Dat scholen zoeken naar leraren is bekend. Minder bekend is dat duizenden leraren werkloos thuis zitten. Terugkeren naar de klas is voor de meesten geen optie, laat onderzoek zien. En dat hebben scholen, vakbonden en overheden mede aan zichzelf te danken.
Met zoveel leraren in de WW is de rekensom snel gemaakt. Er is helemaal geen lerarentekort.Foto: HH/Jean-Pierre Jans
In het kort
Ruim 8800 leraren krijgen een werkloosheidsuitkering. De meerderheid is 55 jaar of ouder en heeft recht op een uitkering tot aan de AOW-leeftijd.
De oorzaken van ontslag zijn divers, maar gezondheidsproblemen staan met stip op één.
Experts pleiten voor beter personeelsbeleid om herhaling te voorkomen.
Een nationale ramp. Zo omschrijven schooldirecteuren, experts en politici het lerarentekort in het basisonderwijs. Dit jaar gaat het om 1700 voltijdsbanen, in 2024 rekenen vakbonden en scholen op ruim 4800 fte. Wat veel mensen niet weten, is dat ruim 8800 leerkrachten, schoolleiders en onderwijsassistenten werkloos zijn. Zij zijn om diverse redenen ontslagen en ontvangen een uitkering.
Met zoveel leraren in de WW is de rekensom snel gemaakt. Er is helemaal geen lerarentekort! Helaas, die vlieger gaat niet op, blijkt uit gesprekken met experts. De meerderheid van de zogenoemde 'stille reserve' wil bijvoorbeeld niet meer voor de klas staan of ziet het ontslag dankzij extra WW-rechten als vorm van vroegpensioen. Wat is er aan de hand?
1. Meer dan 8800 leraren zitten thuis
In 2018 kregen 8836 mensen die hun baan in het basisonderwijs zijn kwijtgeraakt een uitkering, aldus het Participatiefonds. Deze zelfstandige overheidsorganisatie keerde vorig jaar namens ruim 6000 scholen bijna €250 mln uit aan uitkeringen. Belangrijke noot: naar schatting heeft bijna 40% een betaalde baan naast de WW-uitkering.
Wie de WW'ers precies zijn, weet het Participatiefonds niet. Zo is de laatste functie in het onderwijs onbekend, omdat het UWV deze informatie niet doorgeeft aan het fonds. Dit staat namelijk niet in de wet, aldus de uitkeringsinstantie.
Onderzoeksbureau Regioplan heeft vorig jaar met een enquête geprobeerd om de groep in kaart te brengen. Op basis van de antwoorden van 1700 mensen - die representatief zijn voor de hele groep - schat het bureau dat bijna 90% een onderwijsbevoegdheid heeft. Het merendeel (65%) stond voor de klas, gevolgd door managers (15%) en onderwijsondersteuners (10%).
2. Opvallend veel 55-plussers...
Ruim 70% van de mensen in het fonds is ouder dan 55 jaar. Dat is opvallend, zegt onderzoeker Jos Lubberman van Regioplan: 'Je verwacht dat de werkloosheid, met name bij jongeren, meer een afspiegeling is van het personeelsbestand. Een bepaalde groep lijkt op het onderwijs afgeknapt.'
De redenen voor ontslag zijn divers, maar in de enquête staat gezondheid met stip op één. Het gaat dan bijvoorbeeld om stress en burn-outs, klachten die in het onderwijs vaker voorkomen dan in andere sectoren. Andere redenen zijn onvoldoende functioneren, een arbeidsconflict, boventalligheid en het aflopen van een tijdelijk contract.
3. ... met een extra lange uitkering
Wie nu de berichten over het lerarentekort leest, zou bijna vergeten dat basisscholen uit een periode van 'overschotten' komen. De afgelopen zeven jaar is het aantal leerlingen op basisscholen met 150.000 gedaald. Veel oudere docenten zijn ontslagen om plaats te maken voor jongere collega's.
Onderwijsbestuurders hebben de bevolkingskrimp ook gebruikt om oudere leerkrachten die moeite hadden met de werkdruk, mondige ouders en administratie, via de WW een 'uitweg' te bieden. Wie 52 jaar is en minstens 12 jaar in het basisonderwijs heeft gewerkt, heeft recht op een uitkering tot 65 jaar. Uit de enquête blijkt dat 81% van de WW'ers in het fonds van deze regeling gebruikmaakt.
De rechten zijn afgesproken in een tijd dat leraren net als ambtenaren wachtgeld kregen en vroegpensioen via de VUT heel gewoon was, legt advocaat en onderwijsrechtspecialist Willem Lindeboom uit. 'Dat er nu zo veel mensen aanspraak op maken, komt omdat het in de cao staat en vakorganisaties de regelingen wilden behouden.'
