Drie op de tien starters op de woningmarkt verzwijgen hun studieschuld bij de aankoop van een huis, of zijn dat van plan. Dat blijkt uit onderzoek van Viisi Hypotheken. Twee jaar geleden ging het nog om 15%.
Verzwijgen van de studieschuld kan leiden tot een te hoge hypotheek, waardoor niet altijd aan financiële verplichtingen kan worden voldaan. Bovendien is het frauduleus: komt de hypotheekverstrekker erachter dat je een studieschuld hebt, dan kan hij het hele hypotheekbedrag terugvragen en je laten opnemen in een frauderegister. Dat betekent dat ook dat een volgend huis moeilijker kan worden gekocht.
Overspannen markt
Waarschijnlijk is het percentage gestegen omdat het voor starters momenteel moeilijk is op de woningmarkt. Er is een tekort aan woningen, vooral in het goedkopere segment, en de woningen die er zijn worden veelal opgekocht door beleggers die de huizen weer verhuren. Om toch aanspraak te maken op woningen die wel te koop staan, wordt op de helft van deze huizen overboden, becijferde het CBS onlangs.
Hypotheekadviseurs en -verstrekkers zijn verplicht een eventuele studieschuld mee te nemen bij het bepalen hoeveel iemand kan lenen. Maar een studieschuld staat niet geregistreerd bij het Bureau Krediet Registratie (BKR). Als een klant de schuld dus verzwijgt, komt de hypotheekverstrekker er dus ook niet achter.
Geen verplichte registratie
Om dit te voorkomen stelde de Autoriteit Financiële Markten in april voor om de studieschuld wél te registreren bij het BKR. Demissionair minister Wopke Hoekstra (Financiën) en demissionair minister Ingrid van Engelshoven (Onderwijs) lieten echter al gauw weten niets te zien in dit plan.
'Ik herhaal het nog maar een keer: het kabinet vindt het belangrijk dat lenen voor elke student toegankelijk blijft, zodat iedereen kan blijven studeren', aldus Van Engelshoven. 'Een BKR-registratie van de studieschuld kan een afschrikwekkende werking hebben, gaan we dus niet doen.'