Is de anderhalve meter echt nog nodig?
De ophef over minister Grapperhaus heeft de discussie over de anderhalvemetersamenleving doen oplaaien. Het verzet tegen dat 'nieuwe normaal' neemt toe. Vijf experts over de toekomst van social distancing.
De ophef over minister Grapperhaus heeft de discussie over de anderhalvemetersamenleving doen oplaaien. Het verzet tegen dat 'nieuwe normaal' neemt toe. Vijf experts over de toekomst van social distancing.
Als de anderhalvemeterperikelen op de bruiloft van Ferd Grapperhaus één ding duidelijk hebben gemaakt, dan is het wel hoe lastig het is om je overal strikt aan de coronaregels te houden. Maar daarmee is social distancing niet van tafel. Sterker, het is de kern van de Coronawet waar de Kamer zich over buigt. 'Het is onvermijdelijk dat we met elkaar blijven vasthouden aan die vreselijke anderhalve meter', zei premier Mark Rutte woensdag tijdens het debat over Grapperhaus in de Kamer. 'Het mot. Het is de enige manier.'
‘Het is onvermijdelijk dat we met elkaar blijven vasthouden aan die vreselijke anderhalve meter. Het mot.’
Dat is niet iedereen met hem eens. De meeste wetenschappers onderschrijven het belang van afstand, maar zien het als één van de manieren om het virus onder de duim te houden. Het vooruitzicht dat heel Nederland anderhalve meter afstand moet houden tot er een vaccin is, baart economen zorgen. Is de anderhalvemeterregel medisch gezien echt nodig? Hoeveel schade brengt social distancing de economie toe? Zijn de regels na de rel rond Grapperhaus nog wel te handhaven? En, niet in de laatste plaats: houden we die afstand nog wel vol?
Het FD vroeg vijf experts om hun mening.
1: Nicholas Jones, medisch onderzoeker Oxford University, co-auteur van een artikel over nut en noodzaak van social distancing.
Jones bracht de effectiviteit van social distancing in kaart. Rigide afstandsregels zijn volgens de hem een 'oversimplificatie' die gebaseerd is op verouderde inzichten. Desalniettemin is social distancing volgens de onderzoekers van belang. Maar op hoeveel afstand je precies moet blijven is onduidelijk. 'In algemene zin geldt: hoe meer afstand, hoe kleiner het risico', legt Jones uit. 'Hoe het risico zich precies verhoudt tot de afstand, blijft helaas onzeker. Er is geen overeenstemming over een 'veilige' minimumafstand. Er zijn studies die suggereren dat het risico van besmetting fors toeneemt op minder dan één meter, maar daar is kritiek op. In situaties met een hoger risico kan meer dan twee meter afstand verstandig zijn.'
‘Er is geen overeenstemming over een 'veilige' minimumafstand’
Wat wijs is, hangt volgens de onderzoekers heel erg van de situatie af: ontmoetingen in de buitenlucht met een paar mensen zijn minder risicovol dan samen zingen in een slecht geventileerde ruimte. De onderzoekers kennen een belangrijke rol toe aan mondkapjes in situaties met meer risico. Volgens het RIVM is de toegevoegde waarde daarvan beperkt. Jones: 'Het is moeilijk om de effectiviteit van de ene interventie met de andere te vergelijken. Maar mondkapjes en afstand zijn complementair en beide belangrijk.'
De foto uit Wuhan, epicentrum van een pandemie die volgens de officiële cijfers aan ruim 860.000 mensen wereldwijd het leven heeft gekost, wekte ongeloof. In de stad waar miljoenen mensen maandenlang in hun huizen waren opgesloten, vierden half augustus duizenden jongeren feest in een zwembad. Bovenop elkaar, nog geen anderhalve centimeter afstand en nergens een mondkapje te bekennen. In de stad zijn sinds mei geen nieuwe besmettingen meer vastgesteld.
2: Julia van Weert, hoogleraar gezondheidscommunicatie Universiteit van Amsterdam, lid ben van wetenschappelijke adviesraad van de RIVM Corona Gedragsunit.
De nieuwe Coronawet maakt het mogelijk meer uitzonderingen te maken op de basisregel van anderhalve meter afstand. Volgens Van Weert moet je daar voorzichtig mee zijn. Van Weert: 'Hoe meer uitzonderingen, hoe moeilijker het beleid is uit te leggen. De meeste mensen zijn van goede wil. Maar mensen vergelijken zichzelf ook altijd met anderen en bepalen dan of ze iets rechtvaardig vinden. Alle verschillende regels die er nu al zijn, zorgen voor verwarring. Mensen geven daar hun eigen interpretatie aan.'
‘Er is geen hard wetenschappelijk bewijs dat anderhalve meter afstand onder alle omstandigheden het beste is’
Dat onderzoekers nuanceringen willen aanbrengen in de afstandsregel, begrijpt ze wel. Van Weert: 'Er is geen hard wetenschappelijk bewijs dat anderhalve meter afstand onder alle omstandigheden het beste is. Medisch kun je redeneren dat in de ene situatie misschien één meter volstaat en in de andere situatie mogelijk wel acht meter afstand nodig is. Maar vanuit communicatieperspectief geldt: hoe helderder en eenduidiger het beleid, hoe gemakkelijker het is om het goed uit te leggen en hoe groter de kans dat mensen zich er aan houden. Ik vind het beter om voorbeelden te laten zien van wat er wél kan op anderhalve meter dan in sommige situaties één meter en in andere anderhalve of twee meter te adviseren, want dat maakt het niet duidelijker.'
