
In het kort
- De redding van Credit Suisse door UBS stutte maandag de val van bankaandelen, maar roept ook nieuwe vragen op.
- Houders van achtergestelde obligaties zijn hun geld kwijt, terwijl aandeelhouders nog wel een vergoeding krijgen.
- Ondanks bezwerende woorden van de ECB betalen banken nu meer voor het aantrekken van bufferkapitaal.
De redding van Credit Suisse heeft de rust in de financiële wereld enigszins teruggebracht. Toch leidt de manier waarop tot nieuwe onzekerheid: houders van achtergestelde obligaties zien in tegenstelling tot aandeelhouders niets terug van hun inleg. Dat maakt beleggers kopschuw waardoor uiteindelijk ook klanten van banken moeilijker aan krediet kunnen komen.
Aanvankelijk daalden maandag de beurskoersen van banken, maar in de loop van de dag trad herstel op. De Europese Centrale Bank (ECB) en de Europese Bankautoriteit lieten weten dat het allereerst aandeelhouders zijn die moeten bloeden bij een bankredding, en daarna pas obligatiehouders. Die aanpak is 'consequent toegepast' in het verleden en zal de leidraad blijven in crisisinterventies, aldus de toezichthouders. ECB-president Christine Lagarde benadrukte in het Europees Parlement bovendien dat Frankfurt klaarstaat om de financiële stabiliteit te bewaren, zodra dat nodig is.
Beetje boos
Aandeelhouders van Credit Suisse krijgen €3 mrd betaald in aandelen van het eveneens Zwitserse UBS . Dat is weliswaar een fooi vergeleken bij wat de bank ooit waard was, maar ze blijven niet met lege handen achter. 'Dit was het meest verrassende van deze deal', aldus Joost Beaumont, hoofd bankenonderzoek bij ABN Amro. 'Ik denk dat de autoriteiten in de eurozone wel een beetje boos zijn op de Zwitserse collega's, ook al mag dit volgens de Zwitserse regelgeving.'
Banken hebben de afgelopen jaren juist op grote schaal achtergesteld schuldpapier (AT1 ofwel coco's) uitgegeven om na de kredietcrisis aan de nieuwe kapitaalvereisten te voldoen, schrijft marktkenner Erik-Jan van Harn (Rabobank). 'Het risico is dat andere banken nu extra moeite moeten doen om nieuwe AT1-instrumenten uit te geven, omdat beleggers er niet meer zeker van zijn dat zij in het geval van een faillissement voorrang hebben op de aandeelhouders.'
Ondanks de bezwerende woorden van onder meer de ECB is het vertrouwen door de Zwitserse actie geschaad, stelt Beaumont (ABN). Met als mogelijk gevolg dat banken de komende tijd een hogere rente moeten betalen als ze achtergestelde obligaties willen ophalen om hun buffers te versterken, zeker nu het klimaat voor aandelenemissies beroerd is. 'Ondanks dat er nu duidelijkheid is rond Credit Suisse, is het sentiment niet verbeterd.'
Evenwichtsoefening
Als banken zelf meer rente moeten gaan betalen, dan zullen ze dat uiteindelijk gaan doorberekenen aan hun klanten om de winst op peil te houden. 'Als dit beklijft, dan heeft dat dus ook gevolgen voor gezinnen en bedrijven die geld lenen bij de bank', zegt Rabobank-econoom Elwin de Groot. Ironisch genoeg helpt dat de centrale banken bij hun pogingen de economie af te koelen en zo de torenhoge inflatie te bestrijden. 'Maar er is natuurlijk het risico dat centrale banken iets te veel worden geholpen.'
Anders gezegd: de ECB en de Amerikaanse Federal Reserve (die woensdag met een nieuw rentebesluit komt) staan voor de uitdaging om de inflatie de kop in te drukken zonder dat de financiële stabiliteit in gevaar komt. In dat geval is het middel erger dan de kwaal.
Goldman Sachs-bestuurder Beth Hammack denkt dat deze evenwichtsoefening gepaard zal gaan met meer controle op banken. Elwin de Groot voorziet een duidelijker scheiding tussen rente- en liquiditeitsbeleid. Centrale banken zullen de rente hoog houden om de economie af te koelen, maar er tegelijkertijd voor zorgen dat voldoende geld beschikbaar is. 'Die combinatie hebben we nog niet eerder gezien.'
Te groot
Veelzeggend is dat de ECB, de Fed en de centrale banken van het Verenigd Koninkrijk, Japan, Canada en Zwitserland zondagavond bekendmaakten dat banken in al deze regio's dagelijks kunnen aankloppen voor leningen in dollars. Zulke eensgezinde acties om een voldoende aanbod van dollars te garanderen kwamen eerder voor tijdens de coronacrisis in 2020 en ten tijde van de kredietcrisis in 2008.
De overname van Credit Suisse door UBS doet de vraag rijzen of de gecombineerde bank niet veel te groot is voor een klein land als Zwitserland. Econoom Jac Kragt, verbonden aan de Universiteit Tilburg: 'Als er na deze overname een probleem optreedt, dan kan de Zwitserse centrale bank dat niet alleen aan. Dan moeten ze aankloppen bij de Fed en de ECB. En die zullen uit eigenbelang helpen, want dan is sprake van een een systeemrisico op mondiaal niveau.'
De Nederlandse banken staan volgens Kragt nu 'meer aan de zijlijn'. 'Hun blootstelling aan buitenlandse banken is een stuk kleiner dan in 2008. Als je je zorgen moet maken, dan is het vooral over grote Duitse en Franse banken.'