In het glas
‘U hebt uw rosé niet opgedronken’, roept de kelner vanaf het terras, terwijl ik het sleuteltje al in mijn fietsslot steek. ‘Ik vond ’m niet zo lekker’, antwoord ik, en dan houd ik me nog in, want dit was bocht. Het was de eerste keer dat ik rosé heb gedronken van het druivenras gamay, waarvan normaal gesproken rode, dorstlessende, warmweerwijn wordt gemaakt. Denk aan beaujolais. Dit was zure bende.
Voor een rosé met veel kleur, geur en smaak heb je een druivenras nodig dat stevige rode wijn oplevert, zoals het ras mourvèdre, waarvan ze in Bandol, in de Franse Provence, bijzondere, donkerrode wijn maken, die kan ouderen. Dat geldt voor deze bandol-rosé, die zeventig procent mourvèdre bevat, ook. ‘Nee, nee, nee’, zegt u nu, ‘doe niet zo raar. Rosé drink je jong.’ De meeste wel. En als ik de rosé van Domaine Dupuy de Lôme uit 2014 drink, heb ik het enorm naar mijn zin. Maar bij de 2013 begint hij karakter te tonen. Die moet je hebben.
Bij Dupuy de Lôme maken ze geen fruitige snoepjeswijn. De 2014 ruikt wel naar friszoete frambozen, maar heeft niet dat lome. Dit is een strakke wijn. Ik ruik de zee erin, buxus en veel kruiden. In de smaak proef je de zon en hij heeft zo’n gekmakend bittertje dat direct de eetlust opwekt. Bij deze rosé moet je dan ook echt eten.
De 2013 heeft alles van de 2014, maar hij is minder stuivend en voller. Met een jaartje extra rijping proef je het aangename vettige van de wijn al veel beter. En hij doet het uitstekend bij mijn maaltijd van Chinese roergebakken groente, gebakken zalm en rode rijst.
Meer FD Persoonlijk? Lees verder op fdpersoonlijk.nl.
Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn.
Inloggen