Na tien jaar crisis in Europa met toenemende armoede, hoge jeugdwerkloosheid en een dreigend bankroet van zuidelijke landen laat 2017 een kentering zien. Door het herstel van de arbeidsmarkt heeft Europa gemiddeld genomen weer een socialer gezicht gekregen.
Dat concludeert de Duitse Bertelsmann Stiftung in een onderzoek naar sociale rechtvaardigheid in Europa dat donderdag wordt gepubliceerd aan de vooravond van de ‘sociale EU-top’. Europese regeringsleiders en sociale partners zijn vrijdag bijeen in het Zweedse Gotenburg om te praten over de ‘Europese pijler voor sociale rechten’.
De Duitse denktank publiceert jaarlijks de Social Justice Index. Terugkerende koplopers zijn de Scandinavische landen. Nederland staat op de zesde plaats en Duitsland op de zevende. De onderzoekers zien verbeteringen in crisislanden Spanje en Griekenland. Toch blijft Griekenland hekkensluiter omdat 23,7% van de beroepsbevolking niet werkt en de jeugdwerkloosheid nog steeds op 47,3% staat (2016).
‘Het is duidelijk dat de achterstand van de zuidelijke landen in Europa de keerzijde is van het succes van landen als Duitsland’, zegt Daniel Schraad-Tischler, projectleider van de Bertelsmann Stiftung, in een toelichting op het kantoor aan de Berlijnse Under den Linden. ‘Maar de kern is dat we nu een duidelijke verbetering van de arbeidsmarkt zien.’
Arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt is in 26 van de 28 EU-lidstaten verbeterd in vergelijking met vorig jaar. Gemiddeld is de werkloosheid in de EU in 2016 gedaald tot 8,7%. Het onderzoeksinstituut noemt 2013 het ‘hoogtepunt’ van ‘de sociale crisis’. Toen lag de gemiddelde werkloosheid in de EU op 11%.
Schraad-Tischler onderstreept dat de kloof tussen Noord- en Zuid-Europa nog steeds groot is. Dat is ook terug te zien aan het hoge aantal kinderen van 18 jaar en jonger dat door armoede wordt bedreigd: in totaal 25 miljoen. ‘Griekenland en Spanje zijn hard geraakt door de crisis én bezuinigingen. De discussie over de verloren generatie is niet voorbij.’
De Nederlander Aart de Geus, directeur van de Duitse denktank, roept op tot ‘EU-breed politiek leiderschap’. Dat moet ervoor zorgen dat alle landen profiteren van de opwaartse trend. ‘Vooral de jongeren mogen niet aan hun lot worden overgelaten’, waarschuwt hij.
Schraad-Tischler ziet ook ‘divergerende krachten’. ‘Portugal heeft met succes de arbeidsmarkt hervormd, maar Italië is vastgelopen.’ Tsjechië en Slovenië scoren goed met respectievelijk de vierde en vijfde plaats na ‘overtuigend sociaal beleid’. Maar Polen en Hongarije vielen terug. In deze landen doen rechts-populistische regeringen eerdere successen in het onderwijs ‘teniet’.
Duitsland en Nederland
Noordelijke landen hebben volgens de onderzoekers hun eigen uitdagingen. ‘Duitsland heeft ondanks de conjunctuur geen wezenlijke stappen gezet in armoedebestrijding.’ Langdurige werkloosheid is ondanks regeringsdeelname van de SPD nog altijd een probleem.
Met een sterk sociaal vangnet om armoede tegen te gaan en hoge arbeidsparticipatie behoort Nederland tot de kopgroep binnen de EU. Maar het onderzoeksinstituut stelt ook dat Nederland niet terug is op het niveau van voor de crisis. Het gevaar van armoede op hoge leeftijd is in Nederland ‘aanzienlijk’ toegenomen van 5,6% in 2015 tot 9,1% nu. Schraad-Tischler heeft geen plausibele verklaring. ‘Het gevaar van armoede onder kinderen ligt op 14,7% ook nog beduidend hoger. En in verhouding tot Europa doet Nederland het op beide punten nog steeds goed.’
Mensen die elders zijn geboren maken opvallend weinig kans op de Nederlandse en Duitse arbeidsmarkt. Samen met Duitsland kwam Nederland in deze vergelijking uit op de 23ste plaats. Dit heeft wat betreft Duitsland te maken met de gebrekkige opleiding en taalvaardigheid van vluchtelingen. In de concurrentie met Duitsers zijn ze vaak kansloos. ‘Dat zal komende jaren nog meer weerspiegeld worden in de Duitse cijfers’, voorspelt Schraad-Tischler.
Duitsland wordt komende jaren naar alle waarschijnlijkheid geregeerd door Merkels christendemocraten, de liberalen en de Groenen met de sociaaldemocraten van de SPD in de oppositie. De vraag is of Merkel IV langdurig werklozen aan het werk krijgt en de pensioenen weet te hervormen. De onderzoekers durven geen voorspellingen te doen.
Christof Schiller, een andere auteur van het rapport zegt: ‘Ik denk dat het niet zozeer afhangt van de politieke kleur maar veel meer van de vraag of vakpolitici de sleutelposten bekleden. De federale overheid moet het ook eens worden met de deelstaten en dat is lange tijd niet het geval geweest. Er zijn kleine stappen gezet.’ Schraad-Tischler zegt dat effecten van structurele hervormingen pas jaren laten goed zichtbaar zijn in de cijfers over sociale gerechtigheid.