De relatie tussen de Hilversumse omroepen en de overkoepelende NPO staat op scherp. De omroepen, verzameld in het cvo (college van omroepen), hebben een eigen plan geschreven over de toekomst van het omroepbestel. Pikant daarbij is dat de voorstellen zonder medeweten van de NPO tot stand zijn gekomen. Het geeft nieuwe voeding aan de moeizame relatie tussen omroepen en NPO.

Dat bevestigen verschillende bronnen binnen het cvo. Ook scheidend directeur Paul Römer van de NTR maakte dinsdag in een afscheidsinterview met het AD en passant gewag van het bestaan van een initiatief zonder de NPO: 'Het eigen plan van de omroepen, waar ik nog niet veel over kan zeggen, is meer input voor de minister.'
Minder bewegingsruimte
De rolverdeling in Hilversum is als volgt: de omroepen maken programma’s en zijn verantwoordelijk voor de inhoud, de NPO bepaalt wat de kijkers te zien krijgen via de programmering van alle netten, zenders en onlinekanalen. De komst van de NPO heeft de bewegingsruimte van de omroepen in de loop van de tijd ingeperkt.
Het stuk, waar nog de laatste hand aan wordt gelegd, gaat deze week naar verantwoordelijk minister Slob. In een eerste versie van het cvo, waarin de vertegenwoordigers van alle omroepen en de NOS zitting hebben, staat een gevoelig voorstel, namelijk om een vertegenwoordiger uit hun gelederen zitting te laten nemen in het bestuur of de raad van toezicht van de NPO. Op die manier hopen de ledengebonden organisaties meer greep te krijgen op de verdeling van de onlinebudgetten en hun onafhankelijkheid beter te waarborgen.
Minder betalende leden
Verder stellen de omroepen voor het begrip 'open publieke omroep' op te rekken, hetgeen betekent dat de aspirant-omroepen (WNL, Human en Powned) de mogelijkheid krijgen om in het bestel te blijven, ook al voldoen ze niet aan de eis van minimaal 150.000 betalende leden.
Volgens bronnen in Hilversum is het voorstel van de omroepen zeer slecht gevallen bij de NPO. Een woordvoerder ontkent dit. 'Er is nog geen plan. Iedereen inventariseert en geeft zijn input. Daarbij hebben de omroepen uiteraard een iets andere insteek dan de NPO als overkoepelende organisatie.'
De vlucht naar voren van de omroepen laat zien dat 'Hilversum' er maar niet in slaagt om met één mond te spreken en gezamenlijk op te trekken richting Den Haag. Terwijl de tijd begint te dringen. Slob heeft de Kamer toegezegd dit voorjaar zijn plannen naar de Kamer te sturen. Weten alle Hilversumse partijen voor die datum geen overtuigende overeenstemming te bereiken, dan biedt dat ruim baan aan de politiek om zelf besluiten te nemen.
Steun voor omroepen
De omroepen voelen de wind in de rug van regeringspartijen als de ChristenUnie (de partij van verantwoordelijk minister Arie Slob) en het CDA. Zij lijken meer aan de kant van de ledengebonden verenigingen te staan dan dat ze de zijde kiezen van het bestuurlijke vehikel NPO.
Ook in de laatste mediabrief van minister Slob breekt hij een lans voor verenigingen als AVROTROS, VPRO, BNNVARA of Omroep Max. 'In ons land geven van oudsher organisaties wortelend in maatschappelijke groeperingen gestalte aan ons bestel. Zij brengen pluriformiteit in invalshoeken en opvattingen en verschaffen door hun aantoonbare achterban maatschappelijke legitimatie aan het publieke bestel', aldus Slob.
Bijkomend voordeel is dat Slob in Hilversum een geestverwant heeft in de persoon van Arjen Lok, voorzitter van de EO en, nog belangrijker, voorzitter van het cvo.
Slob maakte vorig jaar september in de Tweede Kamer al de noodzaak van nieuwe wet- en regelgeving duidelijk, maar voorspelde tegelijkertijd dat zijn plannen tot tot veel duwen en trekken in Hilversum zullen leiden: 'We kunnen niet doorgaan met een stelsel dat geënt is op een verleden dat door de tijd is ingehaald. Uiteindelijk zal dit rust brengen, maar op de korte termijn zal het veel onrust veroorzaken.'