Keuze genoeg, maar digitale lessen kunnen klaslokaal niet vervangen
Na drie weken thuisonderwijs komen de grenzen van alle digitale oplossingen in zicht. Voor het contact in de klas heeft niemand een goed alternatief.
Na drie weken thuisonderwijs komen de grenzen van alle digitale oplossingen in zicht. Voor het contact in de klas heeft niemand een goed alternatief.
'Bizar en onwerkelijk.' Zo omschrijft Dirk Jan Timmer zijn werk sinds de scholen half maart hun deuren sloten vanwege het coronavirus. Timmer is directeur onderwijs bij ICT-bedrijf Topicus, dat scholen bijstaat met het geven van digitale lessen. In een week tijd zag hij het aantal gebruikers van oefenplatform Gynzy oplopen van 50.000 naar 300.000 leerlingen, een aantal dat hij 'misschien ooit' in 2025 dacht te bereiken.
Bij Parro, een door Topicus ontwikkelde app waarmee leerkrachten met ouders kunnen communiceren, steeg het aantal contactmomenten per 10 minuten in één dag van 300.000 naar meer dan 1 miljoen. 'In twee weken tijd verstommen allerlei discussies over digitaal onderwijs en is dit de enige manier om het lesproces door te zetten', vat Timmer de situatie samen.
De zoektocht naar digitale alternatieven is nog lang niet ten einde: dinsdag maakte het kabinet bekend dat scholen nog tot de meivakantie dichtblijven. Voor scholen is het dus opnieuw alle hens aan dek. Want, zegt onderwijsbestuurder Yvonne Kops van scholenkoepel OMO: 'Met digitale middelen kunnen we meer dan we aanvankelijk dachten, maar je ziet nu ook beter waar de grenzen liggen.'
Volgens ceo Natascha van Nieuwenburg van The Learning Network (vooral bekend als schoolboekendistributeur VanDijk) was niemand voorbereid op een digitalisering van deze omvang. 'Veel systemen en platformen zijn in de eerste week uitgevallen door het enorme gebruik. De traditionele lesmethodes, inclusief het bijbehorende digitale materiaal, dekken de leerdoelen, maar bij aanvullend lesmateriaal zien leerkrachten door het bomen het bos niet meer. Online toetsen zijn het grootste probleem.'
Op de middelbare scholen van onderwijscoöperatie Pompeblêd in Friesland missen leerlingen vooral de interactie in de klas, merkt hoofd inkoop Henk Schlingmann. Vanwege privacy en de snelheid van de internetverbinding zetten scholieren de microfoon en de camera tijdens de onlineles via Microsoft Teams of Google Classroom vaak uit. Vragen stellen ze via de chat. 'Scholen kunnen met het digitale aanbod uit de voeten, maar leerlingen ervaren de les als saaier dan saai. Als de docent een grap maakt, hoort hij niemand lachen.'
Aanbieders van digitaal schoolmateriaal komen met tal van initiatieven, maar kunnen het klaslokaal niet vervangen, zegt Stephan de Valk van brancheorganisatie GEU. 'We kunnen leerlingen en docenten wel ondersteunen, maar het materiaal van educatieve uitgevers is niet bedoeld voor e-learning.'
Ook de educatieve spelletjes van website Squla zijn geen volledig alternatief voor de lessen in de klas, benadrukt commercieel directeur Tijntje Louwers. 'Wij zijn de slimmere versie van een oefenboek, maar het is de bedoeling dat de leerkracht uitlegt hoe het werkt. Als een leerling in groep 6 zit en op Squla een niveau hoger gaat rekenen, dan moet iemand uitleggen hoe delen met een komma werkt, want dat is nieuw. Dat kan wel met een filmpje, maar er moet idealiter interactie zijn, zodat je een vraag kunt stellen als je het niet ineens snapt. Dat is bij voorkeur menselijk.'
Daniel de Jonge van leverancier Heutink, zelf vader, maakt zich vooral zorgen over de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. 'Met taal, rekenen en spelling blijven leerlingen op de basisschool wel in het ritme, maar onderschat niet het effect van zes of zeven weken geen school', zegt de commercieel directeur. 'Kinderen missen de interactie met de leerkracht, vriendjes, de schooldirecteur, de theatervoorstelling en het kamp. Wij proberen scholen als bedrijf zo veel mogelijk te helpen, bijvoorbeeld door schoolboeken thuis af te leveren, maar dat kunnen we niet oplossen.'
