Fransen kiezen tussen extremisten en (new) old boys
Werkgevers waarschuwen voor een 'economische ramp' als de Fransen de verkeerde president kiezen. Zondag is de eerste ronde.
Werkgevers waarschuwen voor een 'economische ramp' als de Fransen de verkeerde president kiezen. Zondag is de eerste ronde.
Het is een ietwat onderbelicht punt, maar één 'voordeel' voor Frankrijk is er zeker als Jean-Luc Mélenchon van La France Insoumise ('Het rebellerende Frankrijk') de presidentsverkiezingen wint. De Fransen lopen dan weliswaar het risico de Navo en de euro vaarwel te moeten zeggen, ze krijgen er nauwere banden met de Bolivariaanse Alliantie, bekend van de virtuele betaaleenheid Sucre, voor terug.
Onder het kopje ‘Voor de onafhankelijkheid van Frankrijk’ meldt het verkiezingsprogramma van Mélenchons partij La France Insoumise (‘Het rebellerende Frankrijk’) onder meer dat de extreemlinkse kandidaat ‘andersglobalistische’ samenwerking nastreeft. Daaronder blijkt ook aansluiting bij de Bolivariaanse Alliantie — een initiatief van Venezuela en Cuba — te vallen.
Toen dit uitkwam, haastte Mélenchon zich te zeggen dat hij 'van Frankrijk geen Cuba wil maken'. Die alliantie is alleen bedoeld voor het Franse overzeese gebiedsdeel Frans Guyana. 'Jullie denken toch niet dat ik zo stom ben dat ik voorstel om de Europese Unie te verlaten om ons aan te sluiten bij de Bolivariaanse Alliantie', mopperde de door andere kandidaten uitgedaagde Mélenchon.
Normaliter zouden waarnemers niet zoveel aandacht hebben voor de standpunten van een politicus uit de kansloze marge. Maar Mélenchon heeft de afgelopen weken een onverwachte opmars gemaakt. Hij zou volgens de laatste peilingen 19% van de stemmen halen. Omdat de scores van de andere drie kandidaten uit de top-vier niet ver van elkaar liggen, staat Mélenchon plots in de schijnwerpers.
Dat maakt het Franse zakenleven en financiële markten nerveus. De extreemrechtse Marine Le Pen van Front National is al jaren een politieke factor van betekenis. Zondag is de eerste ronde van de presidentsverkiezingen. Als Le Pen de tweede ronde haalt, op 7 mei, is ze kansloos, tonen alle peilingen. Maar de uiterste linkerzijde van het spectrum heeft nu ook een kampioen. Gezien de kleine verschillen in de enquêtes, is er zelfs een kans dat de Fransen in de tweede ronde van de stembusgang mogen kiezen tussen Le Pen of Mélenchon.
Bij de Franse werkgevers zit de angst voor zo'n scenario er inmiddels goed in. Eerst hielden ze zich in het politieke debat nog tamelijk afzijdig. Maar begin april verbrak bestuursvoorzitter Jean-Luc Petithuguenin van het afvalbedrijf Paprec de stilte: hij vroeg zijn 4500 werknemers in een mailtje of ze alsjeblieft niet op het Front National wilden stemmen. Marine Le Pen zal Frankrijk ruïneren, waarschuwde hij.
'Ik zal een concreet voorbeeld geven waar ik bang voor ben als FN wint', zei hij tegenover de zender France Info. 'Ik heb in Frankrijk €1 mrd geïnvesteerd, maar daarvoor een schuld opgebouwd van €500 mln. Die is in euro's - mijn financiers willen geen terugbetaling in francs. De FN doet alsof het geweldig voor me is als we van de euro op de franc overschakelen, maar dat betekent dat mijn schuld €100 mln hoger uitvalt, gezien de verwachte devaluatie van de franc met 20%.'
Petithuguenin kreeg na het versturen van zijn mail naar eigen zeggen via sociale media 'zeer agressieve reacties' op zijn dak. Maar zijn oproep is overgenomen. Woensdag deden negentig Franse topondernemers een klemmend beroep op de kiezer om niet op een 'extremist' te stemmen. Dat wil zeggen: niet te kiezen voor Mélenchon of Le Pen.
'Het vertrek van Frankrijk uit de EU zou een economische ramp zijn', lichtte voormalig werkgeversvoorzitter Laurence Parisot woensdag in een radio-interview toe. 'Investeerders zouden Frankrijk ontvluchten, net als talenten. En onze schulden zouden zich op een rampzalige manier vermenigvuldigen.'
De negentig topondernemers hameren er in hun 'alarmkreet', zoals ze het noemen, verder op dat de Fransen zondag móéten gaan stemmen. Zo'n 30% van de kiezers zou in de eerste ronde thuisblijven, blijkt uit peilingen.
