
In het kort
- In de eerste maanden na de corona-uitbraak vroegen werkgevers in €7,9 mrd loonsteun aan.
- Achteraf gezien blijkt dat veel bedrijven te veel steun aanvroegen.
- Belangrijkste reden was dat ze hun omzetverlies hoger inschatten.
Een groot deel van de bedrijven die in het voorjaar van 2020 loonsteun kregen, moet geld terugbetalen. 90.000 ondernemingen, oftewel ruim driekwart van alle aanvragers, krijgen van uitkeringsinstantie UWV terugvorderingen op de mat. In de meeste gevallen hadden ze hun omzetverlies te hoog ingeschat. Opgeteld gaat het om €2,3 mrd.
Bedrijven en instellingen die vanwege coronalockdowns minder werk omhanden hadden of zelfs hun deuren gesloten moesten houden, konden twee jaar geleden aanspraak maken op loonkostensubsidie. Deze NOW-regeling was bedoeld om personeel in dienst te houden dat anders zou zijn ontslagen. Een voorwaarde was een omzetverlies van 20% of meer.
De uitkeringsinstantie publiceerde donderdagochtend het register met de definitieve tegemoetkomingen voor de eerste van de in totaal acht NOW-periodes. De eerste periode liep van maart tot en met mei 2020. Het kabinet besloot destijds tot een lockdown die grote invloed had op het leven van burgers en bedrijven. In totaal keerde het UWV voor deze maanden €7,9 mrd aan voorschotten uit, op afstand het hoogste bedrag in vergelijking met de andere steunrondes.
Hema: van €11 mln naar €6 mln
Onder de bedrijven zitten grote namen, zoals Hema. Het voorschot van ruim €11 mln dat de warenhuisketen ontving is teruggebracht naar ruim €6 mln. Ruim een kwart van de werkgevers (26%) moet de NOW-loonsteun uit deze periode volledig terugbetalen. Tot deze categorie van 32.000 werkgevers behoort bagagebandenmaker Vanderlande Industries, onderdeel van het Toyota-concern, dat zo'n €10 mln moet inleveren. Hetzelfde geldt voor het Japanse Canon, dat met zijn bedrijfsonderdelen goed was voor een voorschot van €27 mln.
Er zijn werkgevers die wel recht hadden op NOW in deze periode, maar daar van afzagen. Ook bij hen is het subsidiebedrag vastgesteld op nul euro. Zo kondigde beddenmaker Auping uit Deventer vorig jaar aan het voorschot van €1 mln te willen terugbetalen omdat de zaken in de verdere loop van het jaar veel beter waren gegaan dan direct na de corona-uitbraak werd verondersteld. Reiswebsite Booking betaalde tientallen miljoenen coronasteun terug na maatschappelijke en politieke commotie over uitgekeerde bonussen.
Het ziet ernaar uit dat het UWV ook voor latere NOW-periodes geld gaat terugvorderen, een proces waarmee de instantie naar eigen zeggen nog geruime tijd bezig zal zijn. Vorig jaar juli becijferden ambtenaren van het ministerie van Financiën al dat zo'n zeven op de tien bedrijven tot op dat moment te veel hadden aangevraagd. Voor alle tot die tijd uitgekeerde voorschotten van in totaal €18,7 mrd zou minimaal €4,2 mrd moeten worden teruggevorderd.
Nabetaling van €455 mln
Naast de 90.000 werkgevers (76%) die te veel hadden aangevraagd, waren er 36.000 die achteraf gezien meer hadden moeten ontvangen. Zij krijgen een nabetaling van opgeteld €455 mln. Onder deze werkgevers bevindt zich auto- en bussenbouwer VDL, dat bijna €8 mln meer krijgt dan het voorschot van bijna €50 mln. Bij grootgebruiker KLM is €318 mln vastgesteld, tegenover een voorschot in de eerste lockdownmaanden van €307 mln.
Een categorie werkgevers moet vrijwel alles terugbetalen, namelijk de bedrijven in het openbaar vervoer, zoals NS, GVB en Keolis. Voor hen werd riep het kabinet een andere maatregel in het leven, de zogeheten beschikbaarheidsvergoeding. Die stelde als voorwaarde dat een werkgever niet tegelijkertijd een beroep kon doen op de NOW. Wel houdt NS nog het toegekende voorschot van ruim €5 mln voor de winkelactiviteiten op de stations, die buiten de beschikbaarheidsvergoeding vielen.