Sportende oerdriften
Psycholoog Sigmund Freud leefde in de kindertijd van de sport zoals we die nu kennen. Toch lijken veel van zijn ideeën erin terug te vinden.
Psycholoog Sigmund Freud leefde in de kindertijd van de sport zoals we die nu kennen. Toch lijken veel van zijn ideeën erin terug te vinden.
Onlangs legde een bevriende psycholoog zeer beeldend de ideeën van Sigmund Freud uit. Het bleek een boeiende Bermudadriehoek, die verhouding tussen het Es, het Über-ich en het Ich. Kort door de bocht herbergt het Es onze driften – het wil iets en wel meteen –, beseft het Über-ich of ons geweten dat dit niet kan, en moet het Ich, ons ego, die krachten in evenwicht houden. De psycholoog beschreef het als een soort Formule I-racen: het Es is het gaspedaal, het Über-ich de rem, en het Ich de autocoureur. Wie te veel gas geeft, vliegt uit de bocht, maar wie al te vroeg remt, komt ook nergens.
Het sterke Über-ich dwingt het Es ondergronds, verbant zijn driftleven naar ons onderbewuste. In dat schemergebied vechten twee tegengestelde krachten om het bestaan: libido pleit voor het leven en thanatos voor de dood. De één wil scheppen, de ander vernietigen. Deze twee oerdriften bestieren ook de sport. Overal is de klassieke tweekamp zichtbaar. Of het nu gaat om het gras van het Berlijnse Olympiastadion in de finale om de Champions League, het gravel van Roland Garros, de flanken van de Tourmalet of het circuit van Silverstone; sommige atleten creëren hun zege, andere overwinnen door het ondermijnen van spel en psyche van hun tegenstander. Leven of dood blijken niet enkel doelen, maar ook middelen. Coaches lijken zich steeds vaker openlijk te beroepen op thanatos, god van de dood in de Griekse mythologie. Dan horen we de zinsnede dat hun pupil of ploeg de wedstrijd moet ‘doodmaken’.
In één opzicht past sport helemaal in de filosofie van Freud. Belangrijk begrip in zijn theorie is het woord sublimering, het omzetten van oerdriften in gedrag dat de samenleving behaagt. Agressie en angst, gevoelens die het Über-ich liever verborgen houdt, krijgen in sportarena’s een podium binnen de spelregels. Maatschappelijk onaanvaardbaar harde tackles mogen we toejuichen in de beslotenheid van het stadion. De tegenstander kunnen we straffeloos naar de hel schreeuwen. De Feyenoord-fan haat op zondag PSV’er Memphis Depay en sluit hem de woensdag erna liefdevol in de armen, als de aanvaller in het oranje gehuld doel treft in dezelfde Kuip tijdens een interland.
Benieuwd hoe doelmatig de psychotherapeutische sofa is als hij zich naast het sportveld bevindt.
Psycholoog Sigmund Freud leefde in de kindertijd van de sport zoals we die nu kennen. Toch lijken veel van zijn ideeën erin terug te vinden.
Meer FD Persoonlijk? Lees verder op fdpersoonlijk.nl.
Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn.
Inloggen