3: Mark van Vugt, hoogleraar evolutionaire psychologie Vrije Universiteit Amsterdam, doet onderzoek voor de WHO naar de psychologische gevolgen van corona.
Mensen zijn van nature gewend afstand te houden als iemand besmet is. Chimpansees doen dat volgens Van Vugt ook: is een ander dier zichtbaar ziek, dan blijven ze op afstand. Van Vugt: 'Bij covid-19 ligt dat ingewikkelder, omdat mensen asymptomatisch kunnen zijn. Onze natuurlijke social distancing wordt dan niet geactiveerd.' Omdat het Westen de laatste eeuw nauwelijks met grootschalige infectieziekten te maken had, is de aanpassing hier groter dan in Aziatische landen.
Van Vugt: 'Wij geven handen en kussen elkaar op verjaardagen. Dat zal permanent verdwijnen. Ons land zal daardoor veranderen: we worden allemaal wat afstandelijker, introverter. Een soort China aan de Noordzee. China heeft veel met infectieziekten te maken gehad. Het grootste deel van de bevolking, zo'n 80%, zal die veranderingen aankunnen. Twee groepen, ieder bij benadering 10%, reageren extreem. Aan de ene kant gaat het om mensen die zien dat hun vrijheid wordt ingeperkt. Denk aan jongeren, maar ook aan aanhangers van Viruswaanzin. Dat kan gewelddadige vormen aannemen. Aan de andere kant zien we wat we aangeleerde hulpeloosheid noemen, mensen die extreem solitair gaan leven, zichzelf opsluiten. Dat kan leiden tot depressie en burn-out. Werkgevers moeten daar alert op zijn.'
4:Robin Fransman, politicoloog en hoofd financiële sector bij de Argumentenfabriek, schreef voor economenblad ESB mee aan de reeks Rekenen aan corona.
Het was een grote communicatiefout om de anderhalve meter 'het nieuwe normaal' te noemen, vindt Fransman. 'Het beleid is eigenlijk nu al heel verschillend voor generaties, locaties en situaties. Kinderen hoeven geen afstand te houden, volwassenen wel. Ook in het ov is de afstandsregel losgelaten en zijn mondkapjes verplicht.'
Hij is voor het geleidelijk versoepelen van de afstandsregel. 'Schuif de grens op van jongeren naar dertigers en kijk hoe het gaat. Als je kijkt naar de kansen om ernstig ziek te worden, zullen de ic's niet volstromen met gezonde zestigminners.'
De vraag is ook wat de overheid allemaal moet opleggen. 'Mensen anticiperen zelf op risico. Lezen ze in de krant dat het aantal besmettingen explodeert, dan gaan ze vanzelf weer afstand houden. Vóór de lockdown zagen we ook al dat minder mensen naar restaurants gingen. Mensen met een kwetsbare gezondheid gedragen zich sowieso al voorzichtiger.' Hij vindt dat niet oneerlijk voor die groep. 'Het virus gaat voorlopig niet weg, en zolang kwetsbaren afstand bewaren, zijn zij veilig. Maar waarom zou iedereen dat dan moeten doen? De keuze lijkt te zijn: of allemaal of allemaal niet. Dat gaat ten koste van de kwaliteit van leven van de jongeren.'
Fransman is wel voor handhaven, maar dan alleen op het niveau van organisaties. 'Want voor jezelf een risico-afweging maken is wat anders dan dat voor anderen doen. Maar stuur geen boa's het Vondelpark in om studenten op de bon slingeren.'
5: Andreas Voss, arts-microbioloog van het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis en hoogleraar infectiepreventie aan het Radboudumc.
Voss is ervan overtuigd: om infectie met het coronavirus te voorkomen, is anderhalve meter afstand houden nou eenmaal de beste manier. ‘De vraag is wel of je vanuit economisch en psychologisch oogpunt in alle situaties zo nog één of twee jaar door kunt gaan. Je zou bijvoorbeeld naar alternatieve maatregelen kunnen kijken in het vrijetijdsleven. Als er betrouwbare sneltesten zijn, zou je mensen voorafgaand aan het bezoeken van een evenement kunnen testen. Je zou misschien spatmaskers kunnen inzetten in theaters. Dan kun je meer stoelen vullen en wordt het weer rendabel.’
Maatregelen blijven wel nodig, meent Voss. ‘Als je de afstandsregel onder jongvolwassenen helemaal loslaat en het virus laat rondgaan, kunnen ze ook ouderen besmetten. Hun ouders, die doorgaans tussen de vijftig en zestig jaar zijn, zijn vatbaarder voor het virus.' Dat hoeft niet meteen dodelijk te zijn, maar kan alsnog veel gezondheidsschade veroorzaken, zegt hij. 'Vergeet niet dat poliklinieken nu vol zitten met mensen die weliswaar nooit in het ziekenhuis zijn opgenomen, maar nog steeds ernstige klachten hebben. Er is veel leed bij mensen met postcoronasyndroom.’
Ook teruggaan naar één meter, zoals de WHO adviseert, lijkt hem niet nuttig. ‘Nu al zie je dat anderhalve meter in de praktijk vaak één meter wordt, dus als je dat gaat terugbrengen houden mensen mogelijk nog minder afstand.’