houdbaar is?
Gelukkig herstelt het systeem zichzelf en zullen degenen met weinig het halen bij degenen met meer. Zoals is het al eeuwen, oorlog.
Reactie niet ok? Meld misbruik bij de redactie.