Het lukt gemeenten niet of nauwelijks om de 25.000 asielstatushouders met een bijstandsuitkering aan het werk te helpen. Dat blijkt uit een schriftelijke rondgang van het FD langs de ruim dertig regiocoördinatoren van de gemeentelijke sociale diensten. De diensten zelf houden het op gebrek aan geld en te veel regels. Anderen zien te weinig gevoel voor urgentie en daadkracht bij de gemeenten.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid reageert bezorgd. 'Er zijn te veel statushouders met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Het moet en kan echt beter', zo laten de staatssecretaris Tamara van Ark (VVD) en minister Wouter Koolmees (D66), in een gezamenlijk antwoord weten.
Landelijk bezien bedraagt de arbeidsdeelname van de grootste groep nieuwkomers — uit Syrië en Eritrea — die sinds 2014 naar Nederland is gekomen na anderhalf jaar slechts 5%. Tegelijkertijd zien de coördinatoren van de sociale diensten in bijna alle sectoren voldoende vacatures waar statushouders in principe voor in aanmerking komen.
De antwoorden van de regiocoördinatoren komen overeen met de bevindingen uit een intern rapport van Divosa, de koepel van sociale diensten. De gang naar werk komt daarin naar voren als een ‘springprocessie van Echternach’, de aanduiding van een proces dat onnodig traag verloopt. 'De landelijke inrichting van integratie en inburgering is in hoge mate gebureaucratiseerd en vaak slecht op elkaar afgestemd', schrijven de rapporteurs. Zo overlappen verplichte taallessen soms met werkroosters, tot frustratie van zowel werkgevers als docenten.
Bedroevend
Niet alle gemeenten waren in staat cijfers aan te leveren. Sommige houden alleen bij hoeveel statushouders een leer-werktraject zijn gestart. Een greep uit de regio's die wel bijhouden hoe groot de uitstroom is, geeft een bedroevend resultaat.
In de regio Drechsteden zitten 752 statushouders in de bijstand, In 2017 wisten 56 van hen betaald werk te vinden. In Zuid-Kennemerland IJmond raakten 4 van de 88 statushouders aan het werk. In de regio Helmond de Peel (348 statushouders) zijn de resultaten niet veel beter. In Asten vond één persoon een baan, net als Someren. In Deurne bleef de teller op 0 staan.
Bij elkaar wisselden in de zeven aangesloten Brabantse gemeenten 18 mensen hun uitkering in voor een salaris. De gemeenten Amstelveen en Aalsmeer (AA) behaalden dubbele cijfers. Van de 1102 vonden 33 mensen betaald werk. Geen enkele regio wijkt van het beeld af.
Weinig mankracht
De gemeenten verweren zich op verschillende manieren. Inburgering duurt gemiddeld drie jaar, zo stellen ze. Tot die tijd is het ondoenlijk om van iemand die een traumatische vlucht achter de rug heeft en de taal onvoldoende beheerst te vragen een baan te vinden, zeker nu hij of zij tegenwoordig zelf verantwoordelijk is om zijn weg in de Nederlandse samenleving te vinden.
Daarnaast vergt begeleiding naar betaalde arbeid maatwerk. De mankracht die hiervoor nodig is hebben gemeenten niet door aanhoudende bezuinigingen. Vaak heeft tijdige huisvesting prioriteit, omdat een vaste woon en verblijfplaats voorwaarde is voor het verkrijgen van een uitkering.
Koolmees en van Ark noemen het 'een topprioriteit om nieuwkomers vanaf hun eerste dag in Nederland te laten starten met taalles en hen zo snel mogelijk aan het werk te krijgen.' Gemeenten hebben in hun ogen nu al meer mogelijkheden om het integratieproces te versnellen, maar ze kondigen niettemin aan 'samen met onder meer gemeenten, de hele inburgering op de schop te nemen. De taal leren en aan het werk gaan, krijgen daarin een belangrijke rol.'
Lees ook
Vluchtelingen met privaat geld aan het werk helpen mag van minister
Eerder deze week toonde Koolmees zich enthousiast over een project in Veldhoven waar voor het eerst een private investeerder statushouders intensief gaat begeleiden naar betaalde arbeid.
Wat vinden experts?
