Nog nooit wisselden zo veel mensen van baan en bleven toch zo veel vacatures openstaan. Dat is het beeld dat dinsdag naar voren komt uit de jongste kwartaalcijfers over de arbeidsmarkt van het Centraal Bureau voor de Statistiek. 'We zijn deze reeks zo'n twintig jaar geleden begonnen en dit is voor de vacaturegraad veruit de hoogste score die we ooit hebben gemeten', zegt Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS.

Van Mulligen kan voortdurend nieuwe records melden. Vandaag weer. Per 100 werklozen waren er in het eerste kwartaal van dit jaar 88 vacatures. De zogenoemde vacaturegraad is daarmee op het hoogste niveau sinds het CBS begon deze reeks te meten. 'Het gaat heel hard. Het is opvallend dat de krapte zo veel verder is opgelopen.' In het laatste kwartaal van vorig jaar stond de vacaturegraad nog op 80.
De vacaturegraad stijgt snel als een sterke daling van de werkloosheid de groei van het aantal vacatures opjaagt. In het eerste kwartaal nam het aantal werklozen af tot nog slechts 3,4% van de beroepsbevolking, oftewel 316.000 personen. Dat is minder dan het laagste punt van vlak voor de crisis van 2009.
Drie keer zo veel
Het aantal openstaande vacatures kwam aan het eind van het eerste kwartaal uit op 277.500. In absolute aantallen is dit het derde kwartaal op rij met een recordaantal banen waarvoor een werkgever geen werknemer kan vinden. Vergeleken met 2013 zijn er nu drie keer zo veel vacatures. Vooral in de bouw, de zakelijke dienstverlening, de handel en de horeca nam het aantal openstaande vacatures in de eerste drie maanden van 2019 verder toe.
De krapte op de arbeidsmarkt begint de groei van de economie te hinderen. Zo bleek het vorig jaar voor de overheid al onmogelijk de plannen voor de eigen consumptieve uitgaven volledig te realiseren. De overheid kan niet aan voldoende personeel komen. In ondernemersenquêtes geven bedrijven steeds vaker aan dat personeelstekorten ten koste gaan van de omzetten.
Een op de acht
Slagvaardige werkgevers kunnen nog altijd met succes proberen aan personeel te komen. Gedurende het kwartaal wisselen volop mensen van werkgever. Zo werden in het eerste kwartaal 316.000 nieuwe vacatures aangemeld, terwijl er 302.000 werden vervuld. Ook dat zijn weer twee nieuwe records. Op jaarbasis worden er nu zo'n 1,2 miljoen vacatures vervuld. Daarbij gaat het om één op de acht banen.
Per saldo zijn er volgens het CBS in het eerste kwartaal weer 53.000 banen bijgekomen. Het is het twaalfde kwartaal op rij met een plus van rond de 50.000. Per jaar gaat het om ruim 200.000 banen en dat betekent dat het aantal arbeidsplaatsen met zo'n 2,3% in een jaar toeneemt. In de zorg, de zakelijke dienstverlening en de handel, vervoer en horeca is de groei het sterkst, zegt Van Mulligen.
Recordjacht
De vraag is en blijft hoe lang de arbeidsmarkt deze recordjacht nog volhoudt. 'Dit kan natuurlijk niet oneindig zo doorlopen', beaamt Van Mulligen. Het Centraal Planbureau gaat ervan uit dat de rek er inmiddels uit is en voorspelt dat de groei van het aantal banen al terugzakt van 2,3% in 2018 naar 1,4% dit jaar. De werkloosheid zou zich stabiliseren op het niveau van vorig jaar. Vooralsnog gaat het op de arbeidsmarkt beter dan het CPB voorziet, maar er zijn nog wel drie kwartalen te gaan.
Onduidelijk is welk deel van het onbenutte arbeidspotentieel nog met succes richting de arbeidsmarkt kan worden geleid. In het eerste kwartaal van dit jaar ging het om 1,1 miljoen personen: werklozen, mensen die wel willen werken maar niet zoeken of niet direct beschikbaar zijn, en ook deeltijders die graag meer uren zouden draaien.
Lees de column van Mathijs Bouman
Het mysterie van de 17.000 jonge vakmannen zonder werk. Waarom werkt u niet?
Jonge mannen zoek
Dan is er de vraag hoe het kan dat er zo veel minder werkende jonge mannen zijn. Drie medewerkers van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stellen deze week in economenblad ESB dat de arbeidsdeelname van mannen tussen de 20 en 30 is gedaald van 87% in 2008 tot 82% in 2018. In een periode dat de participatie op de arbeidsmarkt juist weer hard is gestegen roept zo'n daling vragen op.
Ook in andere ontwikkelde landen steekt dit fenomeen de kop op. Voor de VS wordt wel gezegd dat jonge mannen liever thuis op de bank zitten te gamen dan dat ze werken. Drugsgebruik geldt daar ook als verklaring. Het zou ook kunnen dat ze langer studeren. Voor Nederland is er geen duidelijkheid over de achtergrond en dat maakt het lastig beleid op te zetten om de jonge mannen weer naar de arbeidsmarkt te lokken.