Bij supermarktketen Albert Heijn is maandag de duizendste jonggehandicapte aan het werk gegaan, en AH wil dat aantal in 2016 nog verdubbelen. Waar veel werkgevers klagen over hun opdracht om 'beschutte' banen te creëren binnen een toch al krappe banenmarkt, ziet de super een belangrijke voorbeeldrol voor zichzelf weggelegd, zegt AH-directeur winkels en logistiek Cees van Vliet in gesprek met het FD.
'Wij willen een voortrekker zijn op dit gebied', zegt hij. AH hanteert al geruime tijd het credo 'in iedere winkel ten minste een Wajonger'. Dat doel is inmiddels ruimschoots overschreden met 650 winkels waar duizend jonggehandicapten werken als vakkenvuller, schoonmaker of vraagbaak. Sommige winkels kunnen volgens Van Vliet zelfs doorgroeien naar vijf of zes jongeren uit de Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Jongehandicapten (Wajong), en AH gaat ze nu ook in distributiecentra plaatsen.
Witte raaf
De keten is op dit gebied een witte raaf binnen het Nederlandse bedrijfsleven. Dat heeft zich op groepsniveau gecommitteerd aan de afspraak met het kabinet om in 2026 100.000 arbeidsgehandicapten aan het werk te hebben. Het gaat daarbij om mensen die niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen. Veel werkgevers willen wel plaatsmaken voor die groep, maar verkijken zich op wat het in de praktijk betekent.
De eindstreep is nog ver weg, maar nu al verloopt de operatie met horten en stoten, zo bleek vorig jaar uit de eerste cijfers. Van de 7500 gehandicaptenbanen die werkgevers dit jaar hebben gecreëerd, zijn er zo'n 4500 nog altijd niet ingevuld, zo bleek eind vorig jaar uit cijfers van werkgeversvereniging AWVN. En in de publieke sector, die zich heeft gecommitteerd aan 25.000 banen, zijn de geluiden nog wat somberder dan in het bedrijfsleven.
Psychische stoornis
Vooral binnen grote bedrijven blijkt het lastig om deze taak op de agenda te houden. AH slaagt daar wel in, mede doordat het dertien medewerkers volledig heeft vrijgemaakt om het project te begeleiden. De keten overlegt wekelijks met het UWV om voeling te houden met geschikte kandidaten in de kaartenbak van deze uitkeringsinstantie. Iedere gehandicapte - velen van hen lijden aan een psychische stoornis - krijgt een eigen begeleider aangewezen op de winkelvloer.
'Hoe groter de supermarkt, des te makkelijker het is om een plaats te creëren', zegt Van Vliet. Verder is het cruciaal om een goed gedefinieerde, eenvoudige functieomschrijving te maken waar niet van mag worden afgeweken. 'Deze groep hecht zeer aan gestructureerd werk. Je kunt een diepvriesvuller niet af en toe bij de broodafdeling neerzetten.'
Niet meegeteld
Een ander belangrijk punt is dat de supermarktmanagers niet afgerekend worden op gedaalde productiviteit. Van Vliet: 'Wajongers worden niet meegeteld bij de doelstellingen, zodat de bedrijfsleider geen extra moeite hoeft te doen om die te halen.' Met andere woorden: een onderneming dient de lagere productiviteit van een arbeidsgehandicapte voor lief te nemen.
Dat doen veel werkgevers nog altijd niet, zegt directeur Tof Thissen van het UWV Werkbedrijf. Het is opmerkelijk hoeveel ambitie het bedrijfsleven toont, maar tegelijkertijd ziet hij dat men veel moeite heeft met de vraag hoe die in te vullen.
'De verwachting van veel werkgevers sluit niet helemaal aan. Ze vragen om iemand die wekelijks 32 uur beschikbaar is en allerlei incidenten moet kunnen oplossen. Hij of zij moet ook nog goed met klanten kunnen omgaan en zo min mogelijk begeleiding nodig hebben. Dan zeg ik tegen ze: jullie willen gewoon een nieuw personeelslid! Het is dus ook onze taak om dat proces te begeleiden. Educatie van de werkgever.'