‘We creëren zo een granieten laag in de bijstand’
Wie: Maarten van Ooijen
Is: adviseur Lysias Consulting, raadslid (CU) gemeente Utrecht
Maarten van Ooijen doet veel onderzoek naar de arbeidsparticipatie van statushouders. Zijn conclusie: het gaat allemaal niet snel genoeg. 'Dit is echt een mega-urgent probleem', zegt de fractievoorzitter in de Utrechtse gemeenteraad voor de ChristenUnie en adviseur bij consultantsbureau Lysias Consulting. 'We hebben te lang gezegd dat we deze mensen het beste eerst een tijdje met rust konden laten en zorgen voor huisvesting en een uitkering. Dat is een misvatting van de bovenste plank.'
Van Ooijen waarschuwt voor de gevolgen. 'Als we deze groep nu niet snel aan het werk krijgen, creëren we over een paar jaar een granieten laag in de bijstand van tienduizenden mensen. Dan is de afstand tot de arbeidsmarkt zo groot dat betaald werk onrealistisch wordt.'
Gemeenteraden moeten wat hem betreft het voortouw nemen. 'Ik roep ze allemaal op de precieze cijfers boven tafel te krijgen. In Utrecht hebben we het gedaan en de schrik was groot. 95% van de 1400 statushouders is uitkeringsafhankelijk. Opeens staat het probleem dan hoog op de agenda.'
Hij denkt dat werkgevers meer dan ooit bereid zijn mensen aan te nemen nu de vacatures ons om de oren vliegen: 'We hebben een geweldig aanbod voor ze. Bijna allemaal jonge mensen met veel potentie. Het vergt van werkgevers een investering, dat wel. Maar in een half jaar zijn al enorme stappen te maken.'
Het is volgens de 27-jarige parttime politicus voornamelijk een kwestie van organisatie. 'Van links tot politiek rechts zijn we het eens over het doel, en toch lukt het niet. Laten we nu eindelijk doorpakken. Net als in het veiligheidsdomein gebeurt, waar politie, justitie en gemeente samen om de tafel zitten om op individueel niveau cases te bespreken. Breng de statushouders bij naam en toenaam in beeld om er voor te zorgen dat alles klopt: opleiding, werk en taallessen. Zo'n aanpak kost geld, maar de besparing op termijn is enorm.'
‘Veel mensen zijn als de dood hun uitkering kwijt te raken’
Wie: Annemiek Dresen
Is: oprichter van werkbegeleider NewBees
Ook Annemiek Dresen ervaart de mismatch tussen gemeente en arbeidsmarkt. Zij is oprichter van NewBees, een organisatie die in drie steden vluchtelingen aan concrete werkprojecten koppelt. Na een carrière bij ABN Amro deed ze vrijwilligerswerk in een vluchtelingenkamp op het Griekse eiland Lesbos en besloot het roer om te gooien. 'Het is toch doodzonde als we het talent van deze mensen niet snel inzetten.'
NewBees is oorspronkelijk opgezet om asielzoekers vanuit een azc vrijwilligerswerk aan te bieden. 'We zijn met onze “doelgroep” meegegroeid en ze hebben nu bijna allemaal een bijstandsuitkering, maar meestal geen werk'.
Dresen en haar team begeleiden nu zo'n 250 statushouders, van wie ze hoopt dat 10% binnenkort aan de slag gaat. Dat percentage kan veel hoger, denkt Dresen. Ze ziet vooral een te weinig pragmatische aanpak om taalbeheersing en werk te combineren. 'Geef mensen de mogelijkheid te werken, de taal te leren en gaandeweg de nodige extra certificaten te halen. Taalonderwijs zou daarbij veel meer toegespitst kunnen worden op de arbeidsmarkt. Een schilder heeft een andere woordenschat nodig dan een horecamedewerker. Bovendien kan iemand op die manier meteen deelnemen in onze samenleving, in plaats van te moeten wachten.’
Dresen ziet onder druk van de krapte op de arbeidsmarkt wel steeds meer animo bij werkgevers, maar ook dat bij hen veel onbekend is over de doelgroep. 'Ik spreek op allerlei bijeenkomsten en conferenties waar het altijd wemelt van de beleidsmakers en wetenschappers, maar de private sector zie ik zelden. Die dialoog is belangrijk. Het vraagt wel wat van bedrijven om culturele verschillen op de werkvloer te overbruggen.'
Ze ziet nog een andere barrière: ‘Veel mensen zijn als de dood hun uitkering kwijt te raken.’ Ze pleit voor een 'zachte landing' op de werkvloer, waarbij flexibele arbeidsdeelname mogelijk is. 'Op die manier kunnen mensen sneller waarde toevoegen, wat bovendien bijdraagt aan hun welzijn en zelfvertrouwen.'