Buitenlandse bedrijven trekken gedesillusioneerd weg uit Myanmar sinds de Rohingya-crisis in augustus weer in volle omvang opspeelde. De regering belooft het tij te keren met een economische metamorfose
Het is vijf uur ‘s middags als de fabrieken in Hlaing Tharyar, een industrieterrein in de stad Yangon, leegstromen. Honderden arbeiders wandelen richting de hoofdweg die vol zit met gaten en stinkt naar uitlaatgassen. Ze gaan gekleed in longyi’s – een soort rok voor mannen en vrouwen – met daarboven kleurrijke shirts. Ze stappen in bussen, in pick-up trucks en achterop brommers.
Tekst gaat verder onder de foto
De Shwedagon Pagoda in Yangon, de grootste stad van Myanmar en tot 2005 de hoofdstad van het land.Foto: Reuters
Lae Lae Tun is één van hen. Ze werkt in een fabriek die overhemden produceert. Het is zwaar werk waarbij hoge targets worden gesteld, zegt de arbeidster. 'Ik kom uit een arm gezin met zes mensen. Het geld dat ik hier verdien kunnen we goed gebruiken.'
Myanmar werd decennialang als een pariastaat beschouwd die investeerders en toeristen beter konden vermijden. De afgelopen zeven jaar kantelde het beeld. De militaire junta droeg de macht over aan een burgerregering en in 2015 won de partij van Nobelprijswinnares Aung San Suu Kyi de verkiezingen. Internationale sancties werden opgeheven. Myanmar werd plots gezien als een economische belofte.
Onduidelijk beleid
Maar de weg van vooruitgang zit vol obstakels voor het land dat tussen 1962 en 2011 door een militaire junta werd onderdrukt. De infrastructuur is slecht, er heerst diepe armoede, gewelddadige grensconflicten woeden en de economische hervormingen gaan minder snel dan verwacht.
Myanmar in cijfers
Sinds 2011 zijn grote veranderingen zichtbaar in Myanmar, één van de armste landen in Azië. Tussen 2012 en 2016 groeide de economie met gemiddeld 7,5% per jaar. In begrotingsjaar 2015-2016 trok Myanmar een recordbedrag van $9,4 mrd aan directe buitenlandse investeringen (FDI) aan. Daarna vielen de FDI en de economische groei terug. In begrotingsjaar 2016-2017 groeide de economie met 5,9%.
De meerderheid van de bevolking (65%) werkt in de landbouw, maar andere industrieën zijn in opkomst. Zo groeide de export van textielproducten van $0,9 mrd in 2012 naar $2,7 mrd in 2017. Zo’n 45% van de textielproducten gaat naar de EU.
Afgelopen week meldde The Economist dat de Myanmarese overheid een 238 punten tellend plan heeft opgesteld om de economie te verbeteren, variërend van een beter rechtssysteem tot het hervormen van staatsbedrijven. Maar details ontbreken en investeerders klagen al langere tijd dat Myanmar’s economische beleid onduidelijk is. Ondertussen zeggen inwoners dat zij weinig merken van de beloofde vooruitgang.
Zo ook textielarbeidster Lae Lae Tun. Voor een maandsalaris van 180.000 kyat (€109) werkt ze 44 uur per week. 'Inclusief overwerk verdien ik zo’n 210.000 kyat (€128), maar het is lastig om rond te komen. Alles is duur hier', vertelt ze.
Elders in Yangon, Myanmar’s economische centrum, zit In Win in een winkel te midden van bouwgereedschap. Aan de muur hangen hamers, verfkwasten en rolmaten. Op de vloer staan dozen vol spijkers. 'In de afgelopen jaren is mijn inkomen iets gestegen', vertelt de winkeleigenaar. 'Maar ondertussen is wel alles stukken duurder geworden. De huur voor dit pand is in vijf jaar tijd verviervoudigd.'
In Win hoopte op meer economische vooruitgang. De realiteit valt vooralsnog tegen. 'Het zijn nu vooral de rijken die profiteren.'
Corruptie
De uitdagingen zijn dan ook groot. Het straatarme Myanmar zoekt pas sinds 2011 aansluiting bij de rest van de wereld. Bureaucratie en corruptie tieren welig, het onderwijs toont grote gebreken. Ook de infrastructuur staat er slecht voor. Het wegennetwerk is beroerd en slechts 37 procent van de bevolking heeft elektriciteit.
Volgens het Noorse onderzoeksbureau Norwegian Institute of International Affairs heeft het land tot 2030 voor $650 miljard aan investeringen nodig wil het de geambieerde economische groei van 7.5% per jaar halen. Het aantal directe buitenlandse investeringen (FDI) is echter dalende. In het fiscale jaar 2016 – 2017 bedroeg de FDI grofweg $6,6 miljard, $3 miljard minder dan in het voorgaande jaar.
Volgens de Wereldbank zijn investeerders voorzichtig omdat Myanmar’s economische beleid onduidelijk is en vanwege de crisis met de Rohingya minderheid. Nadat het leger afgelopen augustus een vergeldingsactie tegen de Rohingya begon, waarbij vermoedelijk duizenden mensen zijn vermoord, vluchtten zo’n 690.000 Rohingya naar buurland Bangladesh. De Myanmarese regering bagatelliseert de crisis en weigert een door de VN geleid onderzoek naar het geweld.
Uittocht
De gevolgen worden steeds duidelijker zichtbaar. Afgelopen week sloot het Amerikaanse advocatenkantoor Herzfeld Rubin Meyer & Rose haar vestiging in het land uit onvrede over de Rohingya crisis én omdat ze het vertrouwen in Myanmar’s economie is verloren. Ook werd bekend dat Samsung vanwege de politieke instabiliteit en de gebrekkige economische hervormingen afziet van het voornemen om een fabriek in het land te bouwen.
Tegelijkertijd sluit het Britse advocatenkantoor Berwin Leighton Paisner zijn kantoor in Myanmar. De tanende belangstelling van westerse bedrijven voor het land noopt het bedrijf tot vertrek, liet een lokale vertegenwoordiger weten aan de Myanmar Times.
Afgelopen december al toonde een onderzoek van adviesbureau Roland Berger aan dat 49% van de ondervraagde bedrijven verwacht dat Myanmar’s ondernemingsklimaat spoedig zal verbeteren, tegenover 73% een jaar eerder.
Hervormingen
Sean Turnell, een economisch adviseur voor de regering van Suu Kyi, verwacht desondanks dat de investeringen toe zullen nemen. 'We zien nu dat organisaties als de Wereldbank klaar staan met geld. We verwachten dat private investeerders zullen volgen.'
Maar, vervolgt Turnell, het is vooral belangrijk dat de economie als geheel beter op de rails wordt gezet. Dat betekent meer hervormingen, minder bureaucratie. 'Er zijn nu nog zoveel regels en voorschriften dat zakendoen vaak erg langzaam gaat.'
Nay Soo Win hoopt dat ook zij eens zal profiteren van een betere economie. Ze is één van de tienduizenden arbeiders die naar Yangon verhuisden op zoek naar een beter bestaan. In een textielfabriek verdient ze 120.000 kyat per maand (€73). Het grootste deel daarvan stuurt ze naar haar in armoede levende familie. 'Met wat overblijft moet ik mezelf onderhouden', zegt ze. 'Het is veel te weinig.'