We zien ze elk jaar terugkomen: de overzichten met inkomsten en uitgaven van de overheid. Het kabinet spendeert hier een beetje extra, bezuinigt daar een beetje meer. Om deze bedragen kleur te geven zet het FD dit jaar de miljoenennota in een breder perspectief.
De juf krijgt loonsverhoging. Defensie krijgt er, mede onder druk van president Trump, een beetje bij. De regering kan wat extraatjes uitdelen nu de economie weer aantrekt, maar uiteindelijk moet het uitgavenplaatje wel in evenwicht komen met de overheidsinkomsten. Kortom, een puzzelstuk voor het kabinet.
Dit jaar wordt de begroting vastgesteld door een demissionair kabinet, waardoor grote beleidswijzigingen uitblijven. Een prima moment om de begroting eens in een groter referentiekader te plaatsen. Bijna €80 mrd voor sociale zekerheid klinkt als veel, maar valt in relatieve zin mee in vergelijking met het verleden en met andere landen.
Waar gaat ons geld aan op?
Overheidsbegroting 2018 in € mrd
Bron: Rijksoverheid
Deel 1: De regeerperiode van Rutte
Bezuinigen, bezuinigen, bezuinigen. Dat is de strekking van de berichtgeving over beide kabinetten Rutte in de afgelopen jaren. Vreemd genoeg is Rutte tijdens zijn regeerperiode bijna elk jaar méér miljarden gaan uitgeven aan posten als sociale zekerheid en zorg. Pas wanneer de uitgaven worden gerelateerd aan de economie (het bruto binnenlands product, bbp) wordt zichtbaar dat hij gedurende zijn periode als minister-president is gaan minderen.
Deel 2: De explosie van uitgaven in 70 jaar tijd
De overheidsuitgaven zijn afgelopen decennia in rap tempo toegenomen. Zo'n 150 jaar geleden bedroeg de miljoenennota - toen nog 'millioenenrede' genoemd - nog geen 10% van het bbp, in de jaren tachtig was het al meer dan verzesvoudigd tot boven de 60%. Inmiddels is dat percentage teruggebracht tot 42,5%.
De ene wat meer, de ander wat minder
Overheidsuitgaven in de afgelopen 70 jaar in % van het bbp
Start Historisch
Groei en beheersing
De verzorgingsstaat is sinds de jaren '50 steeds verder uitgebouwd. Uitgaven aan sociale zekerheid en de gezondheidszorg namen enorm toe. In de jaren vijftig werd door het kabinet Drees de Algemene Ouderdomswet (AOW) en de Werkloosheidswet (WW) ingevoerd, halverwege de jaren zestig introduceerde kabinet Cals de Algemene Bijstandswet (ABW).
De relatieve afname van de overheidsuitgaven sinds de jaren '80 is niet alleen te danken aan overheidsbeleid. Ook de hogere arbeidsparticipatie droeg er aan bij. Zo gingen meer vrouwen aan het werk. Tegenwoordig heeft 65% van vrouwen in de leeftijdscategorie van 15 tot en met 75 jaar een (deeltijd)baan. In 1983 lag dat nog op 41%. Daardoor steeg het bbp sneller dan de overheidsuitgaven.
Sociale zekerheid
'Nederland is ziek', zei toenmalig premier Lubbers in 1990. Hij zei dat toen een groot aantal mensen in de WAO waren beland, zo'n 900.000. In de jaren tachtig liep de collectieve uitgavenquote sterk op tot zelfs boven de 60% in begin jaren tachtig.
Sinds die tijd zijn enkele regelingen versoberd. Zo is het recht op kinderbijslag voor kinderen van 18 tot 27 jaar afgeschaft en gingen de uitkeringspercentages van de WAO en de WW omlaag. Vandaag de dag zitten er minder dan 300.000 mensen in de WAO.
Zorg
De zorguitgaven namen decennia lang toe, maar kwamen in een versnelling na 2000. Een van de oorzaken is de toenemende vergrijzing onder de Nederlandse bevolking. Ook nieuwe behandelingsmethoden en hogere prijzen voor de gezondheidszorg spelen een rol. De kosten van geneesmiddelen zijn sinds 1998 sterker gestegen dan het bbp.
Defensie
De uitgaven aan defensie zijn in de loop van de tijd fors afgenomen, dankzij minder militaire dreiging na beëindiging de Koude Oorlog. Momenteel wordt iets meer dan 1% van het bbp uitgegeven aan defensie.
Dit jaar maakte de Amerikaanse president Donald Trump zich sterk dat alle Navo-bondgenoten – dus ook Nederland – zich moeten houden aan de norm om ten minste 2% van hun bbp uit te geven aan defensie. Daarnaast zorgen de talloze terroristische aanslagen voor consensus om de defensie-uitgaven te verhogen.
Subsidies
De overheidssubsidies bestonden begin jaren vijftig vooral uit vergoeding voor oorlogsschade en landbouwsteun. Na de ervaringen van de oorlog wilde de overheid voedseltekorten voorkomen. De subsidie voor oorlogsschade nam in de jaren zestig snel af, de landbouwsubsidie daalde pas in de jaren tachtig. Tegen die tijd kwam er een breed spectrum aan nieuwe regelingen bij: van de Wet Investeringsrekening (WIR) tot exportsubsidies tot steun aan bedrijven in nood (zoals Fokker en Nedcar). De piek in 1995 is toe te schrijven aan een eenmalige afkoop van jaarlijkse subsidies aan woningcorporaties.
Rente
De rentelasten dalen al decennia lang. Niet vanwege de staatsschuld, want die stijgt elk jaar, maar door de gedaalde rente. Begin jaren tachtig moest de overheid nog rentepercentages van tegen de 10% betalen, inmiddels is dat teruggevallen tot minder dan 2%. Op nieuwe 10-jarige leningen betaalt de Nederlandse staat zelfs minder dan 1%.
Bron: CPB
Deel 3: Nederland in de middenmoot
Overheden van welvarende landen geven relatief meer uit aan goede scholing, uitgebreide infrastructuur en het handhaven van de publieke orde dan die in ontwikkelingslanden. Daarnaast heeft de cultuur invloed op de omvang van de publieke uitgaven en de verdeling daarvan. Frankrijk hecht bijvoorbeeld veel waarde aan sociale zekerheid, de VS weinig.
Internationale uitgaven
Uitgaven per land aan verschillende kostenposten in 2015 in % van het bbp
Bron: OESO
Nederland schaart zich in de middenmoot van de westerse landen. Ver verwijderd van landen als Frankrijk en Denemarken, waarbij de overheden elk meer dan 50% van het bbp verdelen, maar ook op ruime afstand van Zwitserland en Japan die ongeveer een derde van het bbp uitgeven. Zwitserland is een voorbeeld van een klein land (8,4 miljoen inwoners) waar het bbp relatief gezien hoog uitvalt omdat het een thuisland is voor enkele grote multinationals, waaronder Glencore, Nestlé, ABB, Novartis en Adecco.
Per uitgavepost bekeken komt de VS het vaakst voor in het rijtje met uitschieters. Het land geeft grofweg 3,5% van het bbp uit aan defensie, ruim boven de Navo-norm van 2%. Dat gaat ook op voor de zorg. De VS besteden meer dan 9% van het bbp aan de zorg. Ook dat is ruim boven het internationaal gemiddelde. Gemiddeld dragen overheden van Oeso-landen circa 6,5% van het bbp bij aan de zorg.
Prinsjesdag: de marsroute
Wanneer komen we met welke artikelen? (tijden onder voorbehoud)