In het kort
- De afzetprijzen in de industrie stegen in het vierde kwartaal met 20%.
- De omzet nam met 23% toe.
- De hogere producentenprijzen stuwen de inflatie.
- Economen voorzien desondanks aan langzamere geldontwaarding later dit jaar.
De producentenprijzen zijn eind vorig jaar uitzonderlijk snel gestegen, onder meer door de torenhoge energieprijzen. Economen zien extra risico's voor de economie, maar verwachten niet dat de conjunctuur zal omslaan. 'Dat is niet mijn hoofdscenario', stelt macro-econoom Han de Jong.
Uit cijfers die het CBS vrijdag bekend heeft gemaakt, blijkt dat de industrie in het laatste kwartaal van vorig jaar 23% meer omzet boekte dan een jaar eerder. De laatste keer dat er een omzetgroei was van meer dan 20%, was in 2011. De afzetprijzen stegen tegelijkertijd met iets meer dan 20%. Zo'n snelle toename van de producentenprijzen is er na 1951 niet meer geweest.
De veel hogere prijzen zijn een gevolg van de sterke inhaalvraag, gecombineerd met de aanleveringsproblemen waarmee de industrie worstelt. Maar zeker zo belangrijk zijn de hogere inkoopkosten van de fabrikanten, vooral van energie en grondstoffen. Een aanwijzing daarvoor is de extra sterke groei van de afzetprijzen in de aardolie-industrie (87%) en de chemie (45%). Producenten van ijzer en staal, ook grootverbruikers van stroom en gas, verhoogden hun prijzen met 43%.
De industrie heeft met ongeveer een achtste van het totale bruto binnenlands product geen dominante plek in de Nederlandse economie. Toch zal de groei van de producentenprijzen doorwerken in de prijzen die de consument betaalt voor de producten van de maakindustrie, en de inflatie waarschijnlijk verder opstuwen.
Gevaar voor de conjunctuur
Han de Jong, macro-econoom bij Crystal Clear Economics, houdt er rekening mee dat er tot de zomer weinig verandert aan de sterke groei van de prijzen in de industrie. De gasprijzen gingen immers pas laat in 2021 echt omhoog. Als ook de inflatie verder stijgt, dan kan dat de conjunctuur in gevaar brengen, meent hij. De koopkracht neemt dan af, ondernemers worden onzeker en raken afgeleid, en de ECB kan na veel te lang te hebben gewacht reageren met een agressief verkrappend monetair beleid. De vraag kan dan verstikken.
'Dit is zeker een risicoscenario, dat door de cijfers van het CBS nu in elk geval niet naar de achtergrond is gedrongen', zegt De Jong. 'Maar het is niet mijn hoofdscenario. Ik denk nog altijd dat de inflatiecijfers geleidelijk naar beneden gaan komen. Dan gaat er ook een andere sfeer ontstaan. We krijgen het gevoel dat we de goede kant opgaan en dan blijven de cijfers waarschijnlijk ook wel dalen. Dat is goed voor het totaal.'
'Geen recessie'
Bij ING Research voorziet ook macro-econoom Marcel Klok dat het tempo van de geldontwaarding ondanks de snelle groei van de producentenprijzen in de loop van dit jaar afneemt. Als deze toch hoog blijft, of nog verder aanzwengelt, dan kan dat 'de groei vertragen, maar ons basisscenario is niet dat de conjunctuur omslaat of dat we in een recessie belanden.'
Klok denkt dat veel huishoudens tijdens de lockdowns genoeg buffers hebben opgebouwd om hun bestedingspatroon niet drastisch aan te passen. Voor de lagere inkomens geldt dat minder, en dat zou verklaren waarom de economische groei volgens hem aan kracht kan verliezen.