De Europese Commissie wil een einde maken aan het verzetten van de klok elk voorjaar en najaar. Het is aan de lidstaten van de Europese Unie om te beslissen wat zij permanent willen maken: de zomer- of de wintertijd. Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker gaf vrijdag alvast voorkeur aan de zomertijd omdat miljoenen Europeanen hier voorstander van zijn.
Het gaat om een verrassende wending in een debat dat al jaren op de achtergrond woedt in het Europees Parlement. Europarlementariërs riepen de Commissie eerder dit jaar op grondig onderzoek te verrichten naar een eventuele herziening van de EU-regels voor de invoering van zomer- en wintertijd.
'Sociale jetlag'
Critici stellen dat de overgang van wintertijd naar zomertijd en andersom elk jaar weer een aanslag is op het bioritme van mensen en (boerderij)dieren. Sommige experts spreken in dit verband ook wel van een 'sociale jetlag'. Ook de verkeersveiligheid zou niet gediend zijn bij het verzetten van de klok twee keer per jaar.
De Europese Commissie heeft in juli en de eerste twee weken van augustus een publieke consultatie uitgevoerd. Daaruit is volgens voorlopige cijfers gebleken dat 84% van de 4,6 miljoen deelnemers het halfjaarlijkse ritueel niet meer wil. Een kleinere meerderheid zou voorstander van een permanente zomertijd zijn.
Juncker zegt daar nu op in te spelen. 'De mensen willen het, dus doen we het', zo stelde hij tegen de Duitse tv-zender ZDF. Een woordvoerder van de Commissie benadrukte dat nog nooit zoveel mensen op een publieke raadpleging hebben gereageerd. Er komt daarom 'te zijner tijd' een voorstel om het verzetten van de klok van af te schaffen.
Het dagelijks bestuur van de EU heeft niet de competentie om te bepalen of de EU straks de zomer- of de wintertijd gaat hanteren. Dat is aan de lidstaten. Het Europees Parlement zal zich ook nog over het voorstel moeten buigen.
Zomerwijzers
Het laatste woord over de kwestie is waarschijnlijk nog niet gezegd. Junckers voorkeur voor de zomertijd gaat tegen standaardtijd in. Zonnewijzers in Europa geven nu de verkeerde tijd aan, omdat dit voorjaar de klok een uur vooruit is gezet. Andere landen rondom de EU - Turkije, Rusland en Wit-Rusland - hebben juist de zomertijd afgeschaft.
Pikant is ook dat vooral Duitsers op de consultatie hebben gereageerd, in totaal ruim drie miljoen. De participatiegraad was in andere landen veel lager. Vanuit Nederland kwamen er nog geen 30.000 reacties. In de grote EU-landen Spanje en Italië was de respons ook zeer klein.
EU-regels voor zomer- en wintertijd zijn ooit ingevoerd om de interne markt te bevorderen. Bedrijven hoefden zo geen rekening meer te houden met verschillen in Europa bij het laten ingaan van de zomer- en wintertijd. De transportsector zou er ook veel baat bij hebben.
Oorlogsmaatregel
De zomertijd is overigens niet door de EU ingevoerd. Dat deden de lidstaten, eerst als tijdelijke maatregel in oorlogstijd om energie te besparen en vanaf de jaren zeventig door de toen heersende oliecrisis steeds meer op permanente basis.
In 1981 volgde de eerste Europese richtlijn in een poging om nationale regels te harmoniseren. Daarna waren nog acht herzieningen nodig om tot de richtlijn van 2001 te komen, die de regels voor een onbeperkte periode vastlegden. Daardoor voeren alle EU-lidstaten de zomer- en wintertijd in hetzelfde weekeinde in.