De burger dreigt te worden opgezadeld met de risico's, het ongemak en de nadelen van het gebruik van digitale communicatie en gegevensverwerking door overheden, zo waarschuwt de Raad van State donderdag in een advies.
De vorming van 'iOverheid', zoals het etiket op de ambitie van bestuurders en ambtenaren luidt, maakt het contact met de overheid er niet altijd even gemakkelijk op. Honderden overheidsorganisaties vinden vaak op eigen houtje het wiel uit. 'Daardoor kan de burger het spoor bijster raken', aldus de belangrijkste regeringsadviseur.

Rechtspositie in geding
Door de onvolkomenheden zijn ook de rechtspositie en bescherming van de burger in het geding. Staatssecretaris Raymond Knops (CDA) van Binnenlandse Zaken zet die in zijn Agenda Digitale Overheid weliswaar boven aan zijn doelstellingen, maar de Raad van State vraagt zich af wat burgers daarvan merken.
De digitalisering brengt 'fundamentele sociale en culturele versnellingen te weeg', waardoor ook de overheid van karakter verandert. Volgens het college confronteert de overheid burgers steeds vaker met besluiten die 'volautomatisch zijn genomen, zonder menselijke tussenkomst'.
Robotachtige gelijkheid
Daardoor valt niet meer na te gaan welke regels zijn toegepast en of ze ook goed zijn toegepast. 'Ook dreigt de burger slachtoffer te worden van een robotachtige gelijkheid, waarbij geen oog meer bestaat voor de eigenheid van zijn situatie'.
Advies Raad van State over digitalisering overheid.pdf
De besluitvorming over de burger berust dan op 'profilering en statistische verbanden', met alleen vermoedens op basis van algemene kenmerken. Burgers kunnen daar slachtoffer van worden zonder dat is aangetoond dat hij of zij daadwerkelijk verwijtbaar handelt.
Eigen onschuld bewijzen
Ook komt het voor dat overheidsinstellingen besluiten nemen op basis van gegevens van andere bestuursorganen, waarvan niet meer valt na te gaan of ze correct zijn. 'Bovendien zal de burger zelf aannemelijk moeten maken dat er een fout is gemaakt (...) en zijn eigen onschuld bewijzen'.
De Raad van State vindt dan ook dat de beginselen van behoorlijk bestuur veel scherper moeten worden toegepast in deze context. 'In het bijzonder het motiveringsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel'. Zo zou de overheid moeten toelichten welke beslisregels (algoritmen) zijn gebruikt en welke gegevens zijn overgenomen van anderen.
Recht op zinvol contact
Verder willen de adviseurs dat er maatwerk komt en een 'menselijke' heroverweging als een burger bezwaar aantekent tegen een geautomatiseerd genomen besluit.
Ook burgers die de weg niet weten in de digitale wereld moeten bij de hand worden genomen, vindt de Raad. Ze vindt dat er een nieuw beginsel van behoorlijk bestuur moet komen: 'het recht op toegang tot en zinvol contact met de overheid'.