In het kort
- Consumentenvertrouwen naar laagste punt sinds begin metingen.
- Dit is het resultaat van snelle geldontwaarding en oorlog in Oekraïne.
- Consumptie zal desondanks nog enige tijd overeind blijven, menen economen.
- Huishoudens beschikken immers over forse buffers.
Het consumentenvertrouwen in Nederland daalt hard en dat is geen goede voorbode voor de conjunctuur in de komende maanden. Maar volgens macro-economen zal de vertrouwenscrisis niet meteen inhakken op de consumptie en daarmee de economische groei. 'Het inhaaleffect van twee jaar coronacrisis is nog niet volledig uitgewerkt', stelt Luc Aben van Van Lanschot.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek liet donderdag weten dat het vertrouwen van de consument in april op het diepste punt is uitgekomen in de 36 jaar dat de instelling het vertrouwen nu meet. De index zakte naar -48, ver onder de -39 van maart en de -30 uit februari.
Geldontwaarding en oorlog
De val van de index is geen verrassing. De hoge inflatie had het vertrouwen bij de consument vanaf eind vorig jaar al ondermijnd, ook omdat de loongroei de geldontwaarding niet bijhoudt. Daar kwam eind februari de oorlog in Oekraïne nog eens bovenop. Het fors ingedeukte consumentenvertrouwen is dan ook niet beperkt tot Nederland.
Aben wijst erop dat door de inflatie het reële inkomen van de consument achteruit is gegaan. Dat zou kunnen betekenen dat de consument de komende tijd de hand op de knip houdt en dat winkeliers, klusjesbedrijven, horecaondernemers en andere dienstenverleners met dalende omzetten rekening moeten houden.
'Hoe lager een sector op de ladder van de dagelijkse levensnoodzakelijkheid staat, hoe hardere klappen dreigen', stelt de econoom. 'Daarnaast zijn de luxe- en de discountsegmenten van een markt vaak minder gevoelig voor een terughoudende consument. Segmenten in het midden zijn daarentegen kwetsbaarder.'
'Verzachtende omstandigheden'
Maar volgens de Van Lanschot-econoom zijn er ook 'verzachtende omstandigheden', die de neerwaartse druk dempen. De consumptieve inhaalspurt na twee jaar coronacrisis is bijvoorbeeld nog niet ten einde. 'Dat kan positieve tegenwind blijven geven.' Dienstensectoren, zoals de horeca, zouden kunnen profiteren van de wens bij de consument om de ‘verloren tijd’ uit de coronaperiode in te halen, zegt hij.
'Gemiddeld genomen heeft de consument daar ook de middelen voor. Vanuit spaarbuffers uit de voorbije twee jaar én de sterke arbeidsmarkt.'
Bij RAI Vereniging, de belangenbehartiger van de mobiliteitssector, zijn er dan ook nog geen signalen dat de kooplust bij de consument afneemt. 'Importeurs melden nog volle orderboeken en de gang naar de showroom zit er nog duidelijk in', verklaart een woordvoerder.
'Nog gewoon vol en druk'
Hij zegt dat velen de vervanging van hun oude voertuig hadden uitgesteld, maar nu toch een nieuwe auto moeten aanschaffen. De verkoop van fietsen en scooters en motoren zit ook nog duidelijk in de lift. 'Bij de fietsenzaken is het gewoon vol en druk, maar dat heeft er ook mee te maken dat het nu voorjaar is.'
De horeca is wel somber, maar die was dat al door de personeelstekorten en de uitgeholde vermogens. 'De komende tijd moet uitwijzen hoe de horeca zich herstelt', zegt een woordvoerder. 'Veel sectoren binnen de branche gaan nog een moeilijke tijd tegemoet en daarvoor is perspectief cruciaal.'
Bij ABN Amro denkt macro-econoom Jan-Paul van de Kerke dat de echte klappen pas later dit jaar zullen vallen, 'met name in het derde en het vierde kwartaal.' De huishoudens beschikken immers, zegt hij, nog over een flinke buffer uit de coronacrisis van 'ongeveer €40 mrd extra spaargeld bovenop de spaartrend.'
Bij ING Research ziet macro-econoom Marcel Klok het lagere vertrouwen wel als een voorbode van een zwakkere consumptie. 'We gaan er in onze basisramingen vanuit dat de consumptie wel even kan terugvallen', zegt Klok. Maar hij rekent niet op een recessie. 'De werkloosheid kan tijdelijk wel iets hoger uitkomen. Maar een faillissement- en werkloosheidsgolf voorzien we nu niet.'