Vakbonden FNV, CNV en VCP dreigen met hardere acties en stakingen in het nieuwe jaar, als het kabinet niet met extra geld over de brug komt voor pensioen en eerder stoppen met werken. De bonden overhandigden minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken donderdag een ultimatum dat begin januari afloopt.
Door een ultimatum te stellen kunnen de vakbonden een beroep doen op de stakingskas om actievoerders door te betalen. ‘We gaan net zo lang actievoeren, tot er een goed bod komt’, aldus FNV-bestuurder Tuur Elzinga tegen de paar honderd vakbondsleden die zich hadden verzameld op een hoekje van het Haagse Malieveld om Koolmees het ultimatum te overhandigen.
Samen uitkomen
De minister zei op zijn beurt tegen de actievoerders dat hij erg teleurgesteld is over het mislukken van de onderhandelingen over een pensioenakkoord vorige maand. ‘Echt een kater dat het niet is gelukt.’ Maar Koolmees wil er nog steeds ‘samen uitkomen’ met werkgevers en werknemers. De komende weken zal hij 'onder de kerstboom' nadenken over hoe verder.
De bonden eisen dat het kabinet extra geld uittrekt om aan hun wensen tegemoet te komen. Die houden in: het loslaten van de snelle stijging van de AOW-leeftijd en voorlopig een bevriezing op 66 jaar, een vroegpensioenregeling voor zware beroepen en aanvullend pensioen voor flexwerkers en zzp'ers. De bonden vinden dat het kabinet hun op deze punten onvoldoende tegemoetkwam tijdens de onderhandelingen over het pensioenakkoord. Bovendien waren de beloofde extra uitgaven meestal niet structureel en moest Koolmees de dekking op zijn eigen begroting vinden.
Ambitieus programma
Koolmees heeft al beloofd in de tweede helft van januari een brief naar de Tweede Kamer te sturen over hoe hij verder wil met de hervorming van het pensioenstelsel. In het regeerakkoord staat een ambitieus plan dat hij niet los zal willen laten, ondanks het mislukken van de gesprekken met sociale partners daarover.
Doel is het pensioenstelsel beter aan te laten sluiten op de flexibiliserende arbeidsmarkt en minder rentegevoelig te maken. Daarnaast moeten werknemers en gepensioneerden ook meer keuzevrijheid krijgen. Tegelijkertijd staat er ook in dat het kabinet een breed draagvlak wil voor die hervormingen.
Wat kost dat?
Een minder snelle verhoging van de AOW-leeftijd is 'mogelijk en betaalbaar', stellen onderzoekers van demografisch instituut Nidi op mejudice.nl. Nu bevriezen op 66 jaar is erg duur: in 2050 circa €9 mrd. Als vastgehouden wordt aan de stijging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar in 2021, maar daarna er niet een heel, maar een half jaar door wordt gewerkt voor ieder extra levensjaar, zijn de meerkosten al aanzienlijk lager. Ruim €2 mrd in 2050 per jaar aan extra uitgaven voor de AOW. Een koppeling van driekwart langer jaar werken voor ieder gewonnen levensjaar loopt op naar €1,5 mrd. In de berekeningen zijn alleen de uitgaven voor AOW meegenomen, niet de gederfde inkomsten aan premie of belastingen, of door verminderde economische groei omdat meer mensen eerder stoppen met werken.
AOW-leeftijd
Een ding heeft Koolmees wel al toegezegd: dat is een onderzoek naar het versoepelen van de koppeling van de AOW-leeftijd aan de stijgende levensverwachting. Vanaf 2021 moeten werknemers voor ieder jaar dat de levensverwachting stijgt ook een jaar langer werken. Een Kamermeerderheid wil daar wel wat aan doen, maar de vraag is hoeveel dat gaat kosten en waar de dekking vandaan moet komen.
Tijdens het debat over het mislukte pensioenakkoord beloofde Koolmees daar een onderzoek naar te doen. Welke vorm dat onderzoek gaat krijgen maakt de minister waarschijnlijk in dezelfde brief in de tweede helft van januari bekend.