In het kort
- Rijn- en binnenvaartschippers zijn binnenkort niet meer verplicht om zich aan te sluiten bij een pensioenfonds.
- Het is voor het eerst dat het ministerie van Sociale Zaken zo'n verplichting om deel te nemen intrekt.
- Sociale partners wilden de verplichtstelling houden om te voorkomen dat werkgevers bezuinigen op pensioen.
Een primeur voor Nederlandse pensioenfondsen. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) trekt de verplichte deelname in van binnenvaartschippers en hun werknemers aan het bedrijfstakpensioenfonds voor de sector. Dat is niet eerder voorgekomen.
Het is in Nederland gebruikelijk dat werkgevers — en via hen werknemers — verplicht zijn om zich aan te sluiten bij een pensioenfonds voor hun bedrijfstak. Bekende voorbeelden zijn het pensioenfonds voor metaal PMT, de Bouw en pensioenfonds Zorg en Welzijn. Deze zogeheten verplichtstelling is de kurk waarop het Nederlandse pensioenstelsel drijft. Bij de onderhandelingen over het pensioenakkoord is ervoor gekozen dat die moet blijven. Zonder verplichtstelling zouden volgens de onderhandelaars veel werknemers geen of te weinig pensioen opbouwen.
Maar het pensioenfonds Rijn- en Binnenvaart voldoet niet meer aan een belangrijke voorwaarde voor de verplichtstelling. Sociale partners, werkgevers en werknemers, moeten elke vijf jaar bij het ministerie van Sociale Zaken aantonen dat zij de sector écht vertegenwoordigen. Een minimum van 55% van de werknemers in de sector moet werken voor een bedrijf dat bij de werkgeversvereniging is aangesloten. Bij Rijn- en Binnenvaart is dat minder dan 45%.
Vergeefs verzoek
Sociale partners hebben minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken vorig jaar gevraagd de verplichte deelname aan het pensioenfonds toch te handhaven. Anders zouden 5000 werknemers hun huidige pensioenregeling kunnen verliezen. ‘Er zullen werkgevers zijn die pensioenpremie willen uitsparen', aldus pensioenfondsbestuurder Hijlke Hijlkema destijds tegen vakblad PensioenPro. 'Andere werkgevers zullen zien dat concurrenten dit voordeel verkrijgen en zullen zich dan mogelijk gedwongen voelen hen te volgen.’
Dat verzoek was dus tevergeefs. Wel krijgen de sociale partners van de inmiddels demissionaire minister Koolmees ruim drie jaar de tijd om een vrijwillig alternatief te bedenken. De verplichtstelling vervalt pas op 1 januari 2025, dat zou genoeg tijd moeten zijn voor 'een zorgvuldige besluitvorming over de rechten van de deelnemers en gewezen deelnemers', aldus het besluit eerder deze week in de Staatscourant.
Balans vinden
De sociale partners en het fonds willen de komende jaren gebruiken om een nieuwe pensioenregeling te ontwerpen. Die moet dan ook meteen voldoen aan de eisen van het nieuwe pensioenstelsel. De hoop van het pensioenfonds is dat die nieuwe regeling al kan ingaan voordat de verplichtstelling vervalt en dat de circa duizend werkgevers die verplicht meedoen, dat dan vrijwillig voorzetten. ‘We zullen een balans moeten vinden tussen goed pensioen en een regeling waar werkgevers ook bij aangesloten blijven, als deze vrijwillig wordt', aldus bestuurder Marcel van Dam van vakbond Nautilus tegen PensioenPro.
Schilders
Deze zomer heeft Koolmees de verplichtstelling bij het pensioenfonds Schilders wel weer met vijf jaar verlengd. Het fonds komt regelmatig in het nieuws omdat een deel van de zelfstandige schilders zich met rechtszaken verzet tegen verplichte deelname. Maar dit fonds is wél geslaagd voor de vijfjaarlijkse representativiteitstoets. 'De werkgevers- en werknemersorganisaties vertegenwoordigen nog steeds een belangrijke meerderheid in onze sector — waaronder ook zelfstandig ondernemers — en staan achter het verplicht opbouwen van pensioen', aldus het fonds. 'Daar zijn wij als pensioenfonds blij mee.'