
In het kort
- Onderhandelaars hebben nog geen oplossing voor het miljardengat in overgang naar nieuw pensioenstelsel.
- Het draait om pensioen dat werknemers opbouwen in een zogeheten premieregeling.
- 'Probleem is door de onderhandelaars zorgvuldig en langdurig vooruit geschoven.'
Met nog twee weken te gaan, hebben de pensioenonderhandelaars nog geen oplossing voor het miljardengat dat de overgang naar het nieuw pensioenstelsel slaat in de pensioenen van een miljoen werkenden. Dat zeggen betrokkenen rondom de uitwerking van het pensioenakkoord. De tijd dringt, want de uitwerking zou half juni klaar moeten zijn. 'Dit is hét struikelblok', zegt een ingewijde.
Het draait om pensioen dat werknemers opbouwen in een zogeheten premieregeling, zoals vaak het geval bij personeel van mkb'ers, maar bijvoorbeeld ook bij de havenwerkers in Rotterdam. Deze pensioenen worden meestal uitgevoerd door pensioenverzekeraars en premiepensioeninstellingen, niet door de traditionele pensioenfondsen. Afgelopen vrijdag zijn voor het eerst ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) gedeeld met alle pensioenonderhandelaars over de kosten om deze groep te compenseren en dat 'valt niet mee', zegt een betrokkene.
Kostenneutraal
Werkgevers zouden naar verluidt tien jaar lang circa 35% tot 45% extra premie moeten betalen om het pensioen van werknemers naar het beloofde niveau aan te vullen. Terwijl in het pensioenakkoord is afgesproken dat de overgang naar het nieuwe stelsel voor werkgevers 'kostenneutraal' is. In de Rotterdamse haven maken de arbeiders zich zorgen. Voorman Niek Stam van FNV Havens verwacht dat havenwerkgevers dit niet gaan betalen. In dat geval krijgen havenarbeiders een lager pensioen. 'Wij willen een uitzondering. Laat ons met rust', zegt Stam.
De complexiteit van dit probleem lijkt pas laat in het proces echt door te dringen. Toch wordt er al langer gewaarschuwd. Pensioenhoogleraar Herman Kappelle van de VU (en directeur bij Aegon Adfis) schatte de rekening voor werkgevers vorig jaar al op circa €7 mrd. 'Dit probleem is door de onderhandelaars zorgvuldig en langdurig vooruit geschoven', constateert Kappelle nu.
Werkgevers kunnen niet betalen
'Veel werkgevers zullen dit niet kunnen of willen betalen', denkt ook directeur Harold Herbert van het Verbond van Verzekeraars in reactie op de CPB-cijfers. Hij sluit niet uit dat er gevallen zijn waar werkgevers 50% meer moeten betalen om het pensioen van hun werknemers op niveau te houden.
Anders dan veel bedrijven die bij pensioenfondsen zitten, zijn deze werkgevers niet verplicht om pensioen te regelen voor hun werknemers. 'Werkgevers zullen dan mogelijk zelfs stoppen met pensioen’, zegt Herbert. 'Zij kunnen ook zeggen 'ik verhoog de salarissen met 15% en laat mijn personeel zelf beslissen wat zij daarmee doen'', denkt ook pensioenspecialist Bastiaan Starink van PWC.
Pensioengat
Het gat in de pensioenen van werknemers ontstaat doordat het kabinet met de aangekondigde hervorming van het pensioenstelsel ook de zogeheten doorsnee-systematiek wil afschaffen. Daarbij betalen alle werknemers in een pensioenfonds eenzelfde premiepercentage en krijgen zij daar dezelfde pensioenopbouw voor terug. De facto is dat een subsidie van jong naar oud: jongere werknemers betalen dan eigenlijk te veel, oudere te weinig. De euro van de jongere kan immers nog langer worden belegd, en zou dus meer pensioen moeten opleveren (of een lagere premie).
Het kabinet wil naar een nieuw systeem waar iedereen krijgt waar hij of zij voor betaalt. Het plan is dat alle werknemers in een regeling eenzelfde premiepercentage moeten betalen, maar dat jongeren daar voortaan meer pensioen voor krijgen dan oudere werknemers. Bij de overgang naar dit nieuwe systeem valt echter een gat in de pensioenen van werknemers die als jongere te veel betaalden, maar als oudere hun subsidie mislopen. Het CPB heeft de omvang daarvan een paar jaar geleden geschat op €60 mrd voor alle werknemers.
Zonder premieverhoging
De hoop is dat bedrijfstakpensioenfondsen het gat bij hun deelnemers grotendeels kunnen wegwerken zonder premieverhoging. Zij moeten in het nieuwe stelsel hun collectieve vermogen verdelen - iedere deelnemer krijgt een eigen 'aandeel' - en zouden dan een beetje meer aan de getroffen groep kunnen geven. Een andere optie is een deel van het rendement in te zetten, of een stukje premie van jongeren.
Maar de premieregelingen waar het nu over gaat, werken anders dan pensioenfondsen niet met een doorsnee-premie. Zij hebben een leeftijdsafhankelijke premie, die stijgt naar mate een werknemer ouder wordt en in een eigen potje gaat. Van een 'subsidie' is geen sprake. Toch valt ook bij deze regelingen straks een gat. Een vlakke premie maakt jongeren duurder dan zij nu zijn, maar ouderen goedkoper. Het gevolg is dat voor ouderen niet meer genoeg premie in hun pot gaat, om het aan hen beloofde pensioen op te bouwen. Schuiven tussen groepen - wat de fondsen kunnen doen - is lastig. Want deze werknemers hebben al een eigen potje. Dan blijft een hogere premie over.
Het Verbond van Verzekeraars hoopt nog op een oplossing. Een alternatief is dat het mogelijk blijft om premies op te laten lopen, net als nu. 'Dat werkt prima'.