Dat speelt Le Pen en Mélenchon, van wie de aanhang behoorlijk gemotiveerd is om naar de stembus te gaan, in de kaart, zo vrezen de ceo's. 'Elke stem die zondagavond ontbreekt, betekent een 'ja' voor de instorting van onze economie, een 'ja' voor de bedreiging van onze persoonlijke vrijheden, en een 'ja' om Europa te doden.'
Met de twee andere politici uit de huidige top vier, de conservatieve François Fillon (Les Républicains) en de liberale Emmanuel Macron (En Marche!), heeft het bedrijfsleven minder problemen. Die staan een hervormingsgezinde agenda voor. Bij Fillon en Macron gaan de Fransen later met pensioen, en is de 35-urige werkweek niet veilig. Le Pen en Mélenchon ijveren juist voor het terugbrengen van de pensioenleeftijd naar 60 (nu 62), en koketteren met verkorting van de werkweek.
Een belangrijk verschil tussen Fillon en Macron is er uiteraard ook. Beiden staan positief tegenover mondialisering. Maar Fillon is maatschappelijk conservatief; hij staat veel kritischer ten opzichte van immigratie en de multiculturele samenleving dan Macron.
Sommige waarnemers zien in Fillon vooral een vertegenwoordiger van het Franse conservatieve establishment. Werkelijke hervormingen zouden van hem niet te verwachten zijn. Bij 65-plussers en gepensioneerden haalt hij de meeste stemmen van de top vier.
Macron zou als outsider de echte vernieuwer zijn. Maar een werkelijke outsider is hij niet. Zijn beweging En Marche! is dan wel piepjong en nieuw op het Franse politieke toneel, Macron en zijn entourage zijn dat niet. De voormalig minister van economische zaken en ex-bankier van Rothschild onderhoudt nauwe banden met sleutelfiguren van de BV Frankrijk.
Hierbij gaat het om mensen als gouverneur François Villeroy de Galhau van de Franse centrale bank, bestuursvoorzitter Stéphane Richard van telecombedrijf Orange, internetondernemer Xavier Niel en de spreekbuis van de Franse deeleconomie, Frédéric Mazzella (BlaBlaCar). Bernard Mourad, die als bankier bij Morgan Stanley de totstandkoming van de in het Amsterdam genoteerde kabelreus Altice mede mogelijk maakte, en daar ook uiteindelijk in dienst trad, is tegenwoordig adviseur van Macron.
Macrons verkiezingsprogramma is tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van Jean Pisani-Ferry, een vooraanstaand econoom en voormalig adviseur van president Hollande. Wat er op tafel ligt, is volgens analisten niet links, maar ook niet rechts. Macron koppelt economische liberalisering aan een Zweeds sociaal model, net als in de jaren zeventig Giscard d'Estaing, zo stelde politicoloog Thomas Guénolé van de universiteit Sciences Po onlangs.
En Marche! bedient daarmee potentieel kiezers aan linker- én rechterzijde. Dat is ook zijn zwakke punt, menen sommige analisten. Sowieso is Macrons opkomst ten dele te danken aan het schandaal waarin François Fillon van Les Républicains verwikkeld raakte. Totdat uitkwam dat zijn vrouw Penelope Fillon zonder aantoonbare tegenprestatie te leveren jarenlang een vergoeding als parlementair assistent opstreek, was Fillon de gedoodverfde winnaar van de verkiezingen.
De aanslag van donderdagavond in Parijs, opgeëist door terreurorganisatie Isis, geeft Fillon mogelijk nog wat wind in de zeilen. Maar of Macrons voorsprong werkelijk in gevaar komt, is de vraag.
Een belangrijk punt is ook of En Marche! werkelijk potten kan breken. Sommige economen zijn sceptisch. 'Macron is geen heiland', stelde bijvoorbeeld econoom Christoph Weil van Commerzbank vrijdag in een notitie. Het grootste probleem van Frankrijk is de relatief hoge werkloosheid, aldus Weil. En ook Macron pakt volgens hem de barrières voor het scheppen van banen niet werkelijk aan.
Daarbij is het nog de vraag of een president Macron, als het zo ver komt, met zijn nieuwe politieke beweging in juni bij de parlementsverkiezingen ook een factor is, en of hij dan de noodzakelijke allianties in het parlement kan sluiten. Kan hij meerderheden organiseren? Zo niet, dan krijgt hij niets voor elkaar.
De vergelijking met Giscard d'Estaing, gemaakt op basis van het verkiezingsprogramma, is daarbij niet per definitie positief, zo komt naar voren uit de profilering van Giscard door Jonathan Fenby in zijn History of Modern France. Fenby: 'Giscard belichaamde de groeiende ongelijkheid, gedroeg zich superieur en had geen gevoel voor de zorgen van de gewone man'.
Precies dat zou de achilleshiel van Macron kunnen zijn.