Eugenie Stolk van onderwijsvakbond AOb noemt de extra lange uitkering 'niet meer van deze tijd'. Vanaf volgend jaar is de regeling ingekort naar maximaal 8 jaar. 'In het basisonderwijs kost het naar verhouding langer om een baan te zoeken dan in het bedrijfsleven', legt Stolk uit. 'Iemand die dertig jaar voor de klas heeft gestaan, heeft tijd nodig om zich om te scholen.'
4. Mismatch tussen vacatures en WW'ers
Een ander probleem is dat de WW'ers meestal niet wonen op de plekken waar leraren nodig zijn. De tekorten lopen vooral op in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en de regio Haaglanden. De meeste WW'ers wonen juist in krimpregio's. Verhuizen is vaak geen optie, als leraren al een betaalbare woning in de Randstad kunnen vinden.
Dan is er ook nog een kloof tussen de wensen van scholen en die van werkzoekende leraren. Lang niet elke WW'er raakt enthousiast over een zwangerschapsvervanging van 0,4 fte of een baan als invalkracht.
En wat te denken van de vooroordelen die schoolbesturen over WW'ers hebben? Sommige leraren willen wel werken, maar krijgen keer op keer een afwijzing, blijkt uit de enquête. 'Iemand heeft in een uitkering gezeten, dus daar zal wel wat mis mee zijn', omschrijft voorzitter Geke Faber van het Participatiefonds het 'stigma'. 'Terwijl iemand met ondersteuning het heel goed kan doen.'
5. Leraren zijn het onderwijs zat
De meerderheid van de leraren met een uitkering piekert er niet over om weer voor de klas te staan. In totaal wil 48% van de mensen in de WW niet meer als leerkracht werken, gevolgd door 29% die helemaal niet meer wil werken. De resterende 23% is wel enthousiast over het leraarschap.
Het idee dat alle 8836 WW'ers weer aan het werk gaan, is dan ook niet haalbaar, benadrukt Faber. Vorig jaar introduceerde het fonds een nieuwe re-integratieaanpak, met als doel om 1000 mensen in 2020 weer aan het werk te krijgen. De teller staat inmiddels op 670.
Belangrijkste verschil met het verleden is dat het fonds actiever helpt met zoeken naar een baan, legt manager dienstverlening Herman van Liere uit. 'Bij 60% van de mensen kost de re-integratie meer tijd dan we dachten. Bijvoorbeeld omdat ze het ontslag nog niet hebben verwerkt, een deuk in het zelfvertrouwen hebben gekregen of zich niet senang voelen met de digitalisering in de klas. Of ze willen wel voor de klas staan, maar niet met alle administratieve last en oudergesprekken eromheen.'
6. Hoe nu verder?
Dat er duizenden leraren een uitkering ontvangen in tijden van een lerarentekort, hebben vakbonden, scholen, uitkeringsinstanties en het ministerie van Onderwijs mede aan zichzelf te danken, concludeert onderzoeksbureau Regioplan. 'Tegen sommige mensen is een aantal jaar geleden gezegd: “Je hebt wel wat plichten, maar je hoeft niet meer aan het werk”', zegt Lubberman. 'Iedereen heeft deze situatie laten bestaan.'
Een van de belangrijkste oplossingen is beter personeelsbeleid, vinden de experts. Zo kunnen scholen voorkomen dat leraren, schooldirecteuren en onderwijsassistenten opgebrand raken en in de WW terechtkomen. Ook veel genoemd: een uitkering zou een vangnet tussen twee banen moeten zijn, geen eindstation.
Vakbondsbestuurder Stolk wijst naar andere sectoren, waar organisaties meer nadenken over de vraag hoe ze een aantrekkelijke werkgever kunnen zijn. 'Dit soort taal hoor je nooit bij besturen in het primair onderwijs. Zij denken vaak dat iedereen in de rij staat, maar die tijd is voorbij.'
Ook de vooroordelen over oudere werknemers moeten van tafel, vindt Stolk. 'Ik vind dat we mensen te snel opgeven. Sommige werkgevers zien het niet zitten om een uitkeringsgerechtigde van 58 aan te nemen. Maar die heeft nog zeven jaar. Om deze mensen in te zetten, is een mentaliteitswisseling nodig. Dat vraagt visie en lef van schoolbestuurders.'
Erratum: in een eerdere versie stond dat bijna 60% van de WW'ers ouder is dan 55 jaar, dat moet ruim 70% zijn.