Het is een gevoelige nederlaag voor minister Ronald Plasterk, die in januari de portefeuille Wonen overnam van VVD-bewindsman Stef Blok. Vorige week toonde Plasterk zich bereid de Wet Kwaliteitsborging Bouwen een jaar later in te laten gaan, in de kennelijke hoop de Eerste Kamer gunstig te stemmen. Omdat het kabinet niet met nieuwe toezeggingen kwam, restte hem niets anders dan uitstel van stemming te vragen, anders liep hij het risico dat de senaat de wet zou afwijzen. Nu ligt het onderwerp op het bord van een nieuw kabinet.

Het voorstel, dat in februari groen licht kreeg van de Tweede Kamer, wilde het bouwtoezicht overhevelen van gemeenten naar private partijen. Zo moest de administratieve arbeid voor de bouwer minder worden en de bouwleges dalen. Een ander punt was de aansprakelijkheid. De bewoner of opdrachtgever moet nu aantonen dat hij gebreken die zich na de oplevering voordoen niet heeft kunnen waarnemen. In het wetsvoorstel wordt de aannemer daarvoor aansprakelijk gesteld.
Tot de laatste snik actief
De wet was een geliefd onderwerp van lobbyende voor- en tegenstanders. 'Ik heb niet eerder een veld meegemaakt waarin de lobby zo acuut, heftig, permanent en tot de laatste snik actief was', zei Plasterk vorige week in de senaat.
'Wij hebben nooit op stoelen en banken staan dansen voor de wet' zegt directeur Jan Fokkema van Neprom, de vereniging van projectontwikkelaars. 'De aansprakelijkheid is al goed geregeld en er bestaat al een stelsel van waarborgstellingen. Als een aannemer failliet gaat, is de consument zelden de dupe. Wel kan dit een manier zijn om de leges te doen dalen.'
Brandbrief
Lobbyorganisatie Bouwend Nederland vindt dat de aannemer in het voorstel overal aansprakelijk voor werd gesteld. 'Zo wordt bouwen een juridisch gevecht voor je begonnen bent', aldus woordvoerder Pim Nusselder. 'We hebben er geen moeite mee dat een gewone consument wordt beschermd. Maar een professionele opdrachtgever moet zelf verantwoordelijk zijn voor zijn ontwerpen.'
Kritiek
Bouwwethouders uit de vier grote steden verstuurden eind vorige maand een brandbrief.
De kritiek groeide sinds de amendementen van Tweede Kamerlid Albert de Vries (PvdA), die een grotere rol voor de gemeenten bij het toezicht bepleitte. Daarop verzonden de bouwwethouders uit de vier grote steden, onder wie de Amsterdamse VVD-bestuurder Eric van der Burg, eind vorige maand een brandbrief. Zij schreven dat Plasterks ambtenaren de amendementen 'gebrekkig hebben vertaald'. Daardoor wordt 'de gemeente verantwoordelijk voor het adequaat interveniëren als het mis gaat, terwijl de toezichtinstrumenten worden ontnomen om te kunnen waarnemen en beoordelen of het mis gaat'.
Grenfell Tower
De timing van de brief was pijnlijk goed. Twee weken daarvoor was in Engeland een discussie over falend bouwtoezicht losgebarsten nadat de Londense Grenfell Tower was afgebrand, met minstens tachtig doden tot gevolg. Ook huurdersbelangenorganisatie De Woonbond riep op tegen te stemmen. Zij noemde het voorstel 'een pakket van reparaties en uitstel' en 'een lapmiddel'. De vele kritiek miste haar uitwerking niet en Plasterk telde zijn knopen.
De vraag is hoe het verder moet. In een aantal gemeenten wordt al geëxperimenteerd met toezicht door een commerciële partij. Zo werd in april een groot distributiecentrum in Dordrecht opgeleverd door een dochter van bouwgroep Janssen de Jong, waarbij de private kwaliteitsborger Seconed de controle had overgenomen.
Zulke experimenten kunnen worden voortgezet op basis van vrijwilligheid, stelt Neprom-directeur Fokkema. 'Als een gemeente dit aandurft kan zij op basis van een gecertificeerde, private bouwtoets goedkeuring verlenen aan een bouwplan, zonder zelf nog te controleren.' Of het bij experimenten blijft is aan een nieuw kabinet.
Lees ook