De Libische generaal Khalifa Haftar heeft zaterdag, een dag voor het vredesoverleg in Berlijn, de uitvoer van olie in de havens die onder zijn controle vallen stilgelegd. De maatregel treft meer dan de helft van de Libische olie-export.
De nationale oliemaatschappij van Libië zei in een verklaring dat de blokkade van de havens in het centrale en oostelijke deel van het land zal leiden tot een afname van de output van ongeveer 800.000 vaten per dag. Daarmee is dagelijks $55 mln gemoeid. De maatschappij kondigde 'force majeure' af. Dat doet een bedrijf als het contractuele verplichtingen niet kan nakomen wegens omstandigheden die het niet in de hand heeft.
Door de havens te sluiten, ontneemt Haftar de internationaal erkende regering van premier Fayez al-Sarraj een belangrijke bron van inkomsten. Met de opbrengsten van de olieproductie koopt de regering onder meer wapens.
Vredesoverleg
De generaal nam de maatregel een dag voor een internationale vredesconferentie in Berlijn. Tijdens dit overleg hopen Duitsland en de Verenigde Naties de strijdende partijen in de burgeroorlog in Libië nader tot elkaar te brengen.
Haftar weigert tot nu de wapens neer te leggen en een compromis te sluiten. Eerder deze week verliet hij een overleg in Moskou voortijdig nadat hij had geweigerd een staakt-het-vuren te tekenen dat al was getekend door al-Sarraj. Bij deze overeenkomst waren Rusland en Turkije betrokken.