
ASML is 'achteraf gezien te optimistisch geweest' over de ontwikkeling van de nieuwste generatie chipmachines. Dat zegt de topman van ASML, Peter Wennink, zaterdag in een gesprek met het FD. Daarin gaat hij voor het eerst uitvoerig in op de vertraging die 's werelds grootste bouwer van chipmachines heeft opgelopen met zijn zogeheten EUV-machines. Deze apparaten moeten straks garant staan voor de productie van nog kleinere en energiezuiniger halfgeleiders.
'Het had te maken met de EUV-lichtbron die werd ontwikkeld door het Amerikaanse bedrijf Cymer, een leverancier van ons. We hebben te lang gesteggeld over het intellectueel eigendom van hun lichtbron die volledig geïntegreerd is in onze machines. Uiteindelijk hebben we het bedrijf overgenomen en vanaf dat moment gestaag voortgang geboekt, maar het was drie jaar te laat.’
Kleinere structuren printen
De nieuwste machines van ASML gebruiken ultra violet (EUV) licht in plaats van lasers om nog kleinere structuren op chips te kunnen printen. Meer structuren per oppervlak, betekent kleinere en krachtiger chips.
In de elektronicamarkt wordt alom verwacht dat met EUV-lithografie de constante verkleining van microchips kan worden doorgezet, maar de technologie stelt ASML voor ingewikkelde vraagstukken. Zo vervliegt ultraviolet licht zodra het in aanraking komt met materie. Ook is het een uitdaging de lichtbron voldoende krachtig te maken. Daarnaast maakt EUV gebruik van extreem ingewikkelde en ultravlakke spiegels in plaats van lenzen en leidt het kleinste stofje al tot vervuiling die de productie verstoort.
Beleggers snel nerveus
ASML ontwikkelt de nieuwe apparaten, die zo'n €100 mln per stuk kosten, samen met grote klanten en (mede)aandeelhouder Intel, Samsung en het Taiwanese TSMC. De nervositeit in de markt loopt op en iedere hardop geuite twijfel over de haalbaarheid van EUV leidt tot een scherpe koersdaling van het aandeel ASML.
Onlangs daalde op één dag de koers met bijna 6% nadat een technicus van chipmaker Intel op een congres had gezegd dat zijn bedrijf EUV pas zou omarmen als de techniek gereed is. Het concern uit Veldhoven benadrukt iedere keer dat het nu op koers ligt en dat ook voor 2016 de technische doelstellingen worden behaald.
Internet of Things
Volgens Wennink komt verdere digitalisering van de samenleving, vaak aangeduid, als het 'Internet of Things', in gevaar als ASML er niet slaagt de nieuwe machines op tijd aan de praat te krijgen. De EUV-apparaten moeten de honderden miljarden elektronicachips produceren die nodig zijn om steeds meer apparaten op internet aan te sluiten. Wennink: 'Het moet, want een alternatief zien wij niet. Iedereen heeft het over artificial intelligence, over zelfrijdende auto's. Die komen er alleen als we de prijs per transistor elke twee tot drie jaar weten te halveren. En het moet kleiner. Steeds kleiner.'
Wennink blijft onverminderd vasthouden aan de belofte dat over drie jaar de productie van de machines op gang zal zijn gekomen, maar geeft toe een spannend aantal jaren voor de boeg te hebben. Zeker omdat de huidige generatie chipmachines haar houdbaarheidsdatum dreigt te bereiken.
'Alles wat we konden verzinnen hebben we gedaan om de huidige technologie als een citroen uit te wringen en zo de jaren vertraging te overbruggen. Maar we gaan nu richting het einde. We hebben nog tot aan het einde van dit decennium en tegen die tijd is EUV klaar, dus het moet elkaar net kunnen overlappen. Maar als het niet lukt hebben we wel een issue, want wat gaat de klant dan doen?’
Lees zaterdag het interview met Peter Wennink over de plaats van ASML in de regio Brabant, de relatie met Philips en over het aansturen van 15.000 techneuten