De middelbare scholen van onderwijskoepel OMO in Brabant hebben vooral behoefte aan een duidelijk overzicht waarin mentoren en ouders in een opslag kunnen zien hoe het met leerlingen gaat, zegt bestuurder Kops. Doordat leerlingen gebruik maken van verschillende methoden en platformen, ontbreekt het overzicht op één plek. 'Daar zouden educatieve uitgevers ons enorm mee helpen.'
Kops maakt zich vooral zorgen over kwetsbare leerlingen die ondanks alle creatieve oplossingen nauwelijks aan leren toekomen. Naar schatting heeft 0,5% tot 2% van de kinderen een onveilige thuissituatie. Dan is er nog een groep leerlingen (ongeveer 5%) met een risico op grote leerachterstanden. Er zijn ook kinderen die uitvallen omdat ze terechtkomen in de criminaliteit. 'Mentoren proberen met alle leerlingen een paar keer per week te bellen, maar krijgen niet met elk kind contact', legt Kops uit. 'Sommige leerlingen verdwijnen daardoor van de radar en ben je kwijt.'
In Noordoost-Groningen worstelen scholen met vergelijkbare dilemma's, zegt Geert Bijleveld van stichting Openbaar Onderwijs Marenland. 'Er zijn kinderen die je liever niet thuis hebt zitten, bijvoorbeeld omdat vader alcoholverslaafde is of moeder slaat. Het is heel gevoelige materie. Er zijn ook gezinnen waar we geen contact mee kunnen krijgen. Daar proberen we met andere instellingen grip op te krijgen. Het kan best zijn dat er niet veel aan de hand is, maar we weten het niet.'
Kops benadrukt dat school niet alleen een plek is om te leren, maar voor veel kinderen ook een 'baken van rust' waar ze na schooltijd graag blijven. 'We moeten accepteren dat dit geen ideale situatie is en nadenken over de vraag hoe we kinderen die nu tekorten oplopen straks weer goed op de rit krijgen. Met alleen digitale middelen gaan we het niet redden.'
De snelle digitalisering in het onderwijs leidt tot explosieve groeicijfers bij leveranciers van onlinelesmaterialen. Of dit ook leidt tot een commercieel succes, is nog de vraag: sinds half maart zijn de meeste digitale versies van schoolboeken bijvoorbeeld gratis. Schoolboekendistributeur TLN (beter bekend als VanDijk) heeft daardoor in een week tijd meer dan 100.000 licenties aan middelbare scholen verstrekt.
Ook andere bedrijven groeien. Learnbeat, een platform dat digitaal lesmateriaal ontsluit, verwelkomde in een week 3000 nieuwe docenten van 400 verschillende scholen. Het aantal kinderen dat op de website van Squla educatieve spelletjes speelt, is gestegen van 80.000 naar 300.000 per dag.
Leerplatform MOO van Heutink ICT zag het aantal gelijktijdige gebruikers op een dag verviervoudigen naar 400.000 tot 500.000. Of scholen dit jaar bij Heutink ook een andere lesmethode bestellen of de investering een jaar uitstellen is nog onduidelijk.
Hoofd inkoop Henk Schlingmann van onderwijscoöperatie Pompeblêd is tevreden over het digitale aanbod waaruit hij voor zijn middelbare scholen kan kiezen. ‘Ik merk niet dat bedrijven er een slaatje uitslaan. Ik kan me wel voorstellen dat als scholen hier zes tot acht weken naar volle tevredenheid mee werken, dat ze het dan willen blijven gebruiken. Dat is het verdienmodel, net als Netflix dat je ook een maand gratis kunt uitproberen.'
Achtergrondverhaal over besturen in crisistijd: ‘Wat we nu meemaken heeft deze generatie bestuurders nog nooit ervaren'
Reportage uit Estland: Start-ups in Estland maken van coronanood een deugd
Centrale examens gaan niet door, wat nu? Examens 'coronastijl': van surveillance met webcam tot 'computerlockdown'