In het kort
- Duitse politici beginnen in te zien dat een Europees vangnet voor spaarders ook positief voor Duitsers kan zijn
- Noodsteun hoeft niet meer onvermijdelijk van noord naar zuid te stromen
- Met een Europees depositogarantiesysteem wordt de bankenunie afgerond en ontstaat er één grote bancaire markt
Steeds meer Duitse politici beginnen hun verzet tegen een Europees depositogarantiestelsel op te geven. Ze zien in dat zo'n verzekeringssysteem, waarbij banken elkaars deposito's tot een maximum van €100.000 garanderen, wel degelijk in het belang van Duitse spaarders kan zijn.
In juli was het Ursula von der Leyen die in haar sollicitatie voor het voorzitterschap van de Europese Commissie nadrukkelijk Edis, zoals het stelsel in Brussel genoemd wordt, op de agenda zette. Ze zegde toe dat ze met haar nieuw te vormen team zou kijken hoe zo'n stelsel vormgegeven moet worden. In de afgelopen week lieten ook Jörg Kukies, de staatssecretaris van het Duitse ministerie van financiën, en diverse parlementariërs weten dat alle betrokken partijen er met een een open blik naar moeten kijken.
In Duitsland werd blindelings aangenomen dat Duitse banken altijd sterk zouden zijn en Italiaanse zwak. Noodsteun zou onvermijdelijk maar één richting op kunnen stromen: van noord naar zuid. De nu al jaren kwakkelende instellingen Deutsche Bank en Commerzbank, maar ook een Landesbank als NordLB, maken het echter overduidelijk dat het Duitse bankwezen lang niet meer tot de sterkste in Europa behoort. Een Europabreed vangnet kan dus wel degelijk een nuttige bescherming zijn voor Duitse spaarders.
Giftige erfenissen
Duitse leden van het Europees parlement geven aan de voorstellen van de nieuwe eurocommissaris op dit onderwerp serieus te zullen bekijken. 'Als de commissaris een nieuw ontwerp indient, zou ik daar zeer open voor staan', zei bijvoorbeeld CSU-politicus Markus Ferber tegen het Handelsblatt.
De angst in Duitsland was altijd dat Zuid-Europese banken giftige erfenissen uit het verleden meetorsen. Dankzij de crisis zitten ze op grote pakketten probleemleningen en bovendien zijn hun balansen gevuld met de staatsleningen uit eigen land. Bij problemen in die landen gaat het al snel mis met de lokale banken, en vervolgens mogen bij een gezamenlijk garantiestelsel klanten van banken uit andere landen de rekening betalen. Ook in Den Haag klinkt die redenering vaak.
Dit voorjaar herhaalde hoogleraar Isabel Schnabel van de Universiteit van Bonn in het FD deze redenering, maar ook dat een stapsgewijze oplossing mogelijk is. Het garantiestelsel is voor haar voorlopig alleen een herverzekering voor nationale systemen. 'Dan valt de eerste klap op nationaal niveau, en als de crisis zeer ernstig is, treedt het gemeenschappelijke stelsel in werking.' Landen met grotere bankrisico's betalen in dat gezamenlijke systeem een hogere premie, aldus Schnabel. Later kan verdere integratie plaatsvinden.
Nationale verplichtingen
De Franse centrale bankier François Villeroy de Galhau zit ook op die lijn. Er zijn mechanismen te bedenken voor grensoverschrijdende garantiestellingen, zei hij onlangs. Als die eenmaal bestaan kunnen nationale kapitaal- en liquiditeitsverplichtingen voor banken worden opgeruimd. Nu is het nog zo dat bijvoorbeeld ING niet zomaar geld van Duitse spaarklanten mag gebruiken als onderpand voor Spaanse investeringen. De Duitse toezichthouder stelt allerlei kapitaalseisen.
Als de eisen worden afgebouwd wordt het voor een bank veel gemakkelijker om grensoverschrijdend te opereren. Dan ontstaat er één grote concurrerende bancaire markt en kunnen bijvoorbeeld ook de schaalvoordelen van een buitenlandse overname voldoende worden benut. Bankiers wijzen hier vaak op als ze door centrale bankiers gemaand worden om een pan-Europese consolidatie vorm te geven. Zonder een afgeronde bankenunie - lees: een Europees depositogarantiestelsel - willen ze geen stappen zetten.
Met een Edis zou het in ieder geval voor Deutsche en Commerzbank een stuk gemakkelijker worden een alliantie aan te gaan met een sterke buitenlandse partner.